Den Haag/Kwintsheul 14.12.2021 – “Verdachten hebben allen een rol gespeeld in een zeer professionele criminele organisatie die in steenkoolachtig materiaal opgeloste cocaïne invoerde vanuit Colombia,
verwerkte in verschillende laboratoria en verkocht aan afnemers in binnen- en buitenland.“ Daarom eiste de officieren van justitie van het Landelijk Parket vandaag, in strafzaak Rockdale II, gevangenisstraffen tussen de 4 en 12 jaar.
Negen verdachten stonden vandaag in de rechtbank Amsterdam terecht. Tegen verdachten S, G, en C.O. eiste het OM 10 jaar gevangenisstraf. Tegen verdachten D, D en F. luidt de strafeis 8 jaar. Verdachten W.J. moet, als het aan het OM ligt, 7 jaar de cel in. Verdachten K. en T., 4 jaar. Eén van deze verdachten heeft de Colombiaanse nationaliteit, de rest de Nederlandse. Twee verdachten zijn in Peru geboren. Hun leeftijden variëren van 34 tot en met 59 jaar.
De tiende verdachte, een Tilburger, is voortvluchtig. Tegen hem heeft het OM vandaag bij verstek 12 jaar cel geëist. Volgens het OM had hij de algemene leiding over de productie van de cocaïne en bood hij grote hoeveelheden blokken cocaïne te koop aan, nadat die in de labs waren geproduceerd. Deze 52-jarige Oguz H., een geboren Turk met de Nederlandse nationaliteit, staat op de internationale opsporingslijst.
Het OM verwijt alle verdachten dat zij een rol van gewicht hebben gespeeld in een goed georganiseerd en strak aangestuurd samenwerkingsverband waarin, in nauwe en bewuste samenwerking, cocaïne werd ingevoerd, bewerkt, vervoerd en verkocht. Zij deden dat volgens het OM uit puur persoonlijk financieel gewin. “Deze verdachten bekommeren zich totaal niet over de ontwrichtende effecten die hun handelen heeft op de maatschappij en diegenen die zij direct hebben betrokken bij hun criminele activiteiten. Dat rekent het OM de verdachten zwaar aan.”
Rockdale II
In het strafrechtelijk onderzoek Rockdale II staat de criminele organisatie centraal, het grotere samenwerkingsverband, achter het regelen van werknemers in zeker drie cocaïnelabs, de bouw ervan, de aanvoer van grondstof en de verkoop van de geproduceerde cocaïne. Het gaat om het cocaïnewasserij in een manege in het Drentse Nijeveen waar de politie op 7 augustus 2020 binnenviel, een lab in Kwintsheul en een in Wijk en Aalburg. Op die datum trof de politie in een loods in Apeldoorn een groot aantal ‘big bag’-zakken aan met daarin 125.000 kilo steenkool, waarin 22.000 kilo cocaïne zat verstopt. De big bags bleken te zijn verscheept in zeecontainers vanuit Colombia naar de haven van Rotterdam en vanuit daar te zijn vervoerd.
Het onderzoek Rockdale II is een vervolg op Rockdale I, waarin alleen onderzoek is verricht naar de productie van de cocaïne in het cocaïne laboratorium in Nijeveen en de personen die daar ter plekke aan het werk zijn geweest. Uit Rockdale I bleek al snel dat sprake moest zijn van een groter professioneel crimineel samenwerkingsverband.
Dit kon ook worden geconcludeerd uit de vele pgp-berichten uit het onderzoek 26Lemont die in het dossier van onderzoek Rockdale II zijn gevoegd. In 26Lemont keek de politie van 1 april tot 14 juni 2020 live mee met chattende gebruikers van Encrochat, een cryptocommunicatiedienst. Onder deze gebruikers die via pgp-berichten dachten buiten het zicht van politie en justitie te communiceren, zijn veel criminelen.
De verdachten in Rockdale II communiceerden, op één na die niet over een pgp-telefoon beschikte, via Encrochat met gebruikmaking van nicknames. Het dossier Rockdale II bevat, zo stelt het OM, vele pgp-berichten, die het verhaal van de tien verdachten vertellen: van de inkoop tot aan de verkoop van de drugs. Er blijkt overduidelijk uit dat álle verdachten wisten dat het ging om de productie en verkoop van cocaïne. Ook is een duidelijke rol- en taakverdeling gebleken tussen de verdachten. Volgens de zaaksofficieren van Rockdale II betreft het een miljoenen business. “Het gaat om productielocaties waar honderden kilo’s cocaïne kunnen worden verwerkt, de verkoop van tientallen kilo’s cocaïne per keer en dus worden er miljoenen euro’s omgezet.”
De rechtbank doet uitspraak op 1 maart 2022.