Westland 06.06.2019 – Op 23 mei hebben B&W vragen ontvangen van de fractie GBW vanwege de verkoop van woningbezit door Vestia in het Westland.
Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren zij u als volgt.
Vraag 1
Deelt uw college onze opvatting dat bij de verkoop van het woningbezit van Vestia in Westland prioriteit gegeven moet worden aan de volkshuisvestelijk belangen van Westland? En het in dat verband sterk de voorkeur geniet dat het volledige woningbezit (DAEB en niet-DAEB) door één woningcorporatie wordt overgenomen waarbij ook zekerheid wordt geboden dat het volledige woningbezit ook op lange termijn in één hand blijft?
Antwoord 1
Uitgangspunt van de door BZK aangestelde bestuurlijk regisseur voor de volkshuisvestelijke opgave in de gemeenten waar Vestia actief is dat prioriteit gegeven moet worden aan de volkshuisvestelijke belangen van Westland bij de verkoop van het gehele bezit van Vestia. Deze mening delen wij. Wat ons betreft wordt het Vestiabezit door een of beide Westlandse woningcorporaties (Arcade en Wonen Wateringen) overgenomen.
Vraag 2
In de berichtgeving wordt gesproken over verkoop tegen ‘minimale marktwaarde in verhuurde staat’. Naar onze inschatting staat de potentiële overnamecorporatie daarmee voor een flinke uitdaging. Klopt onze inschatting? En welke materiële en immateriële ondersteuning kan uw college de potentiële overnamecorporatie hierbij bieden?
Antwoord 2
Uw inschatting klopt. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft met ingang van 1 februari Hamit Karakus aangesteld als “Bestuurlijk Regisseur voor de volkshuisvestelijke opgave in de gemeenten waar Vestia actief is”. Naar verwachting rapporteert hij de minister in juni zijn bevindingen. Uitgangspunt hierbij is dat zowel, corporaties, het Rijk, de provincie als de gemeente (Westland) ieder een bijdrage leveren. Echter, op dit moment is geen zicht op de omvang van het financiële vraagstuk en hoeveel de verschillende partijen kunnen en willen bijdragen.
Vraag 3
Indien (in de loop van de onderhandelingen) mocht blijken dat de corporatie er niet in slaagt het volledige woningbezit van Vestia in Westland te verkrijgen, staat uw college er dan bijvoorbeeld voor open (een gedeelte van) het woningbezit aan te kopen en daarvoor een gemeentelijk woningbedrijf op te richten?
Antwoord 3
Nee, in dat geval verkoopt Vesta het bezit aan een corporatie buiten de gemeente Westland.
Op 23 mei hebben B&W vragen ontvangen van de fractie Westland Verstandig over de problematiek rond Vestia. Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren wij u als volgt.
Vraag 1
Zijn er inmiddels vorderingen in de overleggen zoals die tot nog toe gevoerd zijn?
Antwoord 1
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft met ingang van 1 februari Hamit Karakus aangesteld als “Bestuurlijk Regisseur voor de volkshuisvestelijke opgave in de gemeenten waar Vestia actief is”. Naar verwachting rapporteert hij de minister in juni zijn bevindingen. Uitgangspunt hierbij is dat zowel, corporaties, het rijk, de provincie als de gemeente (Westland) ieder een bijdrage leveren. Echter, op dit moment is geen zicht op de omvang van het “financiële gat” en hoeveel de verschillende partijen bij kunnen en willen dragen.
Vraag 2
Is het College bekend met het nu concrete voornemen van Vestia om alle woningen in Westland te verkopen?
Antwoord 2
Ja
Vraag 3
Is dit niet de tijd om te bezien of de gemeente Westland in deze de woningen kan verwerven en weer een woningbedrijf kan gaan exploiteren waarbij de gemeente het beheer voert?
Antwoord 3
Nee, het opzetten van een gemeentelijk woningbedrijf vinden wij geen gemeentelijke taak zoals wij al eerder hebben opgemerkt.
Vraag 4
Welk noodscenario ligt er bij de gemeente klaar voor het geval mocht blijken dat geen van de bestaande woningcorporaties de woningen wil overnemen?
Antwoord 4
Primair is het oplossen van de Vestia-problematiek een zaak van de sector zelf en het ministerie.