Amsterdam 04.09.2018 – ING Bank N.V. (ING) in Amsterdam heeft een door het Openbaar Ministerie (OM) aangeboden transactie van 775.000.000 euro geaccepteerd en betaald.
Het OM verwijt ING in Nederland jarenlange en structurele overtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Dat gebeurde op een dusdanige wijze dat de bank ook schuldwitwassen wordt verweten: de bank heeft niet voorkomen dat bankrekeningen van klanten van ING in Nederland tussen 2010 en 2016 zijn gebruikt bij het witwassen van honderden miljoenen euro’s.
ING is een internationaal opererende bank. De bancaire diensten van ING in Nederland worden verleend door het bedrijfsonderdeel ING Bank Nederland (hierna ING NL). Volgens het OM heeft ING NL haar rol als poortwachter van ons financiële stelsel -zoals uit de Wwft voortvloeit- niet naar behoren vervuld. De Wwft is een wet die tot doel heeft financiële criminaliteit zoals witwassen en terrorismefinanciering zoveel mogelijk te voorkomen. Op grond van de Wwft moeten poortwachters onder meer cliëntenonderzoek doen en ongebruikelijke transacties melden bij de FIU.
ING NL schoot hierin ernstig tekort, blijkt uit strafrechtelijk onderzoek. Het resultaat is dat cliënten jarenlang voor criminele activiteiten nagenoeg ongestoord van de rekeningen van ING NL gebruik hebben kunnen maken. ING NL had volgens het OM moeten zien dat bepaalde geldstromen die via de bankrekeningen van cliënten van ING NL liepen mogelijk afkomstig waren van misdrijf. De bank heeft daar ten onrechte niet voldoende actie op ondernomen. Daarom verwijt het OM de bank niet alleen overtreding van de Wwft, maar ook schuldwitwassen.
Structureel te weinig aandacht voor naleving Wwft
Het onderzoek door de FIOD startte begin 2016. De aanleiding was dat in meerdere strafrechtelijke onderzoeken verdachte bedrijven of personen rekeningen bij ING NL aanhielden. Hierdoor rees de verdenking dat ING NL onvoldoende onderzoek deed naar cliënten, rekeningen onvoldoende monitorde en ongebruikelijke transacties niet of te laat meldde.
Gedurende dit onderzoek ontstond het vermoeden dat het handelen van ING NL ten aanzien van deze specifieke cliënten geen incident betrof, maar het gevolg was van structurele tekortkomingen bij ING NL bij de uitvoering van het beleid ter voorkoming van financieel economische criminaliteit. Het ontbreken van, of onvolledig uitvoeren van cliëntenonderzoek leidde er toe dat ING NL cliënten heeft geaccepteerd zonder voldoende te onderzoeken welke risico’s met deze cliënten gepaard gingen. Ook werden cliënten in verkeerde klantsegmenten ingedeeld. Cliëntrelaties en bankrekeningen werden onvoldoende gemonitord en wanneer nodig, niet tijdig beëindigd door de bank. De compliance afdeling was onderbezet en onvoldoende opgeleid. Het systeem om transacties te monitoren was – mede vanwege de beperkte personele capaciteit- door de bank zo ingesteld dat slechts een beperkt aantal witwassignalen werd gegenereerd. Alleen het spreekwoordelijke topje van de ijsberg werd onderzocht. Kortom, de bank onderkende onvoldoende risico’s op witwassen. Als er desondanks een ongebruikelijke transactie herkend werd, dan werden die regelmatig niet of te laat gemeld bij de FIU.
Witwassen
Het strafrechtelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de risico’s die de bank nam ook daadwerkelijk zijn bewaarheid. ING NL heeft potentiële witwassignalen gemist. In het onderzoek zijn vier casussen onderzocht. Daaruit blijkt dat cliënten van ING NL misbruik konden maken van hun bij ING NL aangehoudenbankrekeningen.
