Westland 24.06.2015 – De fractie Westland Verstandig heeft B&W vragen gesteld over de garantstelling voor door HVC in te brengen eigen vermogen in Trias Westland B.V..
Door het organiseren van een RIA hebben B&W getracht om in een eerder stadium voldoende informatie te verschaffen. Daarnaast zijn fracties afzonderlijk geïnformeerd door de directeur van HVC. In de commissievergadering EFO van 10 juni jl. is het onderwerp Triasboring uitvoerig besproken en zijn vele vragen beantwoord. Evenwel zijn er na de commissievergadering nog de nodige vragen door Westland Verstandig gesteld, die naar opvatting van B&W ook in de commissievergadering gesteld hadden kunnen worden. Deze werkwijze doet geen recht aan het feitelijk functioneren van de commissies in de gemeente Westland. Zij geven de Raad in overweging deze werkwijze in het Presidium nader te bespreken.
Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013”, beantwoorden zij de vragen van uw fractie als volgt:
Beantwoording
Een nadere toelichting op het proces is wellicht goed om het voorliggende besluit beter te kunnen plaatsen. Het Trias project is volop in ontwikkeling op diverse vlakken. Dit betreft o.a. het maken van het detailontwerp, contracteren warmteafnemers, financiering, vergunningen, etc. Alles is erop gericht om de financial close in het vierde kwartaal 2015 te bereiken zodat begin 2016 de eerste boring gerealiseerd kan worden.
In het proces om partijen zoals banken en de afnemers te contracteren is het belangrijk dat het volstrekt helder is dat de initiatiefnemers (o.a. HVC / gemeente) gecommitteerd zijn. Het is van belang dat er nu een besluit, onder voorwaarden, wordt genomen over de garantstelling van de gemeente. Definitieve besluitvorming vindt pas plaats als aan alle voorwaarden, zoals opgenomen in het raadsvoorstel, is voldaan.
Vraag 1
Het voorstel houdt in een garantstelling van 9 miljoen euro terwijl voorts ook een bedrag getrokken wordt uit de Westland Agenda van € 500.000,-. Wordt daarboven nog een financiële bijdrage door de gemeente geleverd? Uit mijn aantekeningen van de RIA op 30 april 2015 leid ik af dat ook nog een bedrag van € 350.000,– is genoemd;
Antwoord 1
Het raadsvoorstel zoals behandeld in de raadscommissie van 10 juni jl. is inmiddels gewijzigd. De partijen Westland Infra, HVC en Flora Holland hebben te kennen gegeven dat scenario 4 (een Trias doublet én een Onder Krijtdoublet) niet meer aan de orde is. Daarmee komt derhalve scenario 4 te vervallen waarbij er een totaal (begroot) investeringsbedrag nodig is van € 59 mln. (garantstelling € 8 mln.). Er wordt nu ingezet op scenario 3 met een begroot investeringsbedrag van € 41 mln. en een maximaal gevraagde garantstelling van € 6,5 mln.
De garantstelling van € 6,5 mln. is nodig om de participatie van HVC (inbreng eigen vermogen) in Trias Westland B.V. mogelijk te maken. Naast HVC zullen Westland Infra en Flora Holland zorg dragen voor het benodigde eigen vermogen. De rest van het benodigde bedrag om alle investeringen in het project te kunnen doen wordt bancair gefinancierd.
Naast het eigen en vreemd vermogen om de investeringen te dekken is gezocht naar subsidies en garantstellingen om onderdelen van het project te financieren. Zo is er namens de Westland Agenda €500.000 ter beschikking gesteld voor de doorboring van de Onder Krijtzandsteenlaag naar het Trias. Verder heeft de gemeente een lobby gevoerd voor deze pilot bij Rabobank voor ondersteuning vanuit DIT fonds, het Rijk om te komen tot een Green Deal en het verkrijgen van DEI subsidie. Bij het Stadsgewest Haaglanden is een subsidie ad € 350.000 aangevraagd vanuit de NSL (luchtkwaliteit) gelden. In totaal is er op deze wijze € 6,9 mln. aan subsidies en garanties verkregen om de risico’s van de doorboring af te dekken. Het komt er op neer dat de gemeente naast de garantstelling het risico loopt gelden uit de Westland Agenda kwijt te raken.
Vraag 2
Uitgaande van deze forse financiële deelname deels in geld en deels middels een garantie vraagt onze fractie zich af of het voor de gemeente Westland allemaal niet teveel wordt: recent hebben we voor de Horticampus een geweldige financiële inspanning als gemeente moeten doen met best wel risico’s, doen we nu hetzelfde weer bij deze Trias-boring, en zijn we nog steeds van plan om twee nieuwe halve gemeentehuizen neer te zetten. De vraag is, gezien onder meer de nog steeds oplopende –meer dan begroot- schuldenlast van de gemeente, en de problematieken rondom de bij de gemeente in eigendom zijnde gronden, of de gemeente niet teveel hooi op haar vork neemt en de gemeente niet een keer moet gaan kiezen tussen zinvolle projecten (zoals de Trias-boring/Horticampus) en de zinloze projecten zoals de bouw van twee nieuwe gemeentehuizen. Zetten we alles door dan betekent dat een mogelijke forse verhoging van de schulden en het (nog) meer vooruitschuiven van de problemen. Mijn fractie denkt daarbij ook onder meer aan de recente uitgaven van ruim 3½ miljoen euro “Asbest in Wateringen” en het veel te optimistisch inschatten van de verhaalsmogelijkheden daarvan en overige recente niet begrote zaken die tot schuldverhoging leidt. Hoe denkt het College hierover?
Antwoord 2
De verschillende projecten waar naar wordt verwezen zijn niet zonder meer te vergelijken en de verplichtingen die de gemeente in het kader van deze initiatieven op zich neemt zijn dan ook anders. In het kader van het Trias project is de gemeente gevraagd om garant te staan. Het verstrekken van een garantie heeft geen direct effect op de schuldpositie. Bij tegenvallers kan uiteraard een beroep worden gedaan op de garantie en het risico bestaat dat dit de gemeente in die situatie geld kost.
Met dit soort risico’s houdt de gemeente rekening door het weerstandvermogen (post onvoorzien, soliditeits- en algemene reserve) voldoende op peil te houden. Het grootste deel van het weerstandsvermogen is overigens de soliditeitsreserve (geoormerkt deel reserve versterking financiële soliditeit). De risico’s van het Trias project zijn meegenomen in een nieuwe berekening van het weerstandsvermogen.
Binnen Trias Westland BV zullen vooraf en gedurende het project voldoende voorzieningen worden opgebouwd om tegenvallers op te vangen. De pilot waarbij de doorboring plaatsvindt van de onder Krijtzanden naar de Trias aardlaag is bovendien afgedekt met subsidies en garanties. Het college is van mening dat de risico’s van het Trias project voor de gemeente met deze beheersmaatregelen goed te dragen zijn.
