Nederland 09.03.2023 – De waterschappen verwachten dit jaar meer dan € 3,5 miljard; dat is € 260 miljoen meer dan werd begroot voor 2022.
De heffingen worden betaald door huishoudens, boeren, natuurbeheerders en bedrijven in het gebied van het waterschap. De hoogte van de heffingen die een huishouden aan het lokale waterschap moet afdragen verschilt per regio. Dit meldt CBS op basis van begrotingscijfers van de waterschappen.
Nederland telt 21 waterschappen. Waterschappen hebben twee hoofdtaken: beheer van het oppervlaktewater (de watersysteemtaak) en afvalwaterzuivering. De watersysteemtaak omvat de bescherming tegen hoogwater en wateroverlast alsmede het zorgen voor voldoende water. Het gaat bijvoorbeeld om de aanleg en het beheer van waterkeringen, zoals dijken. Hiervoor verwachten waterschappen € 1,9 miljard te heffen voor 2023.
Voor waterzuivering, vooral van afvalwater, begroten waterschappen € 1,6 miljard aan heffingen. Vijf waterschappen beheren ook nog een deel van de wegen en fietspaden in hun regio. De kosten die waterschappen hiervoor maken, dekken zij grotendeels uit een wegenheffing. De laatste waterschapsbelasting is de verontreinigingsheffing, die in rekening gebracht wordt als er afvalwater rechtstreeks in oppervlaktewater wordt geloosd. De wegen- en verontreinigingsheffing nemen we niet mee in onderstaande analyse.
Meerpersoonshuishoudens betalen het meest in Waterschap Scheldestromen
Huishoudens (ook wel ingezetenen genoemd) betalen een groot deel van de heffingsopbrengsten voor 2023. Elk huishouden betaalt via de lokale heffingen mee aan het waterschap. De hoogte van deze heffingen verschilt per waterschap en hangt af van de WOZ-waarde van de woning en het aantal bewoners. In het Waterschap Scheldestromen in de provincie Zeeland betaalt bijvoorbeeld een meerpersoonshuishouden met een koopwoning, met een WOZ-waarde van € 370.000, het meest: € 551 per meerpersoonshuishouden. Het hoogheemraadschap van Delfland rekent € 508 en staat net iets achter Noorderzijlvest in Groningen waar men € 516 moet betalen. In het Waterschap De Dommel in de provincie Noord-Brabant betaalt een meerpersoonshuishouden met een koopwoning met dezelfde WOZ-waarde het minst; € 288.
Eenpersoonshuishoudens in de Dommel betalen de helft zoveel als Friese huishoudens
Ook voor eenpersoonshuishoudens verschillen de heffingstarieven van de waterschappen. Eenpersoonshuishoudens in het Waterschap Scheldestromen betalen ook hier het meeste, namelijk € 408. Delfland rekent € 310 en komt daarmee op de zesde plaats. Waterschap de Dommel in Noord Brabant is eveneens het goedkoopste met € 178.
Het heffingstarief voor een eenpersoonshuishouden is lager dan voor een meerpersoonshuishouden. Eenpersoonshuishoudens betalen minder dan een meerpersoonshuishouden, zelfs bij een gelijke WOZ-waarde, omdat het zuiveringstarief wordt bepaald op basis van het aantal mensen in een huishoudens. Eenpersoonshuishoudens worden aangeslagen voor één vervuilingseenheid, terwijl meerspersoonshuishoudens worden aangeslagen voor drie vervuilingseenheden. Het maakt daarvoor niet uit hoe groot dat huishouden is.
Heffingsverdeling en hoogte afhankelijk van de regio
De benodigde financiering voor de taken van het lokale waterschap hangt sterk af van het type gebied. Het tarief voor meerpersoonshuishoudens, met een woning met een WOZ-waarde van € 370.000, in Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bestaat voor 56% uit watersysteemheffing en voor 44% uit zuiveringsheffing. Voor een vergelijkbaar huishouden in het Waterschap Limburg is dit respectievelijk 43% watersysteemheffing en 57% zuiveringsheffing. Dit heeft onder andere te maken met het gebied waarin het waterschap ligt; Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ligt voor 80% onder zeeniveau. Dat heeft invloed op de benodigde waterkeringen en de bijhorende kosten.