Geen inconsistent beleid bij de VRH

Monster 26.03.2015 – De fractie GemeenteBelang Westland heeft vragen gesteld aan het College over een door de Veiligheids Regio Haaglanden uitgevoerd


brandveiligheidsonderzoek in zwembad “De Boetzelaer” te Monster.

Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij deze vragen als volgt:

Vraag 1 Is het college het met ons eens, dat een dergelijk groot gebrekenverschil te maken kan hebben met het verschil van inzicht tussen ambtenaren, terwijl de regelgeving nauwelijks is veranderd?

Antwoord 1 Neen.

Vraag 2 Is het college het met ons eens daar hier sprake is van een inconsistent beleid bij de Veiligheidsregio Haaglanden.

Antwoord 2 Neen. Het uitgangspunt is dat sinds 1 januari 2010 de taken van de brandweer in de gemeente Westland worden uitgevoerd door de VeiligheidsRegio Haaglanden (VRH). Ook het toezicht op de brandveiligheid wordt door hen uitgevoerd en wordt nu dankzij de regionalisering van de brandweer binnen de hele regio op dezelfde wijze uitgevoerd. Deze uniforme werkwijze heeft onder andere tot gevolg dat alle brandveiligheidsaspecten van de zwembaden op dezelfde wijze gecontroleerd worden.

Landelijk geldt dat er sinds 2000, toen zich ernstige incidenten hebben voorgedaan, een sterkere nadruk is gelegd op brandveiligheid. De vuurwerkramp te Enschede in mei 2000, de brand in Volendam op oudjaarsnacht 2000/2001 en de brand in het cellencomplex te Schiphol-Oost van oktober 2005 zijn incidenten die ertoe hebben geleid dat regelgeving en het toezicht daarop aangescherpt zijn.

Vraag 3 Is het college het met ons eens, dat bij dergelijke grote uitkomstverschillen in controles (binnen het tijdsbestek van een jaar) een hernieuwde controle dient plaats te vinden?

Antwoord 3 De controles die VRH uitvoert zijn gebaseerd op bestaande wet- en regelgeving, die binnen de regio op dezelfde wijze worden toegepast. De reguliere afspraken met de VRH zijn dat de eigenaar/ gebruiker door middel van een brief op de hoogte wordt gesteld van de geconstateerde gebreken. In deze brief wordt gemeld dat de gebreken binnen een bepaalde periode (in dit geval 6 weken) verholpen moeten zijn.

De gemeente krijgt deze brief in afschrift van de VRH. Na afloop van de herstelperiode wordt, in geval het risicovolle gebreken betreft, altijd een hercontrole uitgevoerd. Indien blijkt dat de gebreken niet zijn verholpen, wordt de gemeente daarvan in kennis gesteld. De gemeente kan dan een handhavingstraject starten, waarbij een dwangsom kan worden opgelegd.

Overigens is dat in deze zaak (nog) niet aan de orde en wordt het handhavingsinstrument pas ingezet als de reguliere manier (afstemmen, overleg zoeken) niet meer volstaat.

Wij gaan ervan uit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris, de burgemeester,

M. van Beek

J. van der Tak

Meer nieuws uit
Zoeken