Vraag 3
In het voorstel staat dat er al meer dan 60 glastuinbouwbedrijven zich bij het project hebben ‘aangesloten’; Tijdens de commissiebehandeling bleken er geen ‘harde afnamegaranties’ van die bedrijven te zijn. Gaarne meer uitleg over de huidige betrokkenheid van die 60 glastuinbouwbedrijven. In hoeverre zullen ook die glastuinbouwbedrijven participeren in (de risico’s van) het project? Stel dat de Trias-boring mislukt, hoeveel glastuinbouwbedrijven kunnen dan nog meedoen als wordt teruggegaan naar de Onder-krijtlaag? (foto ’s archief)
Antwoord 3
Het project wordt ontwikkeld in volledige transparantie en in samenwerking met de glastuinbouwbedrijven die zich middels een intentieovereenkomst hebben aangesloten bij het project. Als de Triasboring slaagt zullen tussen de 30 en de 50 glastuinbouwbedrijven aangesloten worden op het warmtenet. Het exacte aantal is afhankelijk van het vermogen dat de bron zal genereren. In het geval dat de Triasboring mislukt zal dit beperkt blijven tot 20 tot 30 bedrijven aangezien het Onderkrijt minder warmte produceert. In de loop van het derde kwartaal van 2015 zullen de bedrijven die de warmte af willen nemen een contract met een looptijd van ca. 15 jaar moeten afsluiten.
Voor wat betreft de vraag over participatie in de risico’s van het project kunnen wij meedelen dat de afnemers de mogelijkheid krijgen om direct, tegelijk met de initiatiefnemers, aandeelhouder te worden. Dit op basis van dezelfde condities als de initiatiefnemers. In dat geval lopen de alsdan participerende tuinbouwbedrijven ook dezelfde risico’s.
Er wordt daarnaast gewerkt aan een model waarbij de afnemers via de afname ‘sparen’ voor de overname van de aandelen tegen marktconforme condities.
Vraag 4
Is een business-case c.q. haalbaarheidsberekening uitgevoerd? Door wie en heeft validatie plaatsgevonden door een deskundig bureau? Is het bekend dat veel aardwarmteboringen geen doorgang vinden vanwege de conclusie dat de financiële resultaten onvoldoende zijn?
Antwoord 4
Er zijn diverse technische en financiële haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Daarbij zijn erkende, deskundige bureaus betrokken zoals AAB, Flynth, T&A, TNO, Rebbel. Ernst &Young (EY), DWA, P&O consultants. Op dit moment worden die studies uitgewerkt tot een business case en het business plan. Onderdeel van deze uitwerking zijn onafhankelijke technische en financiële second opinions. Niet alleen de partijen Westland Infra, HVC en Flora Holland willen op deze wijze werken, het is bekend dat verzekeraars en banken slechts bereid zijn in het project te stappen als alle technische en financiële onderdelen van het project door een onafhankelijke partij worden geaudit. Deze validaties (audits) worden gedaan op de definitieve stukken (lees businessplan, definitief ontwerp, etc.)
Het is bekend dat aardwarmteprojecten met glastuinbouwbedrijven als initiatiefnemers moeite hebben om de financiering rond te krijgen. In het algemeen ligt dit niet aan het feit dat er geen goede business-case is. Het probleem is doorgaans dat de initiatiefnemers niet beschikken over voldoende eigen vermogen.
Vraag 5
Opgemerkt wordt: “nu zijn er (nog) voldoende subsidies, vooral de SDE-regeling is gunstig”. Gaarne uitleg hiervan. Is het niet juist dat de Rijksoverheid nou net steeds meer subsidies uittrekt voor dit soort projecten?
Antwoord 5
Het klopt dat het de trend is dat er meer subsidies beschikbaar komen voor duurzame energie.
Dit project maakt naast het gebruik van reguliere subsidies ook gebruik van specifieke subsidies en om de doorboring naar het Trias mogelijk te maken. Deze subsidies hebben verschillende deadlines en zijn verkregen op basis van eenmalige afspraken / regelingen (o.a. de € 3,6 mln. uit de Green Deal en de €1,8 mln. uit de DEI regeling).
Vraag 6
Is het College bekend met het rapport van de Grontmij Nederland BV van 21 januari 2011 over het haalbaarheidsonderzoek Trias-boring in Oostland waarin aandacht besteed is aan vele vergelijkbare projecten in het buitenland, met name in Duitsland? Zijn meer gegevens uit buitenlandse projecten bekend en zo ja wat zijn deze resultaten? Is een dergelijk rapport ook voor deze Trias-boring opgemaakt? Is een inschatting gemaakt van de exploitatie-inkomsten, de kapitaalkosten en het bepalen van de terugverdientijd van 10 jaar? Zie hierna. De terugverdientijd wordt bepaald door het totaal geïnvesteerde vermogen en de jaarlijkse opbrengst van het project. De Grontmij rekent de terugverdientijd uit door de totale investeringen te delen door de jaarlijkse EBITDA en dat weer delen door de totale investeringssom van 16,3 miljoen. In dat geval kwam de eenvoudige terugverdientijd op 7.5 jaar te liggen. Is er ook naar de rentabiliteit van de Trias-boring een onderzoek gedaan?
Antwoord 6
Het college is niet bekend met het rapport van Grontmij. Het college zal de consortiumpartijen naar aanleiding van deze opmerking wijzen op het rapport van Grontmij. Wellicht dat het rapport nog waardevolle aanvullende informatie bevat die goed gebruikt kan worden.
Van belang is dat er bij de uitwerking van het project gebruik wordt gemaakt van de best beschikbare kennis. HVC, Westland Infra en Flora Holland hebben bij de uitwerking van het project gebruik gemaakt van de geologische kennis van T&A Survey en TNO. Dit zijn gerenommeerde bureaus. Daarnaast hebben de consortium partijen gegevens van de boringen bij o.a. VOF Geothermie De Lier gebruikt.
Gegevens van andere projecten uit Duitsland kunnen overigens niet 1:1 worden toegepast op Westland vanwege geologische verschillen.
Zoals eerder bij vraag 4 aangegeven zijn er door de consortiumpartijen diverse haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. HVC is bereid de resultaten van deze studies met de fracties te delen (onder geheimhouding). Het openbaar behandelen van de in dit stadium opgestelde haalbaarheidsonderzoek is niet gewenst aangezien hierin bedrijfsgevoelige informatie staat. De haalbaarheidsstudie wordt de komende maanden verder verfijnd tot een business case en een business plan.
