Rotterdam/Den Haag 23.11.2018 – De grote antiterrorisme-oefening die donderdag 22 november om 15:00 uur startte, is ten einde. Door het hele land deden
ongeveer 2000 mensen mee aan de oefening waarin het scenario gebaseerd was op een terroristische aanslag en de gevolgen daarvan.
Foto ’s Joey Bremer
‘Het scenario was zo realistisch mogelijk’, zegt portefeuillehouder Nicole Bogers. ‘Op die manier bereiden we ons voor op situaties waarin we geconfronteerd worden met veel geweld.’ De oefening begon met een aanslag op een zogenaamd asielzoekerscentrum in Bilthoven, waarbij met automatische wapens werd geschoten en meerdere mensen werden gegijzeld.
De daders sloegen kort daarop op de vlucht en werden uiteindelijk later die avond in Hoorn, Ridderkerk, Borne, Tilburg, Zaandam en Rotterdam, aangehouden. In Rotterdam crashte een auto waarvan de inzittenden onderdeel uitmaakten van het netwerk van de aanslagplegers. Eén van de inzittenden kwam daarbij om het leven, één werd aangehouden en de ander sloeg op de vlucht. Uiteindelijk werd om 22:00 uur de laatste verdachte aangehouden.
Vervolgaanslag voorkomen
De focus van de oefening lag niet alleen op de inzet van de first responders, de hulpverleners die als eerste ter plaatse zijn, maar juist ook op het opsporen van de daders. ‘Daarmee willen we een vervolgaanslag, zoals we die ook in het buitenland hebben gezien, voorkomen’, aldus Bogers. Om die reden werden onder andere Quick Identification Teams ingezet. Zo’n team verzamelt op de plaats delict zo snel mogelijk informatie en sporen die kunnen helpen bij het opsporen van de daders om zo een vervolgaanslag te voorkomen.
Aan de oefening deden ook het Openbaar Ministerie, de Koninklijke Marechaussee en de Veiligheidsregio mee. ‘In situaties met extreem geweld is samenwerking van levensbelang. Om goed op elkaar ingespeeld te zijn oefenen we gezamenlijk’, aldus Bogers die tevreden terugkijkt.
Complex
Oefenleider Rob van Geel noemde de oefening niet alleen realistisch maar ook complex. Door het hele land waren sporen uitgezet en de verschillende opsporings- en informatiediensten moesten goed samenwerken om ze te vinden. ‘Alle aanslagplegers zijn uitgeschakeld of aangehouden. En een vervolgaanslag is voorkomen. Dat was onze ambitie. Uit de evaluatie moet blijken in hoeverre de deelnemers alle puzzelstukjes bij elkaar hebben gebracht.’