Zo boekte een internationale telecomprovider voor tientallen miljoenen dollars aan steekpenningen via haar bankrekeningen bij ING NL over aan een onderneming waar de dochter van de toenmalige president van Oezbekistan achter zat. ING NL maakte veel te laat melding van de ongebruikelijke transacties bij de FIU. Daarnaast deed ING NL onvoldoende onderzoek naar wie de feitelijk eigenaar was van de onderneming.
Ook heeft een handelaar in damesondergoed volgens het OM circa 150.000.000 euro witgewassen via haar bankrekeningen bij ING NL. Het had de bank duidelijk moeten zijn dat de geldstromen weinig te maken hadden met handel in lingerie en dus ongebruikelijk waren. Het OM verwijt de verdachten in deze zaak het witwassen van honderden miljoenen euro’s crimineel geld. Ook hier deed de bank onvoldoende cliëntenonderzoek en werd het bedrijf ingedeeld in een verkeerd segment. Het monitoringssysteem maakte wel melding van ongebruikelijke geldstromen, maar die werden door de bank onterecht en vrijwel zonder nader onderzoek, aan de kant geschoven als ‘niet ongebruikelijk’.
Een andere casus gaat over een eenmanszaak in bouwmaterialen zonder vestigingsadres in Nederland. Het bedrijf had een zakelijke rekening bij ING NL met daaraan 15 pinautomaten gekoppeld. Die mobiele pinautomaten werden tegen de regels van de ING in, door de eenmanszaak in Suriname geplaatst en gebruikt. Zogenaamd om er aankopen mee te doen. Uit onderzoek is gebleken dat de eenmanszaak in werkelijkheid fungeerde als wisselkantoor. Er liep in totaal voor 9.000.000 euro crimineel geld over de bankrekeningen van de eenmanszaak aangehouden bij ING NL, terwijl er voor dat bedrag geen bouwmaterialen werden gekocht. In werkelijkheid werd op de in Suriname geplaatste terminals gepind in ruil voor cash geld. ING NL deed nauwelijks cliëntenonderzoek en de transacties van het bedrijf zijn niet behoorlijk gemonitord.
Daarnaast is er een casus onderzocht waar in ruim een jaar tijd meer dan 500.000 euro contant is gestort op ING-bankrekeningen van twee aan elkaar verbonden ondernemingen. Deze hielden zich ogenschijnlijk bezig met de import van- en de handel in groenten en fruit uit Zuid-Amerika. Het was vermoedelijk een dekmantel voor witwassen. De contante stortingen leverden bij de bank slechts één witwassignaal op. ING NL deed ook nog eens veel te laat melding van een ongebruikelijke transactie bij de FIU.
Het OM stelt dat ING NL bovendien had moeten en kunnen herkennen dat de gelden die over de ING rekeningen liepen in deze casussen, vermoedelijk afkomstig waren uit criminaliteit. Dat deed ze niet en als ING NL dit al herkende, handelde de bank er onvoldoende naar. Daarom verwijt het OM ING NL dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het misdrijf schuldwitwassen.
Casussen exemplarisch
Volgens het OM zijn de hierboven beschreven casussen exemplarisch. Het OM heeft zicht op meerdere signalen van overtreding van de Wwft en signalen van schuldwitwassen. Die signalen komen uit andere strafrechtelijke onderzoeken of uit berichtgeving door de media. Deze signalen zijn niet in detail onderzocht, maar bevestigen het beeld dat ING NL de Wwft niet voldoende naleefde, waardoor de bank niet kon voorkomen dat er crimineel geld werd witgewassen. Dat terwijl ze vanuit haar rol als poortwachter inspanningen had moeten verrichten om dit te voorkomen.
ING NL is meerdere malen gewaarschuwd door DNB. Ook heeft DNB formele maatregelen getroffen. ING NL was in ieder geval vanaf 2010 bekend met de gebreken in de uitvoering van het beleid, maar verhielp deze onvoldoende. Er waren wel verbeterprogramma’s, maar die werden door ING NL met onvoldoende slagkracht uitgevoerd. Er werd bijvoorbeeld door ING NL wel naar het oplossen van incidenten gekeken, maar de structurele problemen van het monitoringssysteem werden niet voldoende onderkend en aangepakt. Het OM heeft in overleg met DNB en de FIOD besloten om over te gaan tot de strafrechtelijke aanpak van de bank.
