Hoek van Holland 26.09.2011 – Staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) heeft vandaag met de elf betrokken waterschappen vernieuwde afspraken vastgelegd over de samenwerking bij het versterken van onze dijken en duinen.
’Samenwerking is het sleutelwoord, want samen gaan we ervoor zorgen dat de dijken aan onze hoge normen blijven voldoen’, aldus Atsma. De staatssecretaris en de dijkgraven zetten hun handtekening onder de intentieverklaringen in het Keringhuis bij de Maeslantkering in Hoek van Holland.
Rijk en waterschappen gaan zich samen inspannen om de projecten uit het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) in 2017 afgerond te hebben. De waterkeringen waarbij na de toetsing bleek dat ze niet meer aan de strenge normen voldoen worden binnen dit programma aangepakt. Met de afspraken over gedeelde financiering (50-50) tussen Rijk en waterschappen die dit voorjaar in het Bestuursakkoord Water zijn vastgelegd, kan dit lopende Hoogwaterbeschermingsprogramma volledig worden uitgevoerd.
Atsma: “Met de afspraken van vandaag geven we concreet invulling aan het Bestuursakkoord Water. Woorden worden daden. Ik heb veel waardering voor de inzet van de waterschappen’’, aldus Atsma. Jan Geluk, portefeuillehouder Waterkeringen in het bestuur van de Unie van Waterschappen: “We voelen ons verantwoordelijk voor de veiligheid van de dijken en duinen. Met deze afspraken zorgen we voor tijdige realisatie van de dijkversterkingen binnen de strakke financiële randvoorwaarden van het Rijk en de waterschappen “.
Staatssecretaris Atsma heeft daarnaast de Basisrapportage Hoogwaterbeschermingsprogramma 2 aan de Tweede Kamer toegestuurd. Het lopende Hoogwaterbeschermingsprogramma is een ’Groot Project’ geworden waardoor de Tweede Kamer vanaf nu regelmatig voortgangsrapportages ontvangt. De Basisrapportage vormt hiervoor het startpunt en geeft aan dat de beschikbare financiën overeenkomen met de raming van het totale programma (circa 3 miljard).
Het complete programma is door het Rijk en de waterschappen doorgelicht waardoor uit de Basisrapportage duidelijk wordt dat uitvoering van het programma op schema ligt maar dat de planning bij een aantal projecten scherp in de gaten moet worden gehouden om uitloop te voorkomen.