Vraag 7
Zoals bekend zijn er voor projecten als deze, voor aardwarmteprojecten dus, bancaire ratio’s bekend ten aanzien van investeringen ten opzichte van opbrengsten in megawatts. Welke bancaire ratio’s worden in dit geval aangehouden en wijken deze af van de bancaire ratio’s zoals deze worden aangehouden in de tot nog toe bekende aardwarmteprojecten? Onze fractie heeft begrepen dat aangehouden wordt dat bij elke megawatt maximaal een investering gedaan mag worden van € 1.5 miljoen;
Antwoord 7
Het aantrekken van vreemd vermogen via bankleningen is maatwerk waarbij weliswaar benchmarks worden gebruikt maar een bank zal toch het meeste gewicht toekennen aan de eigen beoordeling van het business plan en specifieke projectrisico’s. Het haalbaarheidsonderzoek is nog niet afgerond en het is daarom nog niet te zeggen hoe de verschillende ratio’s zich zullen verhouden t.o.v. andere min of meer vergelijkbare projecten.
Vraag 8
Voorts is uit andere projecten in Nederland en het buitenland gebleken dat er loodneerslagrisico is, maar ook zeker een stralingsrisico van radioactief materiaal. Zijn deze risico’s in beeld gebracht daar het aannemelijk is dat hoe dieper geboord wordt die risico’s fors kunnen toenemen? Het mag natuurlijk niet zo zijn dat straks de gezondheid van de Westlandse burgers in gevaar komt door deze boring. Is daarnaar grondig gekeken? Is het mogelijk dat over deze risico’s rapporten die er wel zijn aan de Raad vooraf worden toegezonden? De reden hiervoor is dat in Duitsland de radioactiviteit een fors aandachtspunt is en vele artikelen geothermie verbonden zijn. Gaarne hier duidelijkheid over. Kan die duidelijkheid gegeven worden?
Antwoord 8
Het bevoegd gezag (ministerie EZ) en de toezichthouder (Staatstoezicht op de Mijnen) houden toezicht op de veiligheidsrisico’s. Het risico van straling is bekend bij de initiatiefnemers en bevoegd gezag. In de Mijnbouwwetgeving en de aansluitende regelgeving is procedureel geregeld aan welke eisen moet worden voldaan en welke (procedurele) waarborgen er zijn zodat de veiligheid van medewerkers en omwonenden (inwoners van Westland) niet word geschaad. Het spreekt voor zich dat beschikbare informatie dienaangaande wordt gedeeld.
Vraag 9
In het voorstel staat: “Westland heeft HVC gevraagd zorg te dragen voor het beheer van een voorgenomen participatie van 45% in Trias Westland BV”. Gaarne uitleg van deze zin: wat wordt bedoeld met ‘beheer’? HVC doet zelf toch niets, maar een dochtervennootschap. Juist? HVC (de dochtervennootschap) participeert in Trias Westland BV en niet de gemeente? HVC doet dat toch niet namens de gemeente Westland? Juist? Gaarne uitleg van de constructie zoals deze nu wordt voorgesteld: een dochterbedrijf van HVC leent een bedrag bij de bank, welke lening door de gemeente wordt gegarandeerd. Wat is dan 45% in het aandelenkapitaal? HVC brengt een kostenvergoeding in rekening. Aangenomen wordt dat die kosten in rekening gebracht worden bij de op te richten dochter van HVC. Juist? Ongetwijfeld is er nagedacht over de hoogte van de kosten. Hoeveel zullen die gaan bedragen? Betekent de constructie dat de winst van de HVC-dochter die bepaald wordt door het dividend van Trias Westland BV volledig aan de gemeente toekomt? Welke kosten zijn er voor het overige nog te verwachten in die HVC-dochter? Wellicht is het zinvol om deze opzet duidelijker te maken dan het nu in het voorstel verwoord is en de uitgebrachte adviezen te verstrekken?
Antwoord 9
Voor de uitvoering en exploitatie van het Trias project is capaciteit en specifieke kennis en ervaring nodig die de gemeente niet heeft. HVC heeft deze expertise wel en omdat de gemeente al aandeelhouder is en goede ervaringen heeft met HVC is deze partij gevraagd dit project op te zetten. Inmiddels is een consortium gevormd met Flora Holland en Westland Infra i.v.m. de complementaire kennis die deze partijen hebben en om het benodigde eigen vermogen bij elkaar te krijgen.
Het past in het algemeen niet bij de rol van de gemeente, en overheidspartijen in brede zin, om belangen te hebben in commerciële bedrijven. Als het een maatschappelijk belang dient en er sprake is van “markt falen” zijn er uitzonderingen mogelijk. In het geval van het Trias project is dat het geval. Hier is het doorslaggevende belang de ontwikkeling van het gebruik van duurzame energie en het feit dat zonder overheidsbemoeienis de markt dit niet zelf organiseert / kan organiseren.
Door een indirecte participatie in Trias Westland B.V. via HVC is het mogelijk voor de gemeente om het Trias project toch voor elkaar te krijgen en het beheer er van op gepaste afstand te houden. HVC zal in de beoogde opzet het management gaan uitvoeren van het 45% belang van de gemeente in Trias Westland BV. Uiteraard zijn hier kosten aan verbonden waarover nog nadere afspraken zullen worden gemaakt. Via de letteraandelen C heeft de gemeente de volledige zeggenschap over haar belang in Trias Westland BV alsmede de lusten (invulling van de duurzaamheidsambities / dividend) en de lasten (managementkosten / risico’s).
Vraag 10
Uitgaande van de constructie van de dochtervennootschap is niet helemaal te volgen wat bedoeld wordt met ‘C-aandelen in HVC’. Wij nemen aan dat dat de HVC-dochter is. Belangrijk is de constatering in het voorstel dat de garantie van de gemeente er niet alleen is voor het aantrekken van de financiering door de dochter van HVC maar ook zal gelden voor het afdekken van eventuele exploitatieverliezen, nu en in de toekomst. De garantie zal dan ook niet alleen gelden ten opzichte van financiers maar ook voor het afdekken van verliezen. Hoe kan voorkomen worden dat de gemeente niet aangesproken kan worden voor verdere verliezen van Trias Westland BV/HVC-dochter?
Antwoord 10
De aandelen C hebben inderdaad betrekking op de HVC dochter die de management activiteiten zal uitvoeren voor het beheer van het belang van de gemeente in Trias Westland BV. Op deze wijze kan het project door HVC worden uitgevoerd zonder dat de A- en B-aandeelhouders hierbij worden betrokken (overigens staat het hen vrij om ook te participeren en C-aandelen bij te kopen).
De garantie waarvoor het college toestemming vraagt van de raad is bedoeld voor de financiering van het eigen vermogen (EV) dat door HVC moet worden ingebracht voor de deelneming in Trias Westland BV. Met deze garantie wordt de HVC dochter in staat gesteld een lening aan te trekken bij een bank. Vervolgens wordt dit bedrag gestort in het EV van Trias Westland BV en in ruil krijgt de gemeente 45% van de aandelen. Met de stortingen door de andere beoogde aandeelhouders Flora Holland en Westland Infra in het EV kan dan de rest van de financiering (het vreemd vermogen: VV) via een ‘gewone’ banklening worden georganiseerd.
