Westland 15.09.2022 – Het uitbreiden van enkele jaarrond strandpaviljoens langs de Westlandse kust, hangt af van de stikstofdepositie die dit met zich meebrengt.
Dat is één van de antwoorden op de vragen die de fractie van VVD Westland op 8 augustus aan het college stelde, inzake de jaarrond exploitatie van strandpaviljoens in gemeente Westland.
Inleiding
In 2018/2019 is de gemeente Westland druk bezig geweest met het realiseren van nieuw beleid voor onze kust. Dit resulteerde erin dat in de raadsvergadering van 8 juli 2020 is besloten om bij meerdere strandslagen een aantal strandpaviljoens, toe te staan jaarrond te exploiteren. Op basis hiervan hebben een aantal strandondernemers direct concrete plannen ingediend om een permanent strandpaviljoen te realiseren.
Ondertussen is de wereld drie jaar en een Corona pandemie verder, maar is er van realisatie van dit ‘nieuwe’ beleid nog geen sprake. Uit een rondgang van de fractie van De Westlandse VVD langs enkele strandondernemers blijkt dat zij geen antwoorden krijgen van de gemeente en zodoende nog steeds wachten op een concreet antwoord op hun plannen. Ook ontbreekt het aan een concrete visie en planning wanneer er daadwerkelijk sprake kan zijn van meerdere “jaarrond” strandpaviljoens.
De Westlandse VVD is van mening dat jaarrondexploitatie niet alleen voor de ondernemers zelf, maar ook voor de economie van het Westland goed zou zijn. Dit brengt de fractie van De Westlandse VVD tot de volgende vragen:
Vraag 1
Wij hebben vernomen dat er geen beleid kon worden uitgevoerd vanwege een gebrek aan personeel. Heeft het College de personeelsformatie op dit beleidsterrein op orde?
Vraag 2
Heeft het College de mogelijkheden om een coördinator aan te stellen voor het economische strandbeleid, zodat strandondernemers één aanspreekpunt hebben en heldere communi catie kunnen ontvangen? Zo ja, op welke termijn zou dit mogelijk zijn?
Vraag 3
Welke criteria hanteert het College voor de exploitatie van een jaarrond strandpaviljoen?
Vraag 4
Heeft het College de mogelijkheden om een duidelijke tijdlijn en stappenplan voor jaarrondexploitatie te realiseren, waarmee onze strandondernemers, een duidelijker toekomstbeeld kan worden verschaft? Zo nee, wat kan het College wel doen om deze hardwerkende ondernemers tegemoet te komen?
Antwoord 1 t/m 4
Het college onderstreept de gedachte van de raad dat een jaarrondexploitatie van strandpaviljoens, die geënt is op het aantrekken van bezoekerspubliek, van belang is voor onze toeristische ontwikkeling als Westland. Het college buigt zich over de invulling van de raad suitspraak om hiervoor drie extra “jaarrondvergunningen” voor in het leven te roepen. Sinds deze uitspraak is gebleken dat de realiteit weerbarstig is. We zijn afhankelijk van hogere overheden en hebben te maken met andere belanghebbenden, zoals natuurorga nisaties. In het licht van de stikstofdiscussie lijkt zo’n jaarrondontwikkeling niet vanzelfsprekend. Tegelijkertijd wil het college de raad recht doen door het verzoek zo mogelijk van de grond te krijgen. Daarvoor dienen we aan meerdere criteria te voldoen.
De natuurwetgeving speelt een grote rol. De Westlandse stranden (m.u.v. Ter Heijde) maken onderdeel uit van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) en zijn direct gelegen aan Natura 2000 gebied (de duingebieden Solleveld en Kapittelduinen). In de na het ra adsbesluit aangaande de jaarrondpaviljoens door de raad vastgestelde Omgevingsvisie Westland 2.0 is bepaald dat bv. de stikstofdepositie voor deze gebieden moet worden teruggedrongen. Jaarrond exploitatie van paviljoens leidt naar verwachting tot meer stiks tofdepositie. Hiertoe is inmiddels opdracht tot onderzoek gegeven. In het raadsbesluit van 8 juli 2020 is bij de risico’s ook opgenomen dat niet exact te voorspellen is welke gevolgen jaarrondbebouwing en toename van verkeersbewegingen van bezoekers en leveranciers op de natuur hebben. Natuurverenigingen en ook de provincie zijn hier vooralsnog zeer kritisch op.
Verder zijn ruimtelijke kwaliteit, bevoorrading, bereikbaarheid en parkeergelegenheid belangrijke punten. Ook het zogenaamde “Didam -arrest” kan nog een grote rol spelen bij de te maken afwegingen, want hierdoor is de gemeente waarschijnlijk gehouden bij de uitgifte van een jaarrond exploitatie over te gaan tot het openbaar op de markt zetten hiervan. Het gaat hier namelijk om een ‘schaars recht.’ Dat is mogelijk niet in het belang van de huidige ondernemers. Verder zijn er eisen vanuit Hoogheemraadschap Delfland en Rijkswaterstaat waaraan de jaarrond bebouwing moet voldoen . Bijvoorbeeld dat jaarrondbebouwing onderling tenminste op 150 meter afstand van elkaar moet staan.
Tenslotte is het raadsvoorstel vastgesteld met het idee dat er een economische toegevoegde waarde moet zitten in de jaarrondexploitatie. Daarbij kijken w e als college ook nauwkeurig naar welke invulling de jaarrondexploitatie moet krijgen van ondernemers en voor bezoekers. Het college komt binnenkort met een verdere uitwerking van bovengenoemde punten en een voorstel hoe om te gaan met de jaarrond paviljo ens. Om dat voorstel in gang te zetten, borgt het college voldoende formatie. Ook is er een duidelijk aanspreekpunt naar ondernemers toe vanuit de gemeente.
Vraag 5
Indien de realisatie van jaarrond exploitatie vooralsnog geen optie is, kan het College de strandondernemer dan tegemoet komen door het officiële strandseizoen te starten op 1 februari in plaats van 1 maart? Zo ja, zou dit voor het volgende strandseizoen (2023) uitgevoerd kunnen worden?
Antwoord 5
Nee, dit is niet mogelijk vanwege regelgeving van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het strandseizoen van het Hoogheemraadschap van Delfland loopt van 1 maart tot 1 november. Zij verstrekken ook (mede namens Rijkswaterstaat) de waterwet-vergunning aan de strandpaviljoenhouders. Deze vergunning regelt (samen met een omgevingsvergunning) dat de strandbebouwing op het strand mag blijven staan en zij mede gebruik mogen maken van de zeewering.