Definitief geen moskee in Hoogeland

Naaldwijk 14.09.2011 – De Raad van State heeft het beroep van de Moskeevereniging verworpen en uitgesproken dat de gemeenteraad van Westland zich terecht op het standpunt mocht stellen dat er geen moskee binnen Hoogeland mag komen.

Hiermee is een definitief oordeel geveld over deze langslepende kwestie. LPF-Westland is van meet af aan fel tegenstander geweest van de bouw van de geplande moskee.

De omwonenden van de plek in het plan Hoogeland waar de moskee had moeten komen, hebben zich ook altijd tegen de komst hiervan gekeerd en hebben alles op alles gezet om de te voorkomen dat er een moskee in hun omgeving komt. Deze weerstand vanuit de bewoners is voor LPF-Westland steeds een belangrijke factor geweest om te strijden tegen de komst van deze moskee.
Ook het niet kunnen voorzien door de Moskeevereniging in het realiseren van parkeerplaatsen op het eigen terrein is meermalen door LPF-Westland aan de orde gesteld. De Raad van State heeft klip en klaar aangegeven dat de gemeenteraad bij het afwegen van de belangen rondom de komst van een moskee naast ruimtelijke aspecten ook het draagvlak bij omwonenden mag betrekken.

De belangrijkste overweging van de Raad van State om het beroep van de Moskeegroep ongegrond te verklaren is te vinden is hieronder weergegeven:

.2.3. De raad dient bij het vaststellen van het plan ingevolge artikel 3:2 van de Awb de relevante feiten vast te stellen en de nodige kennis te vergaren over de af te wegen belangen. Anders dan de vereniging betoogt, heeft de raad het geconstateerde gebrek aan draagkracht bij omwonenden van het perceel waar het ontwerpplan voorzag in de mogelijkheid om een gebedshuis op te richten terecht als relevant belang bij de belangenafweging betrokken. Dat de raad mede naar aanleiding hiervan de mogelijkheid tot het oprichten van een gebedshuis uit het plan heeft verwijderd, betekent geenszins dat hij heeft gehandeld in strijd met het verbod van vooringenomenheid.

Hetgeen de vereniging heeft aangevoerd, geeft ook anderszins geen grond voor dit oordeel. De raad heeft bij de belangenafweging eveneens betrokken dat het gebedshuis niet aansluit bij de ruimtelijke functies van de buurt, het plan reeds voorziet in veel maatschappelijke voorzieningen en de vereniging niet kan voorzien in het aanleggen van de benodigde parkeervoorzieningen op het desbetreffende perceel, zodat geen grond bestaat voor het oordeel dat de mogelijkheid tot oprichting van het gebedshuis uit het plan is verwijderd vanwege redenen die niet zijn te relateren aan een goede ruimtelijke ordening en om die reden sprake is van een motiveringsgebrek.

LPF-Westland is uiteraard zeer verheugd over de uitkomst van deze procedure.

Meer nieuws uit
Zoeken