Vraag 11
Wat betekent de zinsnede in het voorstel: “Indien er een alternatieve structuur wordt ontwikkeld, zal onverkort voldaan worden aan de hiervoor genoemde uitgangspunten”. Wat zijn deze alternatieve structuren?
Antwoord 11
De op blz. 3 van het raadsvoorstel beschreven structuur is de voorkeursvariant die nog getoetst moet worden op o.a. de regels voor staatsteun. Er zijn op dit moment geen ideeën over andere varianten.
Vraag 12
In het voorstel wordt aangegeven dat de glastuinbouwondernemers mede participeren in het project. Wanneer en hoe zal dat gebeuren?
Antwoord 12
Zie beantwoording vraag 3
Vraag 13
Wat gebeurt er als er tijdens de exploitatie stagnatie optreedt zoals thans bij Green Well en Trias Westland BV een aanmerkelijke investering moet doen om het water weer te laten vloeien? Hoe wordt dat geregeld?
Beantwoording 13
In de financiële structurering van het project (afspraken met de banken) wordt een substantiële buffer meegenomen om tegenvallers tijdens de realisatie, maar ook tijdens de exploitatie, op te kunnen vangen zonder een beroep te hoeven doen op de aandeelhouders.
Vraag 14
Het management wordt opgedragen aan HVC. Waarom niet rechtstreeks aan de gemeente?
Antwoord 14
Zie beantwoording vraag 9
Vraag 15
Opgemerkt wordt dat “Westland en HVC …. nog in overleg zijn over de definitieve vormgeving van de participatie in Trias Westland BV”. Mandaat wordt aan het College gegeven om die besluiten te nemen die nodig zijn om de garantstelling te verwezenlijken en dat is nodig om slagvaardig te kunnen handelen. Ook worden een aantal voorwaarden gesteld die vaag zijn. Kunnen die voorwaarden, zoals geformuleerd op pag. 4, niet concreter worden aangegeven? Met name bijv. het rendement van het project dient in verhouding te staan tot het risico dat de gemeente loopt. En wie garandeert het minimale rendement van 10%? De vraag is of dit niet afhankelijk is van de aardgasprijs. Ook hebben de kwekers geen CO2 meer zodat de kwekers apart moeten gaan inkopen. Juist? Deze inkoop kost circa € 0,06. Die zal in mindering moeten komen op de prijs van het water. Juist? Maakt het nog uit groenten- en bloemenkwekers en kwekers met WKK en belichting? Wordt hier vooruitgelopen op het businessplan? Waarom is dat businessplan niet verstrekt? Dat businessplan is en moet ook opgemaakt worden voordat verder gehandeld wordt?
Antwoord 15
Het gevraagde mandaat is er op gericht om het college in staat te stellen om voor de gemeente zo gunstig mogelijke afspraken te maken en het risico zoveel mogelijk te beperken zonder dat de voortgang van het project hierdoor vertraging oploopt.
De raad zal door het college volledig worden geïnformeerd over de definitieve besluitvorming en de definitieve documenten die daaraan ten grondslag hebben gelegen. De voorwaarden zijn kwalitatief geformuleerd omdat het op dit moment, de plannen zijn nog in ontwikkeling, niet mogelijk is deze verder te kwantificeren.
Het rendement kan uiteraard niet worden gegarandeerd maar op basis van de beoordeling van de variabelen in het haalbaarheidsonderzoek, een zgn. sensitiviteit analyse, kan wel iets worden gezegd over de kans dat het geprognotiseerde rendement wordt gehaald.
De fluctuaties van de gasprijs is inderdaad één van de mogelijke variabelen. Dit is echter geen groot risico omdat de exploitatiesubsidie (SDE+) meebeweegt met de ontwikkeling van de gasprijs. In combinatie met de afspraken in de leveringscontracten met de afnemers zorgt dat ervoor dat de risico’s van fluctuerende gasprijzen beheersbaar zijn.
Elk glastuinbouwbedrijf heeft zijn eigen energievraagstuk, waarbij een aansluiting op geothermie een onderdeel van de totaaloplossing is. De bedrijven zullen naast de geothermieaansluiting ook hun gasketel en/of WKK houden. Dit is onder andere noodzakelijk door de behoefte aan elektra voor belichting en de behoefte aan CO2. Op basis van het aanbod kiezen de afnemers zelf welk aandeel van de energiebehoefte door geothermie ingevuld gaat worden en dus wat de (financieel) optimale mix is van geothermie, WKK, gas en externe CO2.
Zoals gezegd is het business plan nog niet klaar maar er bestaat wel een haalbaarheidsonderzoek, dat in ontwikkeling is. De inhoud van dit haalbaarheidsonderzoek kan vertrouwelijk worden gedeeld met de raad en dit aanbod is u ook reeds gedaan via de directeur van HVC.
Vraag 16
Hoe kan gemeente Westland voldoende invloed uitoefenen op de besluitvorming via de C-aandelen? Waarom is gemeente Westland niet gewoon aandeelhouder van Trias Westland BV? Gemeente Westland is nu toch geen aandeelhouder en hoe kan een afbouw van het aandeelhouderschap plaatsvinden?
Antwoord 16
Zie voor het eerste gedeelte van deze vraag de antwoorden bij 9 en 10.
De afbouw van het aandeelhouderschap kan plaatsvinden door verkoop van de aandelen aan bijvoorbeeld de twee andere aandeelhouders, deelnemende tuinders of andere geïnteresseerde marktpartijen.
Vraag 17
Scenario 1: het bedrag van de Westland Agenda van € 500.000,- komt terug als de boring succesvol is. Wat is het gevolg als dit moet worden terugbetaald door Trias Westland? Waarom is bij scenario 1 geen garantie van de gemeente nodig? Hoort niet eerst scenario 1 uitgevoerd te worden en pas daarna de garantstelling aan de gemeente gevraagd? Na een succesvolle uitvoering van scenario 1 kan een businessplan gemaakt worden. Hoe kunnen dan de gevolgen van een en ander beter beschreven worden? Wat is de temperatuur van het water? Hoe is de kwaliteit van het water, etc.? Allemaal technische gegevens die blijkbaar nu niet bekend zijn maar na uitvoering scenario 1 wel. Waarom wordt niet gekozen voor de variant om eerst scenario 1 en het verzoek om garantie te doen? Bij scenario 1 is de garantstelling van de gemeente niet nodig, enkel het bedrag van € 500.000,- uit de Westland Agenda.
Wie draagt bij scenario 1 het risico voor de meerkosten?
Wie betaalt het verschil tussen 12,5 en 6,9 miljoen euro bij scenario 1?
