Westland 20.03.2015 – De fractie GemeenteBelang Westland heeft B&W in februari vragen gesteld over feestweken/evenementen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen als volgt.
Vraag 1
Is het college het met het GBW eens dat het opknippen van feestweken in losse onderdelen ongewenst is?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat verstaat het college onder een (middel) groot risico? Is dat puur gebaseerd op bezoekersaantal of heeft het ook met de aard van het evenement te maken?
Antwoord 2
Een (middel) groot risico bij een evenement wordt bepaald door drie factoren:
1. het soort evenement (bijv. popconcert, braderie, sportevenement, kermis);
2. de samenstelling van het publiek (bijv. aantal bezoekers, leeftijdsopbouw bezoekers,gebruik alcohol);
3. de plaats en tijdstip van het evenement (locatie evenement, toegankelijkheid aan- en afvoerwegen, seizoen, duur evenement).
Vraag 3
Indien twee evenementen samenvallen en er onvoldoende politiebezetting is, waarom wordt er dan geen gebruik gemaakt van de Boa’s en/of de reservepolitie? Ook kan er wellicht een beroep gedaan worden op de Buurtpreventie. Er is toch geen sprake van een wekelijks voorkomend fenomeen?
Antwoord 3
Alleen de politie kan optreden bij ordeverstoringen en beschikt over het geweldsmonopolie.
Bij het bepalen van de inzet van politiecapaciteit op evenementen, wordt geen onderscheid gemaakt in de inzet van de ‘beroepsagent’ of de politievrijwilliger. Als er onvoldoende politiecapaciteit is, dan kunnen er ook geen politievrijwilligers worden ingezet.
Boa’s en buurtpreventie kunnen nooit de taak van de politie overnemen tijdens evenementen.
Vraag 4
Tijdens het evenementencongres is door de organisatoren uitgesproken dat dorpsfeesten moeten rekenen op vaste data. Waarom wordt hier van afgeweken voor de jaren 2016-2019?
Antwoord 4
Er wordt hier niet van afgeweken. Momenteel wordt een voorstel voorbereid om de samenloop van grote evenementen rondom de zomervakantie zoveel mogelijk te voorkomen. Hierbij zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de Westlandse wielerronden. Wij zijn hierover in gesprek met de organisaties en wielerronden.
Wij gaan ervan uit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |