Westlanden 21.05.2016 – Die werken vooral in rivieren en beken, als het water naar beneden stoomt. Ons gebied ligt vaak lager dan de zee.
Dus moet het water omhoog gepompt worden. Naar de zee of de Nieuwe Waterweg. Dat betekent dat vissen ook wel eens omhoog moeten zwemmen. Dat is al lastig. Vooral als je dan ook nog eens door de pomp van een gemaal heen moet zwemmen. Daarom heeft het hoogheemraadschap een manier bedacht om vissen te helpen: de Vislift.
Warm ondiep water
In de lente willen vissen naar kleinere slootjes toe. Dat willen ze omdat het water hier minder diep is. En dus sneller opwarmt door de zon. De kleinere sloten liggen in de polder. De vis moet omlaag zwemmen om daar te komen. Een beetje van dat warmere water lokt de vissen een buis in. De buis wordt afgesloten en het water stroomt samen met de vissen langzaam de polder in.
In het najaar gaat het precies andersom. Dan willen vissen naar de grotere sloten. En moeten ze omhoog zwemmen. De vissen worden weer naar de buis van de Vislift gelokt. Als er vissen in de buis zwemmen, wordt de buis gesloten. Die vult zich dan met water. Steeds hoger. De vissen worden zo omhoog ‘gelift’.