Maassluis 23.05.2015 – De fractie van het CDA Maassluis heeft vragen gesteld aan B&W over het onderzoek van de Onderzoeksraad
Voor de Veiligheid naar de misstanden van het bedrijf Odfjell. Het college heeft de vragen als volgt beantwoord.
Zij zullen in deze brief uw vragen, in de volgorde zoals ze door u zijn gesteld beantwoorden.
De beantwoording heeft voornamelijk betrekking op aanbevelingen 4 en 5 uit het rapport voor de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Dit zijn de aanbevelingen gericht aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de DCMR Milieudienst Rijnmond. Bij de beantwoording van vraag 5 zullen wij ingaan op de aanbevelingen van andere instanties.
1. Hoe staat het met de opvolging van alle aanbevelingen die voortvloeien uit het onderzoek van de Veiligheidsraad?
Vooruitlopend op het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft de DCMR een VTH Verbeterprogramma opgesteld. De aanbevelingen uit het rapport sluiten hierop aan en worden in het Verbeterprogramma opgepakt. De veranderingen die de DCMR heeft doorgevoerd zijn bestuurlijk vastgelegd en worden geïmplementeerd op basis van het door het Algemeen Bestuur van de DCMR vastgestelde Verbeterprogramma VTH 2014–2017. Het Algemeen Bestuur van de DCMR bewaakt ook de voortgang van de verbeteringen. De laatste keer was in december 2014, waarbij het bestuur zijn tevredenheid over de voortgang van de verbeteringen heeft uitgesproken.
2. Welke maatregelen zijn uit de aanbevelingen uit het rapport voortgevloeid?
Deze staan vermeld in de voortgangsrapportage. Een aantal punten uit het programma zijn bijvoorbeeld: vernieuwde aanpak (risicogestuurd) toezicht, meer fysieke inspecties, het maken van geconsolideerde vergunningenoverzichten en meer actieve openbaarmaking van toezichts- en handhavingsinformatie.
3. Welke maatregelen zijn in voorbereiding en op welke termijn worden deze doorgevoerd?
Alle maatregelen die in het Verbeterprogramma staan, zijn inmiddels in gang gezet. De voortgang daarop is weergegeven in de voortgangsrapportage.
4. Welke maatregelen zijn nog niet opgevolgd en nog niet in voorbereiding?
Alle maatregelen die in het Verbeterprogramma staan, zijn inmiddels in gang gezet. De voortgang daarop is weergegeven in de voortgangsrapportage.
5. Welke aanvullende maatregelen zijn door andere instanties uitgevoerd dan wel in voorbereiding?
– Aanbeveling 1 en 2 gericht aan Odfjell Terminals Rotterdam B.V. (OTR). De aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn het opstellen van duidelijke veiligheidsdoelstellingen en – taken voor de Rotterdamse terminal en vervolgens het structureel beoordelen van de prestaties van het management team ten aanzien van veiligheid.
Daarnaast dienen veiligheidsincidenten onmiddellijk te worden gemeld aan de Raad van Commissarissen. Deze aanbevelingen uit het onderzoeksrapport voor Odfjell zijn uitgevoerd. Tijdens uw bezoek aan de locatie is gemeld dat OTR sinds de veiligheidstop in juli 2012 is veranderd. De operationele integriteit is hersteld en een nieuw veiligheidsbeheerssysteem is ingevoerd. Daarnaast zijn organisatorische wijzigingen doorgevoerd om de veiligheidscultuur te verbeteren.
Interne en externe inspecties tonen aan het veiligheidsniveau en -bewustzijn aanzienlijk is verbeterd. De Vereniging van Onafhankelijke Tankopslagbedrijven (VOTOB) heeft het initiatief genomen tot een jaarlijkse veiligheidsbenchmark, de zogenaamde Safety Maturity Tool, onder de aangesloten leden. OTR scoort hierin bovengemiddeld.
Veiligheid heeft bij OTR de topprioriteit. OTR heeft de ambitie op dit gebied uit te groeien tot koploper in onze sector. Om dit doel te bereiken is een nieuw beleid ingezet en zijn de afgelopen jaren grote investeringen gedaan. Dit beleid wordt ondersteund door de Raad van Commissarissen.
De Raad van Commissarissen stelt jaarlijks ambitieuze doelstellingen op om de veiligheidsprestatie te verbeteren. De ontwikkeling van de veiligheidsprestaties worden voortdurend gemonitord door een onafhankelijke auditeur de heer L. Bollen. Hij rapporteert ieder kwartaal aan bevoegd gezag en de Raad van Commissarissen.
De Managing Director van OTR, de heer Theo Olijve, heeft direct na zijn aantreden een beleid geïntroduceerd waarbij alle incidenten direct worden gemeld bij bevoegd gezag en bij De Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen beoordeelt alle incidenten en benoemt een onderzoeksteam wanneer de ernst van het incident dit nodig maakt. Door Odfjell worden jaarlijks audits uitgevoerd om zeker te stellen dat voldaan wordt aan de interne standaards.
OTR heeft in 2014 een nieuw veiligheidsmanagementsysteem (VBS) geïmplementeerd. Dit systeem is ontwikkeld door Deltalinqs en wordt gezien als het best beschikbare VBS in onze sector. Eind 2014 is op basis hiervan de nieuwe ISO certificering verleend.
