Maassluis 14.03.2015 – De PvdA heeft het College enkele vragen gesteld over het probleem van overbewoning in Maassluis.
Het college beantwoordt deze vragen als volgt;
‘Met deze vragen geeft u aan zich zorgen te maken over de overbewoning van panden in de gemeente Maassluis en vooral bij particuliere koopwoningen.
Uiteraard onderschrijven wij uw stelling dat het van belang is de huisvesting voor aIle bewoners goed te organiseren. Zoals bekend is er in de afgelopen jaren veel energie gestoken in deze materie. Overlast als gevolg van overbewoning is direct merkbaar voor de omwonenden in de wijk en dient dus zoveel mogelijk te worden voorkomen.
Het mag u bekend zijn dat er zowel op lokaal als op landelijk en Europees niveau de nodige aandacht is voor migratie. Waar migratie vanuit Polen vooral via Nederlandse uitzendbureaus loopt, is er bij Roemenen, Bulgaren en burgers uit andere nieuwe lidstaten meer sprake van netwerkmigratie: mensen komen vooral via vrienden en familie naar Nederland. Daarbij bestaat het risico dat zij naar Nederland komen zonder (direct) vooruitzicht op legaal werk en/of fatsoenlijke huisvesting. Hierdoor is de kans groter dat zij, al dan niet tijdelijk, gebruik (moeten) maken van informele overlevingsstrategieen. Dit kan leiden tot situaties waarin sprake is van overbewoning hetgeen direct merkbaar is voor de omwonenden in de wijk.
Hieronder bij de gestelde vragen onze antwoorden.
Vraag 1. Kunt u bevestigen dat in Maassluis de norm voor het canto’ bewoners in een huffs nog steeds maximaal 4 volwassenen zonder familieverhouding is? Zo nee, waarom niet?
Ja. Er is geen aanleiding geweest hier een andere norm voor te definieren.
Vraag 2. Wat heeft u overgenomen van de aanpak in gemeente Westland wat betreft een beter sluitende aanpak van MOE landers (o.a. inschrijving gemeentelijke basisadministratie) en wat zijn daarbij de resultaten geweest?
De gemeente Maassluis is aangesloten bij de pilot van de gemeente Westland en heeft de aanpak overgenomen.
Afwijkend is dat wij gebruik maken van onze eigen informatiekanalen, zoals het Pools Informatiepunt. De resultaten zijn te vinden in goede afspraken met uitzendbureaus over het uitwisselen van gegevens en een gecoordineerde inschrijfprocedure van arbeidsmigranten. Hierdoor ontstaat ook een beter beeld van de wijze van huisvesting.
Vraag 3. Hoeveel controles zijn er geweest in 2013 en 2014 op overbewoning? Hoeveel situaties van interventies zijn daarop genomen en welke maatregelen zijn daarbij getroffen?
Wij hebben in 2013 en 2014 geen meldingen ontvangen van overbewoning via het meldpunt openbare ruimte.
Wel ontvangen wij meldingen van individuele burgers, bedrijven (deurwaarders) en instellingen over twijfels over adresinschrijvingen. Diverse (landelijke) instanties zijn zelfs verplicht bij constatering van afwijking van de gegevens in de BRP melding te doen bij de betreffende gemeente. De Minister van BZK houdt toezicht op de naleving van deze zogenoemde terugmeldverplichting.
Alle meldingen resulteren in het uitvoeren van adresonderzoeken. Deze onderzoeken vinden eveneens vaak ter plekke plaats door speciaal aangewezen opsporingsambtenaren. De rapportages maken dan integraal deel uit van het adresonderzoeksdossier.
In 2013 zijn er in totaal 451 adresonderzoeken uitgevoerd. In 2014 zijn dit er 519 geweest. Hierbij is onder meer onderzocht of de inschrijving op een adres van een inwoner juist is.
Vraag 4. Herkent u het beeld dat er nu ook arbeidsmigranten individueel huren in te koop staande woningen? Welke mogelijkheden zet u in om deze inwoners aan te spreken op hun verantwoordelijkheden?
Ja, dit beeld is vanaf de start helder geweest en meegenomen in de aanpak. Zie ook het antwoord op vraag 3. Via de reguliere kanalen worden deze inwoners eveneens aangesproken.
Vraag 5. Hoe brengt u de bestaande regels onder de aandacht bij inwoners van de stad, zowel de nieuwe als de zittende?
Hier wordt gebruik gemaakt van de reguliere kanalen: website, baliedienstverlening, mondelinge contacten bij huisbezoeken, uitzendbureaus en het Pools Informatiepunt.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geInformeerd.’
Het College van burgemeester en wethu ders van Maassluis,
de secretaris de burgemeester,
mr A.J.T. Korthout, Drs. J.A. Karssen