Situatie rondom huisvesting statushouders in Westland

Westland 15.07.2021 – Op 7 juni zijn collegevragen gesteld over spreiding van statushouders in het Westland.


Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren B&W u als volgt.

Inleiding
WV voor het stellen van de vragen: “Recent heeft het College aan de Raad bericht dat er nog een inhaalslag gemaakt moet worden voor wat betreft de huisvesting van statushouders die naar Westland komen. Ook is de opgave 2021 weer fors. In ieder geval zal de eerder uitgesproken spreiding ove r de diverse dorpskernen en buurten/wijken belangrijk zijn en met de woningcorporaties die in de regel de woningen toewijzen, dient dat nogmaals goed doorgenomen worden. De indruk bestaat dat er nu waar ruimte vrijkomt statushouders worden geplaatst, maar dat komt vaak de redelijke spreiding in Westland niet ten goede.”

Vraag 1
Wil het College nogmaals met de woningcorporaties overleg voeren omtrent de gewenste spreiding van statushouders over Westland, zodat geen concentratie plaatsvindt en dat geldt zowel voor de kleinere dorpen als wel voor de grotere dorpen van Westland?

Antwoord 1
We zijn regelmatig in overleg met de corpo raties over de huisvesting van statushouders . Dit is u wellicht bekend, omdat we eerder al hebben uitgelegd waarom het gaat zoals het gaat. Bij de huisvesting van statushouders wordt bij de woningtoewijzing zorg gedragen voor een zo goed mogelijke spreiding. Dit is echter afhankelijk van de grootte van het te huisvesten gezin en het vrijkomende (huur)aanbod in de kernen. En vergeet u alstublieft niet dat een statushouder/vergunninghouder na twee jaar wordt gezien als een W estlander en dat dit kan leiden tot situaties waarin het lijkt alsof er geen spreiding plaats vindt, maar er daadwerkelijk wel zoveel mogelijk is gepoogd te spreid en.

Vraag 2
Kan het College de Raad informeren omtrent de uitkomsten van dat overleg en wat de gewone corporaties concreet gaan doen om die spreiding te bewerkstelligen?

Antwoord 2
Bij het beschikbaar stellen van een woning wordt altijd naar de specifieke situatie van het te huisvesten gezin gekeken. Dit om te voorkomen dat er in een bepaald gebied leefbaarheidsissues of in een woning ongewenste situaties ontstaan. Als een corporatie twijfelt over een bepaalde situatie vraagt zij aan de gemeente om mee te denken. Echter, en zoals al vaker aangegeven, zijn we sterk afhankelijk van het vrijkomende aanbod .

Vraag 3
Waarom doet het College niet meer met de suggesties die door een aantal politieke partijen gedaan zijn, waaronder Westland Verstandig, om aparte tijdelijke huisvesting te realiseren voor arbeidsmigranten zoals bijvoorbeeld Midden -Delfland gedaan heeft?

Antwoord 3
Het college spant zich in voor realisatie van flexwoningen waarbij we u al eerder hebben aangegeven dat we deze oplossing ook voor alleenstaande statushouders kunnen inzetten. Echter, de flexwoningen bieden oplossingen voor meerdere woningzoekenden zoals bv jongeren en spoedzoekers

Vraag 4
Wat houdt het College tegen om een dergelijke voorziening op korte termijn te realiseren, zodat de druk op de sociale huurwoningen in Westland vanuit de statushouders er niet meer is?

Antwoord 4
Realisatie van een dergelijke voorziening is van een aantal zaken afhankelijk en dus niet zo 1,2,3 gerealiseerd. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met d e beschikbaarheid en geschiktheid van grond, afstemming met een corporatie, afstemming met de provincie als het gaat om locaties buiten BSD (bestaands stads- en dorpsgebied) en het vergunningtraject. In ons geval hebben we een aantal van deze stappen al doorlopen en werken we hard aan de realisatie van de eerste 180 flexwoningen.

Meer nieuws uit
Zoeken