Politieverhalen: jacht op gewapende woningovervallers

Westlanden 13.08.2016 – Tijdens de briefing aan het begin van mijn dienst, hoor ik dat er net in Rotterdam een woningoverval is gepleegd. Vier personen, verkleed


als politieagent, drongen een woning binnen en bedreigden de aanwezige bewoners met een vuurwapen. Een van de bewoners kreeg het vuurwapen tegen zijn hoofd gezet en de daders eisten geld. De verdachten reden kort hierop hard weg in een zwart autootje. Een oplettende collega die op weg was naar een cursus zag mannen rennen en zag een dergelijk autootje hard wegrijden rijden. Zij kon een deel van het kenteken doorgegeven en dit is in ANPR gezet.

Ik draai vandaag een noodhulpdienst in Schiedam en heb een stagiair mee. Hij zit achter in de bus en is erg nieuwsgierig naar het politiewerk. De ochtend is rustig qua meldingen. We laten een auto wegtakelen die voor de uitrit van een bedrijf geparkeerd staat. Niet het meest spannende politiewerk.

Na enige tijd hoor ik over de portofoon dat het voertuig, dat wegreed bij de overval, door een ANPR-camera gezien is op de rijksweg A4, rijdend in de richting van Schiedam. We springen in de auto en spoeden ons, met zwaailichten aan, richting de rijksweg.

Daar parkeer ik de bus op de vluchtstrook en zet de oranje zwaailichten aan, zodat we goed zichtbaar zijn. Het is druk op de rijksweg. Mijn ogen schieten langs alle auto’s die voorbijkomen. Al snel zie ik in mijn ooghoek een zwart autootje aankomen. Het kenteken klopt, de wagen van de overval! Ik voel een shot adrenaline door mijn lijf heen gaan. Ik wil die overvallers vangen! We rijden de snelweg weer op en volgen het voertuig. Ondertussen praat ik de meldkamer bij.

De vluchtauto rijdt de A13 op en inmiddels volgen we de auto al met drie politieauto’s. Ik heb nog geen tijd gehad om mijn kogelwerende vest aan te trekken. Collega’s in een van de andere auto’s wel en ik laat hen mij inhalen. Ter hoogte van het vliegveld geven ze de bestuurder een stopteken. De man reageert echter niet en rijdt gewoon verder. Hij zit alleen in de auto. Voorzichtig gaan collega’s naast hem rijden en er is oogcontact. Misschien heeft hij het niet door, denk ik nog. De man kijkt naar mijn collega’s, rookt rustig een sigaretje en rijdt verder. Met meerdere dienstauto’s omsingelen we de auto, op elke rijstrook rijdt nu een politievoertuig.

Ik ga tussen alle politiewagens en de andere auto’s op de snelweg rijden en zet de lichtkrant aan de achterzijde van onze bus aan. Geen ‘STOP POLITIE’, maar ‘HOUD AFSTAND’. Ik probeer een veilige afstand te creëren tussen ons en de overige weggebruikers om hun veiligheid te garanderen. Nog meer collega’s sluiten aan in de achtervolging. Achter ons wordt de snelweg afgezet, zodat er geen andere auto’s dichterbij komen. Ik zie dat er achter ons inmiddels een meter of 300 vrije ruimte is. Voorzichtig proberen we het voertuig tot stoppen te dwingen. Dit lukt niet, de bestuurder doet zijn best om te ontsnappen en haalt rare capriolen uit. Ik zie op een gegeven moment dat hij een flinke dot gas geeft, de rook komt uit de uitlaat.

We willen een wilde achtervolging voorkomen. Een collega besluit met de politiebus de achterkant van het voertuig aan te tikken. De bestuurder kan hierdoor zijn voertuig niet meer goed in bedwang houden. Hij belandt tegen de vangrail. Ook wij remmen direct af en terwijl ik nog in de bus zit, trek ik mijn vuurwapen. Ik geef de stagiair opdracht om in de bus te blijven zitten. Als ik uitstap, zie ik dat er toch een auto door de afzetting is heen gereden. Ik geef de bestuurder een stopteken, terwijl ik in mijn andere hand mijn vuurwapen vast heb. Die man heeft wat te vertellen aan de eettafel ’s avonds, denk ik nog. Hij zet zijn auto stil.

Ik richt mijn vuurwapen op de verdachte. Hij luistert niet naar de collega’s die hem opdragen uit de auto te komen en op zijn buik te gaan liggen. Er wordt een waarschuwingsschot gelost. Dan reageert hij wel. Ik roep luid dat ik zal schieten als hij de bevelen niet opvolgt. De kans is groot dat hij een vuurwapen bij zich heeft. Het is hij of ik.

Hij luistert gelukkig. Wanneer hij op zijn buik midden op de snelweg ligt, neemt hij nog snel een trekje van zijn sigaret. Ik besef me dat dit een doorgewinterde crimineel moet zijn. Kennelijk vindt hij het allemaal niet zo spannend. Hij wordt vervolgens zonder slag of stoot geboeid.

In het voertuig treffen we een vuurwapen en politiekleding aan. We hebben dus waarschijnlijk inderdaad een van de vier overvallers te pakken. M’n maat en ik nemen de arrestant mee naar het politiebureau. Mijn collega zit ernaast, de stagiair mag even voorin zitten voor zijn eigen veiligheid. Ik denk dat hij op deze dag een spannend beeld heeft gekregen van het politiewerk!

Wanneer ik wegrijd met de man, zie ik dat achter ons een file is ontstaan. Ik hoop maar dat de mensen begrip hebben, als zij morgen in de krant lezen waarvoor ze even moesten wachten.

We sluiten de arrestant in, hij blijkt een bekende overvaller te zijn. Ik ben blij dat we hem veilig aan konden houden, het geeft een enorm voldaan gevoel. Ik hoop dat dit de slachtoffers ook helpt bij de verwerking van deze traumatische gebeurtenis.

De rechter veroordeelt deze verdachte uiteindelijk tot 6 jaar cel. Een van de andere overvallers, die na verder onderzoek ook is opgepakt, krijgt 5,5 jaar en een derde maat van hem wordt, wegens gebrek aan bewijs, vrijgelaten. En het onderzoek gaat door.

Bron Blog; Barry van Rij Blog Politie.nl

Meer nieuws uit
Zoeken