Waterinegn 19.09.2018 – ‘Nieuwe onthutsende feiten komen naar boven over het drama rondom de (asbest)brand op 13 januari 2015 in Wateringen. De rechtbank
behandelde op 18 september j.l. de zaak van de voormalig Griffier, Nico Broekema tegen de Gemeenteraad van Westland wegens onrechtmatig ontslag.
Tijdens deze rechtszaak werd duidelijk dat zijn schorsing onderdeel is van een doofpotaffaire rondom de uiterst onzuivere keuzes van de gemeente. Keuzes om, in strijd met de wet en met welke dan ook morele verplichtingen, de economische belangen boven de gezondheid en veiligheid van de bewoners te stellen,’ aldus Comité brand Wateringen.
In de rechtbank bleek dat de burgemeester al ten minste vanaf 27 maart 2015 wist dat er geen wettige vrijgave kon worden afgegeven van het getroffen gebied. Dit is niet zo verbazingwekkend, aangezien er vrij vroeg duidelijk werd, zelfs voor leken, dat er van alles mis was met de asbestsaneringen.
Comité brand Wateringen had zo vroeg als op 12 maart 2015 op schrift haar zorgen duidelijk en feitelijk vastgelegd. De feiten van toen liegen er niet om echter is dat in de maandenlange vervolgende communicatie met de gemeente (inclusief een petitie van maar liefst 120 bewoners), de burgemeester steeds had volgehouden dat er geen onrechtmatigheden waren. Iedere poging van constructief dialoog vanuit het comité viel in dovemansoren. Ook toen een jaar later het comité het voor elkaar kreeg dat verzekeraars nieuwe asbestinventarisaties gingen bekostigen. Daaruit bleek dat meer dan bijna de helft van alle getroffen percelen nog met asbest verontreinigd waren.
Onlangs nog is een nieuwe poging getracht om de plaatsvervangend burgemeester mw. van Ardenne duidelijk te maken wat er gaande is, haar reactie luide als volgt:
Citaat:” Het door u geschetste beeld heb ik met belangstelling gelezen en ik kan mij voorstellen dat u graag hierover met mij wilt spreken. Echter, op dit moment is de gemeente nog bezig met de financiële afwikkeling van de door de asbestbrand door de gemeente gemaakte kosten. Zolang de financiële afwikkeling nog niet volledig heeft plaatsgevonden, acht ik het niet passend om met derden, waaronder u, over deze kwestie in gesprek te gaan.’ Einde citaat.
‘In het licht van deze rechtszaak wordt duidelijk dat het Comité brand Wateringen gelijk had, al vanaf het begin van de ramp. Wij zijn niet alleen verontwaardigd maar zelfs woedend dat het zo moeilijk is om de waarheid boven water te krijgen en leden bewoners en leden van het comité besmeurd werden om af te dekken wat er gebeurt was.
Wij gaan er dan ook vanuit dat de Westlandse gemeenteraad deze nieuwe informatie zeer zorgvuldig zullen oppakken en nu met elkaar eens goed gaan kijken naar de resultaten van het COT rapport, want ook deze wordt volledig in twijfel getrokken door het onafhankelijke asbest expert dhr G. Lensink van het asbest expertise bureau RIR Nederland zo valt te lezen in de getuigenverklaring.
Naast een gesprek met de provincie zuid Holland zullen wij ons tevens beraden op stappen richting het openbaar ministerie. Uiteraard naast dat wij ons blijven inzetten voor een schone wijk waar onze eerst prioriteit ligt en blijft liggen!’
Comité brand Wateringen