Bij scenario 2 wordt teruggevallen op de Onder-krijtboring. Bij scenario 2 zal een apart businessplan gemaakt moeten worden. Juist? Is dat er? Immers, bij de Onder-krijtboring zullen minder afnemers gebruik kunnen maken van de aardwarmte. Niet valt in te zien dat bij scenario 2 de garantstelling van de gemeente ook echt daadwerkelijk nodig is voor de inbreng eigen vermogen HVC? Kan dat verder onderbouwd worden en waar is het bedrag van 3 miljoen euro op gebaseerd?
Bij scenario 3 als de Trias zandsteenlaag toch voldoende vermogen levert, dient bij de kosten van 41 miljoen euro rekening gehouden te worden met de maximale garantstelling van 5,5 miljoen euro? Waarop is dat bedrag gebaseerd en kan daar een rekensom van gemaakt worden? Wie betaalt bij scenario 3 de 41 miljoen euro en welke subsidies worden daarvoor verleend.
Hetzelfde geldt voor scenario 4. Wie betaalt het bedrag van 59 miljoen euro en waar is het maximale bedrag voor de garantie van de gemeente op gebaseerd van 8 miljoen euro?
Hoe realistisch is scenario 4 als de Trias-boring succesvol is? Hoe aannemelijk is het dat dan een tweede boring naar onderkrijt doublet gerealiseerd wordt? Waarom gebeurt dat eigenlijk want de Trias-boring zou toch voldoende rendement moeten opleveren?
Bij scenario 4 het staatje op pag. 5: klopt het bedrag van € 5.625.000 miljoen van HVC wel? Dit dient toch te zijn € 2.565.000 miljoen? Gaarne uitleg van de bedragen die voor de ‘project investering’ zijn opgevoerd, het aandeel eigen vermogen en de maximale garantstelling.
Antwoord 17
Zoals in het raadsvoorstel is aangegeven zal er eerst een boring plaatsvinden naar ca. 2700 meter waarna een well test wordt gedaan. Dit gebeurt om de geschiktheid van de Onder Krijtzandsteenlaag voor de winning van warmte ter plekke te beoordelen. Aansluitend wordt er doorgeboord naar ca. 4000 meter (de proefboring). Op die diepte aangekomen zal er wederom een well test worden uitgevoerd. Daaruit zal blijken of de Trias zandsteenlaag geschikt is voor de winning van aardwarmte.
Er zijn vanaf dat moment 2 mogelijkheden:
a) De Trias zandsteenlaag is geschikt (er wordt een tweede boring naar het Trias uitgevoerd om een Trias doublet te realiseren en te exploiteren)
b) De Trias zandsteenlaag is niet geschikt en er wordt teruggevallen op een Onder Krijtdoublet, (tenzij uit de eerste Well Test is gebleken dat ook die laag niet geschikt is).
In situatie onder a. beschreven wordt nadat gebleken is dat de exploitatie van de Trias boring is gestart een bedrag van € 500.000 teruggestort zijnde de gelden van de Westland Agenda. Deze betaling van € 500.000 wordt door Trias Westland BV meegenomen in de financiering van het totale project.
Scenario 1 zal sowieso worden uitgevoerd. Bij start van het project moet de financiering van het totale project zijn georganiseerd. De risico’s van de eerste boring zijn met verzekeringen en garantstellingen afgedekt. De investering moet wel gefinancierd zijn.
Met het verlenen van de garantstelling kan niet gewacht worden tot na afronding van scenario 1. Banken zullen alleen dan krediet verschaffen als voldaan wordt aan de 5 uitgangspunten om te komen tot een financial close zoals beschreven in het raadsvoorstel. Het eigen vermogen moet voor het moment van financial close zeker zijn gesteld en zijn ingebracht. Dit geldt derhalve ook voor de garantstelling van Westland.
Het risico van de meerkosten van de boring van Onder Krijt naar Trias wordt gedekt vanuit:
Westland Agenda € 500.000
NSL subsidie € 350.000 (voorbereidingskosten)
DIT fonds Rabobank € 650.000
DEI € 1.800.000
Garantstelling Green Deal € 3.600.000
Totaal € 6.900.000
Het verschil tussen de € 6,9 mln. en de € 12,5 mln. is (gedeeltelijk) gedekt door de RNES verzekering. Het deel dat niet is verzekerd bij een misboring (eigen risico van 15%) zal door de partijen HVC, Westland Infra en Flora Holland moeten worden betaald naar rato van hun aandeel.
In geval van scenario 2 (Onder Krijt doublet) zal eveneens een garantstelling nodig zijn. . Dit scenario is integraal onderdeel van het business plan en is gereed voor financial close.
Indien wordt teruggevallen op een Onder Krijtproject dan zal Trias Westland BV een geothermiedoublet gaan exploiteren waarmee de nodige investeringen gemoeid zijn (begroot op € 22.000.000) Het aandeel in te brengen eigen vermogen door de partijen HVC, Westland Infra en Flora Holland is begroot € 6.600.000 en het aandeel HVC bedraagt daarvan € 2.970.000 (45%) waarvoor Westland garant dient te staan. Het deel van de investeringen dat niet middels eigen vermogen wordt ingebracht (i.c. € 15.400.000) wordt via een bancaire lening verstrekt.
In scenario 3 zijn de investeringsbedragen begroot op € 41.000.000. Het aandeel in te brengen eigen vermogen door de partijen HVC, Westland Infra en Flora Holland is begroot op € 12.300.000 waarvan HVC € 5.535.000 eigen vermogen moet inbrengen waarvoor Westland garant dient te staan. Het deel van de investeringen dat niet middels eigen vermogen wordt ingebracht (i.c. € 28.700.000) wordt via een bancaire lening verstrekt.
Wat betreft de subsidies: De steun uit de DEI (€1.800.000) is een investeringssubsidie en is onderdeel van zowel scenario 2 als scenario 3. Er wordt via de SDE voorzien in een exploitatiesubsidie.
Scenario 4 is niet langer aan de orde.
Vraag 18
Op pag. 6 wordt aangegeven dat de kosten conservatief begroot zijn. Wat wordt daarmee bedoeld? Uitgaande van de kosten van andere boringen zijn deze bepaaldelijk niet aan de te hoge kant? Zijn er kostprijscalculaties en kunnen die verstrekt worden?
Antwoord 18
Hiermee wordt bedoeld dat er in deze fase gerekend is met een begroting met een relatief grote onzekerheidsmarge. Op basis van de uitwerking van het detailontwerp en de aanbestedingen zal deze onzekerheidsmarge worden verkleind. In het businessplan zal worden uitgegaan van detailbegrotingen met een aanzienlijk lagere onzekerheidsmarge. Daarnaast zal een ruime post onvoorzien worden meegenomen om tegenvallers op te kunnen vangen.
