Westlanden 01.09.2015 – Op 15 oktober a.s. verschijnt met het boek ‘Joods Leven In Het Westland’ een bijzondere uitgave van het Genootschap Oud-Westland.
Dit boek, een initiatief van de Westlandse historicus Harry Groenewegen, beschrijft de geschiedenis van de Joodse gemeenschap die in vroeger tijden deel uitmaakte van de Westlandse samenleving. Op www.oudwestland.nl is nu al een voorpublicatie van het boek te lezen.
Twee locaties in het Westland – specifiek in Naaldwijk – herinneren aan de ooit florerende, maar niet al te grote Joodse gemeenschap in deze regio. Het betreft de Joodse begraafplaats aan de Opstalweg en de voormalige synagoge aan het Heilige Geest-hofje in het centrum van Naaldwijk. In 1807 werd de kapel op het Heilige Geest-hofje door deze gemeenschap aangekocht om te gaan dienen als ontmoetingspunt en synagoge voor de Joodse gemeenschap. Eerder al werd – ergens tussen Naaldwijk en ’s-Gravenzande, waar het grootste deel van de Joden woonde, een stuk grond aangekocht om te dienen als Joodse begraafplaats.
Waar tegenwoordig veel kerkgenootschappen worstelen met de instandhouding van eigendommen speelde dit onderwerp voor de Westland-Joodse gemeenschap al in het begin van de twintigste eeuw, zoals dat overal in het land het geval was. Niet alleen de vergrijzing, maar ook het vertrek van Joodse gezinnen naar de grote steden als gevolg van verslechterende economische omstandigheden maakte dat de gemeenschap niet meer in staat was zorg te dragen voor het onderhoud van de synagoge en de begraafplaats. Het was zelfs zo dat men voor de ‘Hooge Feestdagen’ personen uit andere gemeenten moest uitnodigen om aan het vereiste aantal van tien personen te komen voor het houden van deze diensten. Een en ander had tot gevolg dat de synagoge – die vanwege de slechte staat niet heel veel geld had gekost, maar na aankoop wel kon worden opgeknapt, uiteindelijk toch weer in vervallen staat raakte.
Na ampel beraad besloot de Joodse gemeenschap dat synagoge en begraafplaats moesten worden overgedragen aan de gemeente Naaldwijk. Onder voorwaarden, dat wel. De synagoge mocht nooit voor minder eervolle doeleinden worden gebruikt, waaronder werd verstaan als bioscoop, theater, café en dergelijke. En voor het bedrag van 50 gulden per jaar verplichtte de gemeente Naaldwijk zich tot het onderhouden van de begraafplaats en behield de Joodse gemeenschap het recht hier overledenen ter aarde te bestellen.