Westland 02.08.2018 – Op 29 juni heeft het college vragen van de fractie VVD Westland ontvangen over betaalbaar wonen voor Westlandse jongeren.
Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren zij u als volgt.
Vraag 1
Is het college het met de fractie van VVD Westland eens dat er meer aandacht moet zijn voor het bouwen van koopwoningen tussen de € 180.000– en de € 250.000,-?
Antwoord 1
Wij zien (zeker voor starters) vooral een opgave in het betaalbare segment. Dit is een afgewogen mix van sociale huur (tot € 710) en sociale/betaalbare koop (tot € 222.0000). Boven de € 222.000 (vanaf het middeldure segment) staan in principe voldoende woningen geprogrammeerd. Echter gezien de stijgende bouwkosten en de lage rentestand stijgen de koopprijzen hard en houden we ook voor de categorie “middelduur” de vinger aan de pols.
Vraag 2
Kan het college ervoor zorgen dat dit in toekomstige ontwikkelingsplannen opgenomen wordt, zeker waar het gaat om eigen deelnemingen in ontwikkelingen?
Antwoord 2
Over de deelnemingen zijn in het verleden afspraken met ontwikkelaars gemaakt. Binnen de daarbij gestelde kaders, vastgelegd in amenwerkingsovereenkomsten (SOK’s), is er deels ruimte voor het bouwen van “betaalbaar” segment. Bij een significante wijziging van afspraken over het woningbouwprogramma in de SOK’s zullen gemaakte contracten opengebroken moeten worden. Dit heeft dan ruimtelijke en financiële consequenties, in het geval programmering (deels) moet wijzigen van (middel)duur naar betaalbaar segment.
Vraag 3
Ziet het college het opnemen van een bepaald % woningen tussen de € 180.000,- en de € 250.000,- per te ontwikkelen gebied als een mogelijkheid zonder de ontwikkelingen te stagneren?
Antwoord 3
Vanuit de gemeentelijke Woonvisie is voor nieuwe ontwikkelingen het uitgangspunt “35% betaalbaar” (voor de koop is dat, zoals beantwoording vraag 1, segment tot € 222.000). Omdat het overige deel woningbouw in principe vrij is qua programmering (wel monitoren wij voldoende aanbod van middelduur segment) zien wij in die gebiedsontwikkelingen de mogelijkheid om het “betaalbare” segment te realiseren, zonder de ontwikkeling te stagneren.
Vraag 4
Ziet het college mogelijkheden in het oprekken van de gemeentelijke randvoorwaarden, zoals hoger bouwen, als een mogelijkheid om ontwikkelaars de gelegenheid te geven te ontwikkelen voor € 180.000,- en de € 250.000,- ?
Antwoord 4
Hoger bouwen behoort tot de opties, mits ruimtelijk inpasbaar. Het is één van de middelen om te verdichten en meer te bouwen voor de genoemde doelgroep. Daarbij moet echter niet worden vergeten dat hoger bouwen ook (meer) ruimte vraagt voor onder andere groen (bijv. bij het hanteren van een bepaalde norm van een aantal m² groen per woning) en parkeren. Daarnaast is ook het behoud van het beeld van een “dorps” woonmilieu een factor om in de afweging mee te nemen.
Vraag 5
Kan het college, gezien de huidige omstandigheden op de woningmarkt, de woonvisie die de raad in 2015 heeft vastgesteld nog steeds uitvoeren? Zo nee, hoe denkt het college de problemen die zich nu voordoen op het gebied van “betaalbare koop” bouwen op te lossen?
Antwoord 5
Het aantal benodigde ‘betaalbare woningen’ is in de programmering en de overeenkomsten met ontwikkelaars voor meer dan de helft geborgd. Voor de verdere invulling worden voorstellen gedaan in het CWP.
Vraag 6
Kan het college aangeven hoe zij denkt over de mogelijkheid om de parkeernorm tot 1 naar beneden bij te stellen om betaalbare koopwoningen meer mogelijk te maken?
Antwoord 6
De gemeente is verantwoordelijk voor een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent onder andere dat een ontwikkeling moet voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto’s. Als er te weinig parkeerplaatsen worden gerealiseerd, heeft dit namelijk negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid (men kan niet op acceptabele afstand parkeren) en verkeersveiligheid (als gevolg van fout parkeren). Daarbij dient er ook rekening gehouden te worden met bezoekers van bewoners. De geldende parkeernormen zijn niet onredelijk en ook in lijn met de landelijke kencijfers. Dus een algemene verlaging van de parkeernormen leidt naar verwachting tot ongewenste gevolgen. Wel biedt het Paraplubestemmingsplan Parkeernormen de mogelijkheid om onderbouwd af te wijken van de geldende parkeernorm. Dit zou bijvoorbeeld kunnen in het geval de te realiseren woningen dusdanig klein zijn dat bewoning met twee personen niet realistisch is.