Bij beantwoording van eerdere vragen is te kennen gegeven dat er kostprijscalculaties zijn die onder geheimhouding kunnen worden gedeeld.
Vraag 19
Het gaat om de garantie van het aandeel eigen vermogen. De verhoging van 8 naar 9 miljoen euro houdt dat verband met de risico’s tijdens de exploitatie?
Antwoord 19
Doordat scenario 4 is komen te vervallen bedraagt het maximaal gevraagde garantiebedrag € 6,5 mln. Dit bedrag is nodig om het gehele project te kunnen financieren (vooral de investeringen). Zie voor beantwoording tevens beantwoording vraag 20 hieronder.
Vraag 20
Op pag. 6 worden allerlei voorbehouden gemaakt wat er allemaal kan veranderen door onverwachte wijzigingen in kosten en kwaliteitseisen en ook de banken kunnen meer vermogensinbrengen eisen. Het College vraagt nu om onder alle omstandigheden, ook in dergelijke omstandigheden, tijdig te kunnen besluiten. Gaat dit niet te ver en kan op die wijze de Raad toch wel voldoende controleren? Het kan toch niet zijn om 1 miljoen euro extra garantie te vragen, voor het geval dat?
Antwoord 20
Het haalbaarheidsonderzoek is nog niet afgerond, ook moeten er nog allerlei keuzes over de projectuitvoering worden gemaakt en als gevolg daarvan kunnen ook een aantal andere zaken die van invloed zijn op de hoogte van de garantie nog niet worden vastgesteld. De veiligheidsmarge die wordt gevraagd is nodig omdat het project niet kan wachten op de besluitvorming over een evt. verhoging van het gegarandeerde bedrag mocht dat noodzakelijk (en passend) zijn. De hoogte van de garantie is vastgesteld met de beste inzichten van dit moment. Als het college het aan de raad gevraagde mandaat krijgt zal zij, mits er aan de genoemde randvoorwaarden is voldaan, op basis van de definitieve informatie een passende garantie verstrekken die dus ook lager kan zijn.
Voor het proces is het belangrijk dat het mandaat ruim genoeg is zodat de consortiumpartijen adequaat en snel kunnen handelen. Dit is nodig om dead-lines (o.a. garanties en subsidies) te halen.
Vraag 21
Gaarne uitleg van de tweede alinea op pag. 7 over de risico’s van de gemeente tijdens de constructiefase. In alle scenario’s zal het toch anders uitpakken. Is dat juist? De risico’s tijdens de exploitatiefase kunnen toch niet zijn het wegvallen van verminderde afname van warmte daar dit ‘keihard’ geregeld wordt met de afnemers en hetzelfde geldt natuurlijk voor het risico van andere energiebronnen. Als er 60 afnemers afnemen dan zullen ze dat toch gedurende een langere periode gaan doen?
Antwoord 21
De risico’s tijdens de constructiefase zijn beperkt omdat optredende risico’s te weten;
– calamiteiten tijdens de boring;
– het risico op te weinig vermogen;
kunnen worden verzekerd via respectievelijk de private (schade)verzekeringen en de RNES garantieregeling. Dit geldt eigenlijk voor alle scenario’s waarbij zoals eerder uitgelegd het risico van de boring naar 4 km is afgedekt via Westland Agenda, DIT fonds, Green Deal, NSL – en DEI subsidie.
Voor wat betreft de exploitatiefase zijn de grootste risico’s het stilvallen van de bron en het wegvallen van de afzet. Ook deze risico’s achten wij beheersbaar aangezien er buffers worden gevormd in het geval de bron stilvalt. Tot nu toe zijn nagenoeg alle geologische problemen bij geothermieprojecten oplosbaar gebleken. Voor wat betreft de afname is niet uit te sluiten dat ondanks getekende contracten afnemers niet in staat zijn om aan hun afnameplicht te voldoen. Denk bijvoorbeeld aan een faillissement.
Dit risico heeft slechts een tijdelijk aard omdat er meer dan voldoende warmtebehoefte is in het gebied en bij de bestaande afnemers om de ‘vrij gevallen warmte’ te verkopen. Afnemer risico is pas een probleem als dit wordt veroorzaakt door het verdwijnen van een substantieel deel van het glastuinbouwareaal uit het Westland.
Vraag 22
Niet alleen in geval van faillissement van Trias Westland BV zal de garantie kunnen worden aangesproken? De garantie wordt toch afgegeven ter afdekking van financiering en de exploitatie?
Antwoord 22
De garantie wordt afgeven om een lening aan te trekken voor storting in het EV van Trias Westland BV. Hiermee wordt de gemeente indirect (nl. via HVC) aandeelhouder in de onderneming. Het eerste risico is voor rekening van de gezamenlijke aandeelhouders: Flora Holland, Westland Infra en HVC/ gemeente. Als de onderneming in de exploitatie fase in de financiële problemen komt worden de aandeelhouders als eerste aangesproken om bv. extra kapitaal bij te storten. Met nieuw EV kan evt. ook meer VV worden aangetrokken in de vorm van bankleningen. Pas als de aandeelhouders besluiten om de onderneming failliet te laten gaan (omdat ze niet bereid zijn EV bij te storten) en er bij de liquidatie onvoldoende opbrengsten zijn om de uitstaande lening volledig af te lossen wordt de garantie aangesproken.
Vraag 23
Gaarne uiteenzetten hoe de maximale schade tussen de 6 en 9 miljoen euro zal zijn? Bij problemen door stilvallen, kan het toch zijn dat er extra bedragen moeten worden ingebracht om de oorzaken weg te nemen? Dat komt toch bovenop de garantie? Juist of niet juist?
Antwoord 23
Zie voor de beantwoording van vraag 21 en daarnaast scenario 4 (garantstelling €9 mln.) hetgeen niet meer aan de orde is.
Vraag 24
Aangegeven wordt dat stagnatie tijdens de exploitatie nagenoeg nihil is. De huidige problemen bij Green Well tonen aan dat dat niet geval is. Juist? Weliswaar is daar sprake van een tijdelijk uitval maar op dit moment is nog niet zeker wanneer herstel plaatsvindt en hoeveel het herstel gaat kosten;
Antwoord 24
De partijen zijn zich bewust dat er stagnatie kan optreden van de warmtelevering tijdens de exploitatiefase en dat dit een risico is. Partijen gaan er van uit dat dergelijke problemen oplosbaar zijn. Partijen zijn zich eveneens bewust dat het oplossen van dergelijke problemen kostbaar is. Het is om deze reden dat er in het business plan zal worden uitgegaan dat er voldoende buffercapaciteit is om dergelijke problemen te kunnen oplossen als die zich voordoen.
Vraag 25
Welke buffers worden gevormd voor calamiteiten?
