Westland 15.12.2021 – De gemeente Westland heeft in november 2020 een bijdrage van € 2 miljoen ontvangen voor het realiseren van huisvesting voor kwetsbare groepen.
De subsidie is onderdeel van de Nationale Bouwimpuls, en gericht op het stimuleren van projecten als flexwonen, huisvesting van arbeidsmigranten en wonen met zorg. De projecten dienen uiterlijk 31 december 2022 voltooid te zijn.
Uit het persbericht dat uw college destijds naar aanleiding van deze subsidietoekenning heeft laten uitgaan begrijpen wij dat Westland met deze subsidietoekenning “(…)zo spoedig mogelijk kan gaan bouwen voor alle doelgroepen” (dixit wethouder Van der Stee). En “(…)de toegekende subsidie helpt ons met de goede inpassing van huisvesting van arbeidsmigranten” (dixit wethouder Abee). En ook biedt deze subsidie Westland “(…)de kans om voor onze zorgbehoevenden inwoners projecten sneller en beter te realiseren”. (dixit wethouder Vreugdenhil).
Bij het overleg over de programmabegroting 2022 is desgevraagd de mededeling gedaan dat het grootste deel van de subsidie – € 1.600.000 is 80% – wordt aangewend voor de huisvesting van arbeidsmigranten, waarbij gedacht moet worden aan “(…)de ontsluiting van infrastructuur en dat soort zaken(…)”. Heel bijzonder is dan dat in de informatiebijeenkomst over het project Maasdijk/Zijdijk de ontwikkelaar van het project ons verzekerde dat alle kosten voor de ontsluiting van de infrastructuur voor zijn rekening komen.
Een en ander brengt de fractie van GBW in ieder geval tot de navolgende vragen:
– Waarom geeft uw college bij de besteding van de subsidie van € 2 miljoen Nationale Bouwimpuls absolute prioriteit aan projecten voor de huisvesting van arbeidsmigranten? –
– Waarom heeft uw college niet gekozen voor een meer evenwichtige verdeling van de subsidiebijdrage over projecten voor flexwonen, projecten voor huisvesting arbeidsmigranten en projecten met wonen met zorg? Waarom is er niet voor gekozen te gaan bouwen voor alle doelgroepen? Waarom geen practice what you preach?
– Draagt uw college overigens in alle projecten ‘huisvesting arbeidsmigranten’ bij in de kosten voor ontsluiting en infrastructuur? Op grond van welke criteria en/of (beleids)regels vindt de keuze van het wel of niet leveren van financiële bijdragen plaats? Waarom kiest uw college er überhaupt voor om fors bij te dragen aan commerciële investeringsprojecten van marktpartijen?
In verband met deze subsidietoekenning zijn ook een drietal locaties voor het realiseren van flexwoningen genoemd, waaronder Oostduinlaan in ’s Gravenzande. Uw college sprak daarbij destijds uit dat dankzij de impuls van de subsidie in de eerste helft van 2021 tot een begin van realisatie kan leiden.
– Waarom is met niet één van de drie projecten flexwonen in (de eerste helft van) 2021 een start gemaakt? Is dit het gevolg van de keuze van uw college 80% van de subsidie te besteden aan projecten voor huisvesting arbeidsmigranten? Resteert er onvoldoende subsidie om bij te dragen in projecten ‘flexwonen’? Kan nog worden wel voldaan aan de subsidievoorwaarden nu deze projecten niet in 2021 zijn gestart? Of gaat de subsidie nu verloren?
Zoals gememoreerd biedt deze subsidie Westland “(…) de kans om voor onze zorgbehoevenden inwoners projecten sneller en beter te realiseren”. (dixit wethouder Vreugdenhil).
– Heeft uw college wel voldoende prioriteit gegeven aan het ontwikkelen van een of meer projecten ‘wonen met zorg’, zodat de subsidie ook daarvoor ingezet kan worden? Bijvoorbeeld projecten waarbij nabij bestaande verzorgings- of verpleeghuizen in Westland met ‘tijdelijke woningen’ een aantal extra crisis- of respijtwoningen wordt gerealiseerd, zodat ouderen niet meer in ‘n verpleeghuis (ver) buiten het Westland (tijdelijk) onderdak moet worden geboden?
Fractie GemeenteBelang Westland
Remmert Keizer
André van den Berg