Naast deze specifieke aanbevelingen voor Odfjell is ook de aanbeveling gegeven aan de opdrachtgevers voor OTR om concrete invulling te geven aan ketensamenwerking en ketenverantwoordelijkheid. OTR heeft het initiatief genomen tot overleg met de opdrachtgevers om onder leiding van Deltalinqs invulling te geven aan deze aanbeveling. Hierbij zijn afspraken gemaakt over het inzetten van inspecties certificering instanties, onderlinge inspecties van bedrijven en het bekend maken van benchmarkresultaten.
Welke maatregelen met betrekking tot Odfjell zijn uit de aanbevelingen uit het rapport voortgevloeid?
De aanbevelingen zijn actief opgepakt. Odfjell heeft verbeteringen doorgevoerd die zich richten op de operationele integriteit van de terminal, de veiligheidscultuur, het primaire proces en het VBS (zie ook hierboven). Hierbij zijn grote investeringen gepleegd om de technische staat van de terminal te verbeteren en te laten voldoen aan de huidige vigerende wet- en regelgeving.
De belangrijkste veranderingen zijn:
– Integriteit van in gebruik zijnde tanks & infrastructuur in orde.
-Tanks gecertificeerd op basis van EEMUA richtlijn 159.
-Veiligheidsbeheerssysteem Deltalinqs is ingevoerd.
-Verbeteren van werkmethoden en –processen.
-Invoering Operational Excellence zorgt voor verbeteringsproces.
-Cultuurveranderingtraject ingezet.
-Heldere communicatie en leiderschapsinterventie.
-100% Transparantie over veiligheidsissues.
– Reorganisatie en aantrekken van nieuw talent.
– Nieuw management team en eerstelijns supervisie.
– Duidelijke eigenaarschaps- en verantwoordelijkheidsstructuur.
– Herstel vertrouwen met bevoegd gezag.
– Volledig voldoen aan nieuwe wet- en regelgeving.
– Nieuwe vergunningsaanvraag ingediend.
– ISO certificering in december 2014.
De resultaten van de zogenaamde Safety Maturity Tool (zie ook hierboven); de BRZO inspectie en audits van klanten, banken en verzekeraars laten zien dat stappen zijn gezet.
– Aanbeveling 3 gericht aan het Havenbedrijf Rotterdam.
Met betrekking tot deze aanbeveling verwijzen wij naar bijgevoegde brief van 13 februari 2014 van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. gericht aan de minister van Infrastructuur & Milieu.
– Aanbeveling 4 en 5 zijn gericht aan Gedeputeerde Staten en de DCMR.
Beantwoording hiervan is weergegeven in voorgaande vragen 1 tot en met 4. Bij de beantwoording van vraag 1 tot en met 4 hieronder nog een aanvulling met betrekking tot aanbeveling 5 gericht aan de VRR.Deze aanbeveling houdt in dat aan de VRR is verzocht om burgers periodiek en op een voor hen inzichtelijke wijze te informeren over toezicht- en handhavingactiviteiten en de resultaten van deze activiteiten bij BRZO-bedrijven.
De stand van zaken op dit moment:haven-industriële gebied – is de VRR al vóór de publicatie van het OVV-rapport gestart met het informeren van burgers over zgn. CIN-meldingen via rijnmondveilig.nl. Inmiddels is verdere uitvoering aan de OVV-aanbeveling gegeven doordat de VRR samenvattingen van inspectieverslagen en handhavingbeschikkingen naar aanleiding van BRZO-inspecties eveneens openbaar maakt. Dit gebeurt in samenwerking en afstemming met een aantal partners vanuit het BRZO+(waaronder de BRZO-omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en de Inspectie Leefomgeving en Transport). Ook voor de inspectieverslagen en handhavingbeschikkingen geldt dat deze op rijnmondveilig.nl worden gepubliceerd.
– Aanbeveling 6 is gericht aan de staatssecretaris van Infrastructuur en & Milieu
Omtrent deze aanbeveling hebben wij geen reactie ontvangen.
6. Welke maatregelen hebben hierbij betrekking op Maassluis?
De maatregelen die door de DCMR zijn doorgevoerd hebben direct of indirect betrekking op alle gemeenten in het DCMR-werkgebied, dus ook op Maassluis.
7. Met in achtneming van het bovenstaande, kunt u aangeven in hoeverre dit invloed heeft gehad op het veiligheidsniveau van Maassluis?
Wij gaan ervan uit dat de in gang gezette maatregelen een positieve bijdrage leveren aan het veiligheidsniveau in de regio.
8. Kunt u bevestigen dat er een aanvullend onderzoek zal plaatsvinden door de Onderzoeksraad Voor de Veiligheid? En zo ja, bent u betrokken bij het opstellen van de onderzoeksvragen dan wel bekend met de onderzoeksvragen?
Nee, dat kunnen wij niet bevestigen. De Onderzoeksraad zal zich in de loop van 2015 buigen over de vraag of een dergelijk vervolgonderzoek opportuun is.
Wij vertrouwen u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.