Antwoord 25
Dit is onderdeel van de uitwerkingen met de banken. Hierbij worden de ervaringen bij de bestaande projecten (calamiteiten) meegenomen. Gedacht wordt aan een voorziening van €3 mln. tot € 5 mln.
Vraag 26
De conclusie dat de inschatting dat het risico dat Westland wordt aangesproken op de garantieverplichting is zeer beperkt is, lijkt toch een slag in de lucht gezien de risico’s die eerder in het voorstel zijn opgenomen? Gaarne nadere uitleg van de terugverdientijd van 10 jaar. Hoe is deze opgebouwd? Hoe is deze berekend?
Antwoord 26
De looptijd van het haalbaarheidsonderzoek is 15 jaar. De consortiumpartijen gaan er op basis van hun prognoses van uit dat er een dusdanig rendement wordt gemaakt de terugverdientijd van de investeringen circa 10 jaar bedraagt.
Vraag 27
Wanneer vervalt de garantie die door de gemeente is afgegeven?
Antwoord 27
De risico’s die samenhangen met de garantie kunnen op meerdere manieren worden afgebouwd. Wanneer Trias Westland BV warmte gaat leveren dan leidt dit tot een jaarlijks rendement van minimaal 10% (voorwaarde voor participatie van de gemeente). Via het aandelen belang heeft de gemeente recht op 45% van het rendement van de onderneming. De voorkeurs variant van de gemeente is dan om met het uitgekeerde dividend de uitstaande lening waarop de garantie is afgegeven af te lossen. Dit werkt in het kort als volgt: als Trias Westland BV winst maakt kunnen buffers worden aangelegd voor het opvangen van tegenvallers, indien er ruimte is voor het uitkeren van dividend kunnen de aandeelhouders hiertoe besluiten. De gemeente kan dit dividend bestemmen voor de aflossing van de lening die door haar is gegarandeerd en gebruikt voor storting in het EV (deze lening is namelijk niet verstrekt aan Trias Westland maar aan de dochter van HVC).
De theoretische terugverdientijd van 10 jaar betekent in dit kader dan ook dat de betreffende lening na 10 jaar, als alles volgens plan verloopt, in zijn geheel kan zijn afgelost. Of dat lukt hangt onder andere af van de convenanten met de banken over de aan te houden buffers, de aflossingen op het VV (een gedeelte van de banklening moet mogelijk met voorrang worden afgelost) en daarmee het moment waarop dividenden kunnen worden uitgekeerd. Na aflossing houdt de gemeente dus via een indirecte participatie via HVC 45% van de aandelen, zonder dat daar tegenover nog een schuld staat. Bij de verkoop van haar aandelenbelang is de volledige winst dus voor de gemeente als beloning voor het gelopen risico.
Een andere manier om van de garantie af te komen is een (gefaseerde) verkoop van de aandelen en de opbrengst te gebruiken voor aflossing van de lening. Een mengvorm kan uiteraard ook.
Hierbij moet worden opgemerkt dat de marktwaarde van de aandelen natuurlijk hoger zal zijn wanneer Trias Westland BV goed draait en de warmte opbrengst maximaal kan worden benut via langdurige afname contracten. Een snelle afbouw van het aandelenbelang ligt daarom niet voor de hand.
Vraag 28
De wethouder heeft tijdens de commissievergadering uiteengezet dat ook al zouden er grote verliezen geleden worden in Trias Westland BV dat voor het dividend van Westland Infra niets uitmaken. Gaarne uitleg hiervan. Eventueel cijfervoorbeelden geven aan de hand van de financiële situatie bij Westland Infra.
Antwoord 28
De wethouder heeft tijdens de commissievergadering niet gezegd hetgeen wordt gesuggereerd.
Met Westland Infra (WI) is voor de komende jaren een dividend beleid afgesproken waarbij rekening wordt gehouden met de solvabiliteit van de onderneming. De solvabiliteit van WI voldoet ruim aan de eisen om deze dividenden jaarlijks zoals overeengekomen te kunnen uitkeren, uiteraard onder de voorwaarde dat het business plan (de geprognotiseerde resultaten) worden gehaald. Door veranderende marktomstandigheden, noodzakelijke investeringen of risico’s die zich voordoen kan de situatie zich voordoen (in dit kader met bijvoorbeeld Trias Westland BV) dat door de dividend uitkeringen de solvabiliteit niet meer op het afgesproken niveau blijft. Binnen de Raad van Commissarissen van WI zal dan een advies worden opgesteld hoe hiermee kan worden omgegaan en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal hierover vervolgens moeten besluiten. Dit kan betekenen dat in een dergelijke situatie het dividend naar beneden toe moet worden bijgesteld.
Vraag 29
Ligt er geen gevaar op de loer nu de besluiten van de Raad van Commissarissen bij Westland Infra genomen moeten worden met een absolute meerderheid? De andere gemeente in Midden-Delfland zal toch haar belangen bij Westland Infra willen veiligstellen. Juist? Kan het College daarop ingaan en ook aangeven dat Midden-Delfland akkoord gaat met de betrokkenheid van Westland Infra bij Trias Westland BV? Heeft Midden-Delfland aan die deelname geen voorwaarden gesteld?
Antwoord 29
De gemeente Midden-Delfland kan zoals hierboven bij het antwoord op vraag 29 beschreven als aandeelhouder invloed uitoefenen op het beleid van Westland Infra. Het is aan Westland Infra om de gemeente Midden-Delfland te informeren over haar voornemen om te participeren in Trias Westland BV.
Vraag 30
Geen staatssteun is er als HVC een garantstellingsprovisie aan de gemeente gaat betalen. Echter, HVC zal die garantstellingsprovisie ook weer ten laste leggen van exploitatie van Trias Westland BV, zodat de gemeente grotendeels daar zelf ook weer aan meebetaalt. Is dat meegenomen in het advies?
Antwoord 30
De gemeente beslist uiteindelijk over haar deelname op basis van een volledig uitgewerkt business plan. Alle financieringskosten worden hierin meegenomen. Een deel van de financieringskosten zal bestaan uit een opslag op de rente om staatsteun te voorkomen. In de bepaling van het uiteindelijke rendement wordt hiermee dan ook rekening gehouden (en wordt er voor zorggedragen dat dubbeltellingen worden voorkomen).
Vraag 31
Op pag. 8 wordt onder het hoofdstukje ‘Financiën’ aangegeven dat de financiële omvang van het Triasproject 60 miljoen euro maximaal is. Waarom wordt hier niet ook nader ingegaan op de scenario’s 1 t/m 4 zoals die eerder zijn aangegeven?
Antwoord 31
Zie eerdere beantwoording van vraag 17.
