Den Haag 02.04.2015 – De officier van justitie heeft woensdag 1 april 13 jaar gevangenisstraf geëist tegen een de 30-jarige Capellenaar Guij van IJ.
Hij wordt ervan verdacht op vrijdag 20 juni 2014 de Wateringse medebewoner Ilja Dijkhuizen, van een zorginstelling aan de Mangostraat in Den Haag, om het leven te hebben gebracht door verstikking. De verdachte ontkent het misdrijf gepleegd te hebben.
Een medewerker van de zorginstelling trof het slachtoffer die avond overleden aan in zijn kamer. Er waren sporen van geweld en brand. Uit onderzoek blijkt dat na het geweld waarbij het slachtoffer om het leven is gekomen, geprobeerd is om brand te stichten, waarschijnlijk om de sporen te wissen.
Het slachtoffer bleek die avond ruzie te hebben gehad met de 30-jarige verdachte. Deze had drank en drugs gekocht. Het slachtoffer kaartte dit aan. Later die avond vond er een bemiddelingsgesprek plaats waarna uit camerabeelden blijkt dat het slachtoffer goed uit elkaar probeerde te gaan met de verdachte door zijn hand te schudden en hem te omhelzen. Door de ruzie komt de man bij de politie al snel in beeld als verdachte. Hij werd uiteindelijk op 25 juni aangehouden.
De kamer van het slachtoffer, de slaapkamer waar de verdachte op 20 juni verbleef en de gang waaraan beide slaapkamers gelegen zijn, werden uitgebreid door de recherche onderzocht. Op de slaapkamer van de verdachte en slaapkamer en badkamer van het slachtoffer worden via onder andere luminol-onderzoek bloedsporen aangetroffen van het slachtoffer.
Ook wordt bloed van het slachtoffer in de kamer van verdachte aangetroffen. Daarnaast worden er in de badkamer van het slachtoffer schoenzoolsporen gestempeld met bloed ontdekt, die lijken op de zolen van de schoenen van de verdachte. Dat hij deze schoenen droeg, is zichtbaar op camerabeelden van die avond. Op deze schoenen wordt ook bloed aangetroffen waarvan het DNA matcht met dat van het slachtoffer. Camerabeelden wijzen ook naar verdachte omdat hij kort voor het misdrijf op de gang nabij de kamer van het slachtoffer is te zien en uit de camerabeelden blijkt dat hij zich heeft omgekleed. De kleding die hij eerst droeg, is nooit teruggevonden.
De officier van justitie benoemde ter zitting dat de verdachte het slachtoffer het meest kostbare ontnomen dat ieder mens bezit: het recht op leven. De verdachte heeft geen spijt betuigd. De nabestaanden is onmetelijk veel verdriet aangedaan doordat hun geliefde uit hun leven is weggenomen. Naar het oordeel van het OM is de enige passende straf bij een levensdelict als deze een lange, onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bovenal omdat de verdachte niet mee wil werken aan een persoonlijkheidsonderzoek en daardoor onduidelijk blijft of en welke behandeling verdachte nodig heeft om te voorkomen dat hij nog een keer een dergelijk misdrijf pleegt.