Westland 29.07.2014 – De fractie LPF Westland heeft B&W vragen gesteld over het Verhuurbeleid van Vestia.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen als volgt:
Vraag 1. Hoe denkt de gemeente, gezien de huidige financiële situatie van deze wooncorporatie, met Vestia Westland prestatieafspraken te kunnen maken?
Antwoord In het kader van het Westlands Woonprogramma waar nu, in samenspraak met actoren, aan gewerkt wordt willen we onder andere afspraken met corporaties maken. Bijvoorbeeld over woonruimteverdeling en beheer en onderhoud van woningen. Niet alles behoeft direct een aanslag te betekenen op de financiële ruimte van een corporatie. Wat betreft dit laatste aspect is Vestia echter wel gebonden aan haar herstelplan. Er kan maatwerk geleverd worden door bilaterale afspraken te maken.
Vraag 2. Is het college een voorstander van een minimale minimum norm voor een aantal sociale huurwoningen per kern?
Antwoord Voor het garanderen van slaagkansen voor de doelgroep (lagere inkomensgroepen) is een bepaalde omvang van de woningvoorraad gewenst. Dit kan via een harde afspraak over een bepaalde omvang (aanbodkant), maar het kan ook een afspraak zijn over de woningtoewijzing (vraagkant). Wij zijn in overleg met de corporaties binnen de Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) om te bekijken op welke wijze deze discussie het best ingevuld kan worden.
Vraag 3. Is het college bekend met de problematiek omtrent het sterk dalende aanbod van sociale huurwoningen in genoemde kernen?
Antwoord Ook wij hebben geconstateerd dat de bestaande voorraad sociale huurwoningen in de “Vestia-kernen” aan het afnemen is. Oorzaken zijn het verkoopbeleid en huurharmonisatie (huurverhogingen). Door afname van de voorraad neemt ook het jaarlijks aanbod van sociale huurwoningen af.
Vraag 4. Kan het college aangeven wat de woningvoorraad sociale huurwoningen per kern bedraagt van stapelbouw en eengezinswoningen van 2011 t/m heden?
Antwoord Ja, zie bijgevoegd overzicht.
Vraag 5. Wat gaat het college doen om in de genoemde kernen het huren van een eengezinswoning in de sociale huursector weer mogelijk te maken?
Antwoord Allereerst willen wij met de corporaties, als uitvloeisel van het Westlands Woonprogramma, afspraken maken over de omvang van de kernvoorraad (sociale woningvoorraad). Daarnaast zullen wij in het Woonprogramma de behoefte naar sociale huurwoningen nader bepalen. Verder willen wij het overleg bevorderen tussen Vestia en andere corporaties inzake mogelijke overname van de sociale huurvoorraad.
Vraag 6. Wat gaat het college doen om de doorstroming te bevorderen en het scheef wonen tegen te gaan?
Antwoord Stringent Rijksbeleid kan ertoe bijdragen dat scheef wonen minder aantrekkelijk wordt. Een aanvullende mogelijkheid om de woningmarkt te stimuleren is een “aanpak scheef wonen”, waarin hoge middeninkomens (vanaf ca. € 43.000) doorstromen naar een koopwoning of particuliere huur.
Verder voert de gemeente ook de combinatie van erfpacht en “vrije kavels” in, dit maakt een koopwoning toegankelijk voor middeninkomens (die nu bijv. een huurwoning bewonen). Dit bevordert de doorstroming op de Westlandse woningmarkt.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek J. van der Tak