Vraag 32
Nu geen hypotheekstelling mogelijk is, is het wel de vraag welke zekerheden de gemeente van HVC dan wel Trias Westland BV krijgt voor de garantstelling. Kan al vooruit gelopen worden op de nadelige invloed op de weerstandsvermogen bij het doorgaan van de garantstelling
Antwoord 32
In ruil voor de garantie krijgt de gemeente zeggenschap (lusten en de lasten) over Trias Westland BV via 45% van de aandelen. Voor verdere uitwerking van dit antwoord zie de eerdere antwoorden op de vragen 10 en 28 en de betreffende nota op blz. 9.
Vraag 33
Het risico wordt ingeschat op 10%. Waarop is dat gebaseerd? Gaarne berekening en onderbouwing daarvan geven!
Antwoord 33
De gemeente heeft een standaard procedure om risico’s in te schatten en project specifieke risico’s te vertalen naar een financieel effect op het weerstandvermogen. Deze procedure is ook voor Trias Westland toegepast. De kans dat er aanspraak wordt gemaakt op de garantstelling achten wij gezien alle waarborgen kleiner dan 10%.
Vraag 34
Kunnen de adviezen, zoals deze op pag. 9 zijn aangegeven, verstrekt worden?
Antwoord 34
Deze adviezen zijn onderdeel van het businessplan.
Vraag 35
Waarom is er haast geboden nu de eerste boring van scenario 1 gewoon toch kan plaatsvinden omdat de financiën daarvoor al voorhanden zijn? De eerste proefboring kan toch plaatsvinden zonder dat de garantie door de gemeente gegeven wordt? Waarom nu dan al beslissen op die garantie?
Antwoord 35
De (eerste) proefboring kan niet plaatsvinden zonder garantstelling (zie ook vraag 38).
Voor de uitvoering van scenario 1 moet er voldoende eigen vermogen zijn om de boring te kunnen uitvoeren. De financiën daarvoor (o.a. inbreng eigen vermogen) zijn pas voorhanden op het moment dat er een financial close is. Daarvoor is noodzakelijk dat de consortiumpartijen hebben aangetoond te beschikken over voldoende eigen vermogen.
Haast is geboden omdat er nog veel zaken moeten worden afgewikkeld voor het bereiken van de financial close. Alle beslissingen dienaangaande hangen nauw met elkaar samen. Zodra de gemeente het besluit neemt om garant te staan zullen ook de overige partijen kunnen overgaan tot besluitvorming (o.a. HVC m.b.t. de letteraandelen). Kortom het besluit van de raad is randvoorwaarde voor het kunnen inzetten van de vele vervolgstappen. Hoe langer er wordt gewacht des te langer het project uitloopt met de kans dat er dead-lines worden overschreden.
Vraag 36
Naar aanleiding van de proefboring kan een business case worden opgemaakt en kunnen leningen geregeld worden. Dan pas is toch de garantie van de gemeente nodig?
Lijkt het niet beter om de proefboring onderdeel te laten zijn van de business-case en dat pas na afronding van dat onderzoek de business-case wordt opgemaakt? Is het in dit geval niet zo dat we met geld van de burgers werken en als het fout gaat dat zich serieuze problemen voordoen. Lijkt het daarom niet goed om eerst de proefboring te laten doen en daarna pas met een grotere mate van zekerheid de garanties te geven?
Antwoord 36
Zoals uitgelegd bij vraag 35 is dat geen optie.
Vraag 37
Moet deze garantie ook niet gezien worden in het licht van de oplopende gemeenteschuld en moeten we daardoor niet kritisch zijn op het doen van investeringen omdat de gemeente de miljoenen niet zo maar op de plank heeft liggen maar als het fout gaat de gelden echt ook zelf moet gaan lenen?
Antwoord 37
Het College beoordeelt alle aanvragen voor garanties uiteraard allemaal zeer kritisch. Hiervoor is ook standaard beleid geformuleerd (Beleidsregels garanties gemeente Westland 2013). Zie voor meer specifieke informatie de eerdere antwoorden op de vragen 2 en 10.
Vraag 38
Is de mogelijkheid van splitsing -scenario 1 eerst en dan pas go-nog go van het project onderzocht en zo ja, waarom is daarvoor niet gekozen?
Antwoord 38
De beantwoording van deze vraag is vergelijkbaar met de beantwoording van eerdere vragen. Feitelijk zal er na de proefboring naar 4 km een go – no go moment plaatsvinden. Het gaat dan om de keuze om óf een Trias doublet te realiseren óf een Onder Krijt doublet. Eén van beide zal uiteindelijk gebeuren. Welke scenario ook zal worden uitgevoerd de consortiumpartijen zullen na de proefboring “gelijk” verder moeten. Ook is het, om de proefboring mogelijk te maken en kosten ervan laag te houden, noodzakelijk dat er een project wordt opgestart dat leidt tot een rendabel te exploiteren Onder Krijt doublet.
Dit houdt in dat de financiële afwikkeling rond dient te zijn op het moment van de financial close. Kortom er is nagedacht over de scenario’s en –mede- om bovengenoemde redenen is gekozen voor het voorstel zoals voorgelegd aan de raad.
Vraag 39
De urgentie, zoals deze in het voorstel wordt geformuleerd, doet zich toch niet voor, althans valt zonder nadere toelichting niet in te zien. Is dat juist?
Antwoord 39
Het Trias project is volop in ontwikkeling op diverse vlakken. Dit betreft o.a. het maken van het detailontwerp, contracteren warmteafnemers, financiering, vergunningen, etc. Alles is gericht op het bereiken van financial close in het vierde kwartaal, zodat begin 2016 de eerste boring gerealiseerd kan worden. In het proces om partijen zoals banken en de afnemers te contracteren is het belangrijk dat het volstrekt helder is dat de initiatiefnemers (o.a. HVC / gemeente) gecommitteerd zijn. Waarom zou een bank zich committeren als de initiatiefnemer dit zelf nog niet heeft gedaan. Het is daarom van belang dat er nu, door de raad, een besluit, onder voorwaarden, wordt genomen over de garantstelling. Definitieve besluitvorming, door het college, vindt pas plaats als aan alle voorwaarden, zoals opgenomen in het raadsvoorstel, is voldaan
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek |
J. van der Tak |
Ambtelijke inzet
Naar aanleiding van de raadsmotie d.d. 18 maart 2015 wordt aangegeven hoeveel inzet is gepleegd om deze vragen te beantwoorden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele inzet. Onder de vaste inzet wordt verstaan het (besluitvormings)proces dat altijd nodig is om de beantwoording te verzorgen. Dit betreft circa 2 uur, wat resulteert in vaste loonkosten van circa € 176,00. Daarnaast is circa 24 uur ambtelijke inzet gepleegd voor de inhoudelijke beantwoording, wat resulteert in € 2.112 (aantal uren x € 88,00). In totaal betreft het dus € 2.288 aan loonkosten. Voor de beantwoording zijn geen kosten gemaakt voor externe advisering.