Politieverhalen; Dodelijk verwarde vechtmachine

Westlanden 27.07.2017 – ‘De man zakt op handen en voeten en maakt katachtige bewegingen. Ondertussen gromt hij luid. “Berg dat klappertjespistool maar op,


in een gevecht met mij heb je daar helemaal niets aan,’’ zei hij.’ Brigadier Tim vertelt hoe hij tegenover een ernstig verwarde man komt te staan die dodelijk bedreven is in de vechtsport Krav Maga.

’4109, 4109, misschien kunt u even afzakken naar Poortugaal. Daar ligt mogelijk een verwarde man op de rijbaan. Het is een kale man, vrij klein, 1 meter 50, breed postuur en helemaal in het zwart gekleed, over.’ Het is 5 juni, tweede Pinksterdag, zes uur ’s avonds. Mijn collega Marc en ik rijden er ontspannen en laconiek heen. Het lijkt een simpele melding. Aangekomen zien we een grote gespierde man staan van bijna twee meter lang. Ik kijk verbaasd naar Marc. Is dit wel de juiste persoon? Maar de man staat daar zo verdwaasd en gedesoriënteerd. Het moet hem wel zijn.’

‘We knopen een gesprek aan. De man komt wat warrig over en noemt de naam van een psychiatrische inrichting. Marc gaat wat verderop staan om te bellen met de betreffende inrichting. Ik ben met de man alleen. Hij gaat in een yoga-houding zitten, zijn benen onder zich gevouwen, en legt zijn hoofd op het asfalt. Het is een houding die alleen zwaar geoefende vechtsporters kunnen aannemen. Ik doe een paar stappen achteruit, met een gevoel van naderend onheil. Marc komt terug en fluistert in mijn oor: “Hij is zojuist uit de gesloten inrichting weggelopen. Hij ging als een beest tekeer en ze hebben hem laten ontsnappen.” Hij loopt weer weg en probeert meer informatie over de man te verkrijgen. Ik start mijn bodycam. De man gaat weer staan en loopt opgefokt naar me toe. Hij wijst naar mijn vuurwapen. “Berg dat klappertjespistool maar op, in een gevecht met mij heb je daar helemaal niets aan,” zegt hij.

De man zakt op handen en voeten en maakt katachtige bewegingen. Ondertussen gromt hij luid, met zijn tanden bloot. “Ik laat het zien. Moet ik hier echt in een panter veranderen, ik kan het.” Ik sta half achter de achterbumper van de politieauto. “Doe eens rustig jongen.” Ik roep indringend: Marc, Marc!” Ik vraag de meldkamer om assistentie, pak uit de auto een lange wapenstok en steek die bij me. Als het tot een gevecht komt heb ik niets aan mijn korte wapenstok, ik heb ook het gevoel dat pepperspray niet gaat werken. Marc weet ondertussen meer: de man is enorm bedreven in vechtsport en te gevaarlijk om zomaar aan te raken. Op dat moment arriveert er een collega op de motor. Hij herkent de man. “Die kan echt heel goed vechten. We hebben er een vorige keer met tien man op moeten duiken.” Wat moeten we nu? Ik wil de man niet aanraken. Straks raakt iemand gewond. Straks pakt hij inderdaad een vuurwapen af. Ook gaat door me heen dat de man een patiënt is en geholpen moet worden.’ 

Ik vraag de meldkamer om een hondengeleider. Terwijl we wachten loopt de man weg. We zetten de weg af en rijden achter hem aan. De man trekt zijn shirt uit en zijn schoenen. Hij kan niemand wat aan doen, er is alleen een sloot en lege weg voor ons. Dat geeft me weer een gevoel van controle en veiligheid. De hondengeleider arriveert en maakt de afweging of hij de hond moet inzetten of de taser. Het wordt de laatste. Hij benadert de man ongemerkt in zijn rug terwijl wij hem aan de praat houden. De hondengeleider roept hem aan, de taser in zijn hand. De verwarde man draait zich verrast om maar geeft zich niet over. Met dreigende passen loopt hij op de hondengeleider af. Die schiet de taser tegen zijn bovenlichaam. Met schokkende bewegingen valt de man voorover op de grond en roept. “Ik werk mee jongens, ik luister naar jullie. Ik moest dit doen. Het was een test.” Andere inmiddels gearriveerde collega’s boeien de man en voeren hem af. Ik heb ineens heel erg met hem te doen. Hij heeft gewoon stemmen in zijn hoofd. Net was hij een panter. Nu is hij, misschien wel door de stroomstoot, zo mak als een lammetje.’

Stroomstootwapen

De politie startte in februari in vier eenheden een proef met stroomstootwapens. Politiemensen van basisteams in Zwolle, Amersfoort, eenheid Noord-Nederland en de hondengeleiders in de eenheid Rotterdam hebben gedurende een jaar de taser in hun uitrusting. Daarna wordt gekeken of de taser als geweldsmiddel voor de politie wordt aangeschaft. 

Stap naar voren

Elke dag weer komen politieagenten in gevaarlijke situaties terecht. Waar anderen een stap terug doen, stappen politiemensen naar voren. Desnoods met gevaar voor eigen leven. Voor de veiligheid van anderen. Soms staan ze daarbij voor grote dilemma’s. En moeten ze in luttele seconden beslissen.

Meer nieuws uit
Zoeken