Verbeteren zorg voor kinderen met beperking of autisme

Vlaardingen 22.04.2017 – De inzet van een gespecialiseerde oppas, het verbeteren van het proces van diagnose en een betere informatievoorziening.


Dit waren aandachtspunten die naar voren kwamen uit gesprekken die de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam voerden met gezinnen die kinderen hebben met een beperking of autisme.

De gesprekken zijn onderdeel van een aanpak van de gemeenten om samen met ouders én betrokken maatschappelijke partners aan de slag te gaan met het verbeteren van de zorg voor deze kinderen. De resultaten van de gesprekken zijn vorige week gedeeld met de 15 gezinnen die hebben deelgenomen aan het onderzoek. Speelparadijs de Beestenboel in Vlaardingen was speciaal voor deze gelegenheid aangepast voor kinderen met autisme, zodat zij met minimale prikkels ongestoord konden spelen.

Wethouder Arnout Hoekstra in gesprek met Marieke  over het verbeteren van de zorg voor kinderen met autisme. Fotografie: Ron van Rossum

Aan de slag

De verhalen van de ouders geven de gemeenten een kijkje in hun leefwereld. De gezinnen zijn heel divers en de behoeften verschillen per levensfase en kind, maar er zijn ook overeenkomsten wanneer de gezinnen te maken krijgen met zorg en ondersteuning. Uit de gesprekken komt naar voren dat de gezinnen positief zijn over de wijkteams en hun inzet. Verder komen er aandachtspunten naar boven zoals het verbeteren van de informatievoorziening en de doelmatigheid van de zorg.

Ouders geven oplossingen zoals de inzet van een gespecialiseerde oppas of het eenvoudiger ruilen van hulpmiddelen. Als vervolgstap gaan de gemeenten met betrokken maatschappelijke partners én ouders verder innoveren op de zorg. Ze gaan aan de slag met het verbeteren van het proces van het stellen van de diagnoses, het vereenvoudigen van de (her)indicaties en de toegang tot informatie.

Ouders denken mee

Marieke is één van de ouders die heeft meegedaan aan de gesprekken. Haar zoon heeft een vorm van autisme. “Ik vind het goed dat de gemeente ons betrekt. Hierbij moet ik wel zeggen, dat de situatie per gezin heel verschillend kan zijn. Aan mijn zoon zie je aan de buitenkant niet zoveel van zijn beperking. Dit zorgt vaak voor onbegrip. Ik deel een belangrijke bevinding uit het onderzoek: de diagnosestelling zou anders moeten worden opgepakt. Het is van belang om de aandacht te vestigen op het jonge kind. In hen zit de groei voor later.

Zelf maak ik me zorgen over de toekomst. Kan hij omgaan met de verwachtingen die de maatschappij steeds meer eisen aan hem gaat stellen. Raakt hij niet tussen wal en schip? Misschien is hij wel te goed voor de dagbesteding, maar niet goed genoeg om te kunnen mee draaien in de ‘reguliere’ banen. En, wat dan? Het leukste aan dit initiatief van de gemeenten vond ik nog dat het ‘cadeautje’ voor de kinderen zelf was. Die hebben echt van de speelmiddag genoten!”

Meer nieuws uit
Zoeken