Den Haag 08.10.2022 – Om de huren in de vrije sector betaalbaar te houden wordt de wet die huurverhogingen maximeert gewijzigd.
De inflatie was tot voor kort nog leidend, maar aangezien die flink is gestegen wordt de wet nu aangepast. In de nieuwe situatie wordt ook de gemiddelde loonstijging een bepalende factor. Concreet betekent dit dat in tijden van hoge inflatie, zoals nu, de maximale huurstijging wordt gebaseerd op de loonontwikkeling. Op deze manier wil het kabinet huurders in de vrije sector beter beschermen tegen extreme prijsstijgingen.
Bescherming huurders in de vrije sector tegen hoge inflatie
De huren in de vrije sector mogen nu nog jaarlijks met inflatie plus 1% stijgen. De inflatie is in 2022 sterk opgelopen en de verwachting is dat de inflatie hoog blijft. Een beperking van de jaarlijkse huurstijging tot inflatie plus 1% voor huurverhogingen zorgt daarmee in 2023 niet voor bescherming van de huurder zoals dat in de voorgaande jaren wel het geval was. De gemiddelde inflatie de afgelopen jaren was 2,3%. Vanaf november 2021 is de inflatie sterk gaan stijgen. Daarom grijpt het kabinet nu in om te voorkomen dat huurders te maken krijgen met een te hoge huurstijging in 2023 door de systematiek loonontwikkeling plus 1% in te voeren naast de bestaande systematiek. De wet geldt voor woningen in de vrije sector met een huurprijs vanaf € 763 per maand, dat zijn circa 648.000 woningen.
De maximale huurstijging die in de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten wordt geregeld geldt per kalenderjaar, van 1 januari tot 1 januari. Tot 1 januari 2023 is de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector maximaal 3,3% (2,3% inflatie plus 1%). Per 1 januari 2023 gaat de nieuwe systematiek gelden, loonontwikkeling plus 1%. De loonontwikkeling wordt in december vastgesteld op basis van het gemiddelde CAO-loonindexcijfer over de maanden december tot en met november zoals die door het CBS worden gepubliceerd.