De Lier 12.02.2017 – In maart 2016 heeft de fractie van LPF-Westland vragen gesteld over de aanleg van de boothelling in De Lier, maar ook over
de ontwikkelingen c.q. verplaatsing van de haven en de activiteiten van de Watersportvereniging Westland betreffende de aanleg van de Oostelijke randweg.
Wat betreft de boothelling nabij de Bleijenburgbrug was de wethouder in maart 2016 nog overtuigd van de mogelijkheden op de betreffende plaats, maar in november werd even tussendoor gemeld dat het niet door zou gaan zonder verdere opgaven van de reden. Onze fractie heeft direct al grote vraagtekens gezet bij de voorgenomen plek. Nu gaat het bericht rond dat er wordt gesproken over de mogelijkheid c.q. stukje beleid voor aanmeren voor rondvaartboten inclusief voorzieningen.
Tijdens de bespreking van de voorgenomen aanleg van de Oostelijke randweg is er door diversen partijen aangegeven dat er naar een juiste oplossing gezocht moet worden voor de jachthaven i.c.m. de Watersportvereniging Westland. De WSVW heeft zelf al een plan uitgewerkt hoe zij een eventuele invulling van de verplaatsing van een deel van de haven zien. Op zich al een belangrijk punt dat zij meedenken en voor uit kijken naar de toekomst. De laatste berichten vanuit de WSVW geven weer dat gesprekken met de gemeente over verplaatsing of herontwikkeling (nog) niet lopen zoals werd gehoopt.
Dit brengt de fractie van LPF-Westland tot de volgende vragen
1. Kan de wethouder aangeven wat de reden is dat de boothelling nabij de Bleijenburgbrug geen doorgang kan vinden?
2. Waar is nu het plan een dergelijk boothelling te realiseren om zo uitvoering te geven aan de nota vaarrecreatie?
3. Kan de wethouder aangeven of er gewerkt wordt aan de mogelijkheid voor aanmeren van rondvaartboten op de locatie Bleijenburgbrug, zo ja wat gaat dit inhouden en komen hier nog regels – afspraken voor?
4. Is de wethouder het met onze fractie eens dat gezien de toekomstige ontwikkelingen rondom de haven en de WSVW een boothelling bij de haven de meest logische optie is? Dit ook gezien het gezamenlijk belang en de kosten. Het geld kan maar een keer worden uitgeven en een combinatie op deze plaats is meer dan logisch.
5. Kan de wethouder de laatste stand van zaken weergeven wat betreft de gesprekken met de WSVW over de ontwikkeling van de jachthaven?
6. Is het uitgangspunt van de gemeente Westland bij de onderhandeling nog steeds om de havenactiviteiten op de huidige locatie of mogelijk deels verplaatsing naar de andere zijde van de brug bij de laan van Adrichem voort te zetten?
7. Kan de wethouder aangeven hoe hij de plannen van de WSVW betreffende de verplaatsing beoordeelt? Wij verzoeken u deze vragen te beantwoorden binnen de gestelde termijn.
Namens de fractie van LPF-Westland.
Peter Voskamp