Westland 26.09.2016 – De fractie GemeenteBelang Westland heeft in juli collegevragen gesteld over de gang van zaken rondom gezinshereniging bij statushouders.
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2016”, beantwoorden zij deze vragen.
Vraag 1
Hoe gaat het proces van verhuring? Huurt het COA de woning en plaatst er vervolgens een statushouders in, en wat is de rol van de gemeente?
Antwoord 1
Het COA koppelt een vergunninghouder aan de gemeente. Op basis van deze koppeling heeft de gemeente 12 weken de tijd om zorg te dragen voor woonruimte. Na de koppeling treedt de gemeente in overleg met de woningcorporaties om een passende woonruimte aan te aanbieden. Het COA zit hier niet meer tussen. De corporatie sluit direct met de vergunninghouder een huurovereenkomst af.
Vraag 2
Wie administreert de plaatsingen? Als het COA dat doet behoort dat dan gecommuniceerd te worden met de gemeente en/of woningcorporatie?
Antwoord 2
Het COA administreert slechts de koppelingen aan de verplichte taakstelling. De gemeente houdt bij welke vergunninghouders op welk adres worden gehuisvest. Dit laatste gaat in nauw overleg met de corporaties.
Vraag 3
Wat weet de gemeente en/of de corporatie over “nareizende familieleden”? Is dat de bevoegdheid van het COA? Of gaat dit in samenspraak met de gemeente?
Antwoord 3
Van het COA krijgen wij bij de koppeling door of er mogelijk sprake zal zijn van nareizende familieleden. Nareizende familieleden hebben ook een machtiging van voorlopig verblijf (MVV) nodig. Soms kan dit snel verstrekt worden door de IND, soms ook niet. Indien bij een koppeling duidelijkheid bestaat dat nareizende familieleden op zeer korte termijn zo’n machtiging kunnen krijgen, dan zullen wij bij het zoeken van woonruimte hiermee rekening houden. Indien onduidelijkheid bestaat over de termijn van gezinshereniging dan houden wij geen rekening met nareizende familieleden.
Vraag 4
Hoe kan het zijn dat de samenstelling van bewoning verandert terwijl de corporatie daar niet van op de hoogte is?
Antwoord 4
In sommige gevallen, zoals bij geboorte of huwelijk heeft de hoofdhuurder het recht om personen in de woning te nemen. Hiervoor is geen toestemming van de eigenaar/verhuurder nodig. In het kader van gezinshereniging van de vergunninghouder krijgt de gemeente van het COA het verzoek om te beoordelen of een woning passend is. Deze beoordeling vindt plaats in overleg met de corporatie. Indien de woning niet passend wordt geacht dan wordt in overleg met de corporatie gezocht naar een passende woning. Overigens vinden wij een 3 kamerwoning passend voor vier personen. In onderhavige situatie was er echter sprake van een gezin bestaande uit 5 personen en heeft de corporatie vrij snel een meer passende woonruimte aangeboden.
Vraag 5
Kan het COA dit eigenhandig doen en bepaalt het COA dan ook of de woning geschikt is?
Antwoord 5
Het zijn de gemeente en de corporatie die hierover gaan.
Vraag 6
Is het college het met GBW eens dat een dergelijke situatie onwenselijk is rekening houdend met de andere bewoners van het complex.
Antwoord 6
Wij vinden dat in het kader van de leefbaarheid zoveel mogelijk passend moet worden toegewezen.
Vraag 7
Is het college bereid hierover opheldering te vragen aan het COA zodat dit in de toekomst anders wordt geregeld?
Antwoord 7
Er is hierover met het COA gesproken en geconstateerd is dat er sprake is geweest van een communicatiestoring. De situatie is opgelost. Overigens menen wij dat de bestaande afspraken goed werken en dat die niet verder aangescherpt behoeven te worden.
Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris, de burgemeester,
|
M. van Beek |
J. van der Tak |