Voor een uitgebreide beschrijving van de (strafbare) feiten, zie feitenrelaas(pdf, 309 kB).
Natuurlijke personen
Uit het strafrechtelijk onderzoek komt naar voren dat een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van de tekortkomingen lag in de onvoldoende aandacht die ING NL gaf aan compliance risk management (business boven compliance). De verantwoordelijkheid voor naleving van de Wwft was belegd bij drie verschillende onderdelen van de bank. Geen van deze onderdelen overzag het geheel. Het hogere management heeft mede daardoor onvoldoende de ernst van de tekortkomingen en het voortduren ervan onderkend. Het OM rekent de strafbare feiten dan ook toe aan de organisatie als geheel. Velen zijn daarbij verantwoordelijk voor een deel van het verwijtbare gedrag. De strafbare feiten zijn daarmee niet individueel aan personen toe te rekenen. Ook niet aan de leiding van ING NL. De Hoge Raad stelt aan het vervolgen van personen voor het leiding geven aan strafbare feiten hoge eisen. Dan moet niet alleen wetenschap worden bewezen, maar ook dat deze personen bewust hebben aangezet tot strafbare feiten of bewust nalatig zijn geweest om strafbare feiten te stoppen. Daarvan is in het onderzoek naar ING NL niet gebleken.
Passende afdoening
Het OM ziet de betaling van in totaal 775.000.000 euro als een passende en effectieve afdoening. Dit bedrag bestaat uit een boete van 675.000.000 euro en een ontneming van 100.000.000 euro. Daarnaast neemt de bank compliance maatregelen.
Volgens het OM gaat het om buitengewoon ernstige feiten. Als systeembank draagt ING Bank N.V. een grote verantwoordelijkheid, een verantwoordelijkheid die verder gaat dan klanten of aandeelhouders. Zij is medeverantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van ons financiële stelsel en kan en behoort in belangrijke mate bij te dragen aan de integriteit hiervan. Dienstverlenende instellingen zoals banken moeten de maatschappij ervoor behoeden dat het financiële systeem wordt misbruikt om criminele gelden wit te wassen of terrorisme te financieren. Juist van ING NL mag dus worden verwacht dat zij maatschappelijk verantwoord onderneemt en integriteit hoog in het vaandel heeft.
Uit het onderzoek is gebleken dat ING NL het in haar gestelde vertrouwen ernstig heeft beschaamd. De ernstige tekortkomingen bij de uitvoering van het beleid hebben tot gevolg gehad dat sommige klanten die criminele activiteiten ontplooiden jarenlang nagenoeg ongestoord van bankrekeningen bij ING NL gebruik hebben kunnen maken. Het OM heeft voor het vaststellen van de boete de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte meegewogen. Daarnaast is meegewogen dat de verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en reeds gedurende het onderzoek een grootschalig herstel- en verbeterprogramma heeft opgesteld en een start heeft gemaakt met de implementatie hiervan. Dit programma wordt intensief gemonitord door DNB. Het OM ziet de boete van 675.000.000 euro als passend. Het is een straf die pijn doet aan verdachte en die recht doet aan de geschokte rechtsorde.
Daarnaast wordt 100.000.000 euro ontnomen. Dat is het bedrag dat ING NL ten onrechte heeft bespaard door jarenlang te besparen op personeel dat zorg had moeten dragen voor naleving van het compliance-beleid.
Verder heeft de transactie ook effect voor de toekomst, want ING NL heeft erkend dat er ernstige tekortkomingen zijn geweest en de bank heeft een groot aantal maatregelen genomen om orde op zaken te stellen. DNB zal erop toezien dat de herstelwerkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd. Voor het OM is de invoering van aangepast compliance-beleid bij ING NL en het toezicht daarop door DNB van doorslaggevend belang geweest voor het aanbieden van deze transactie.