Den Haag 22.11.2019 – Samen zijn deze vier verdachten verantwoordelijk voor een reeks inbraken in en rond Den Hoorn en het witwassen van tal van gestolen goederen.
De vierde en laatste verdachte stond vandaag voor de rechter voor met name het witwassen van gestolen goederen en ook het zelf medeplegen van twee inbraken.
Toen op 12 december vorig jaar in Den Hoorn een 17-jarige inbreker op heterdaad in de kraag werd gevat, kwam de zaak aan het rollen. In totaal werden vier verdachten opgepakt, waarvan twee minderjarig. Samen zijn ze goed voor 46 dossiers. Het gaat om inbraken en andere diefstallen die werden gepleegd in Den Hoorn en Delft, in de buurt van waar de verdachten zelf ook woonden dan wel om het witwassen van goederen afkomstig van die inbraken en diefstallen.
Twee minderjarige verdachten werden eerder al veroordeeld voor een heel aantal woninginbraken. Zij hebben hun jeugddetentie uitgezet en staan nu onder toezicht van de Reclassering. Een derde verdachte (31) werd in oktober 2019 door de rechtbank veroordeeld conform de eis van de officier van justitie tot 42 maanden gevangenisstraf voor maar liefst 32 feiten, waarvan het merendeel (gewoonte)witwassen.
Alleen winst belangrijk
De 21-jarige man die vrijdag voor de rechter stond kan volgens het Openbaar Ministerie worden gekoppeld aan twee inbraken, in een bestelbus en bij een party verhuur. Daarnaast zijn elf zaken van witwassen aan hem te koppelen, aldus de officier van justitie. ‘Hij kreeg de spullen die hij verkocht steeds van mensen van wie hij wist dat ze woning- en/of bedrijfsinbraken pleegden,’ zei ze tegen de rechtbank. ‘Sterker, hij gaf zelfs tips hoe ze die woninginbraken het beste konden doen en welke buit het beste verkoopbaar was en dus gestolen moest worden.’
Ook bij deze verdachte valt weer op, net als bij de anderen, dat het ze totaal niet kon schelen welke schade ze aanrichtten. ‘Uit appberichten blijkt dat het hem op geen enkele manier interesseerde dat er bij mensen in huis werd ingebroken. Het ging hem alleen maar om de verkoopbaarheid en de opbrengst van de goederen.’
Terug de cel in
Eerder werd de verdachte na 171 dagen voorarrest door de rechtbank onder voorwaarden op vrije voeten gesteld en mocht hij dus zijn rechtszaak in vrijheid afwachten. Maar wat het Openbaar Ministerie betreft gaat hij nu terug de cel in en krijgt hij een langere straf dan de tijd die hij al heeft vastgezeten. ‘Want dat zou geen recht doen aan de ernst van de feiten en de rol die verdachte daarbij heeft gespeeld. Het zijn te veel feiten en verdachte speelde daarin een te grote en te gewiekste rol.’
De officier van justitie vroeg de rechtbank om een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 21 maanden waarvan 7 voorwaardelijk.