Westlanden 22.04.2023 – Er komen gedenkwaardige momenten aan de orde, de komende week.
Naast de verjaardag van onze koning is er voor Israël de gedenkdag van Jom Ha ‘atsmaoet, de Onafhankelijksdag die dit jaar in het bijzonder bijzónder is, omdat dinsdagavond, 25 april, vanaf zonsondergang het gedenken begint van het 75-jarig bestaan van de Joodse staat.
Deze feestdag komt niet in de Bijbel voor. Maar er staat wel een belofte in de Bijbel die met deze gedenkdag te maken heeft. In het jaar 70 na Christus werd Jeruzalem door de Romeinen ingenomen, En de tempel verwoest, precies zoals de Here Jezus voorzegd had dat dit zou gaan gebeuren.
“En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden.” [Mat. 24: 1-2]
Nadat dit verschrikkelijke gebeuren had plaatsgevonden trad ook het onheil in werking wat God door hun leidsman Mozes al had laten zeggen en opschrijven: “Als u al de woorden van deze wet die in dit boek geschreven zijn, niet nauwlettend houdt, door deze heerlijke en ontzagwekkende Naam, de HEERE, uw God, te vrezen dan zult u weggerukt worden uit het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen. De HEERE zal u verspreiden onder al de volken, van het ene einde van de aarde tot aan het andere einde van de aarde.” [Deut. 28 : 58, 63 – 64]
Als je maar enigszins op de hoogte bent met de geschiedenis, en met name van het Joodse volk dan weet je dat het alles is gebeurd zoals voorzegd! Vreselijk is het geweest; ze hebben het aan alle kanten te verduren gekregen met tegen hen gerichte pogroms, in een twintigtal landen! Met daarnaast de nog zo pas herdachte Holocaust, met meer dan zes miljoen Joden! Bij elkaar zijn er tientallen miljoenen verjaagd, vermoord en hen het leven onmogelijk gemaakt!
En toch, Israël lééft! Als je dat niet ziet dat moet je wel ziende blind zijn, sorry dat ik het zo noem. Er vindt een wedergeboorte plaats, en als je dat niet kunt verdragen dan haat je het Joodse volk, en dan heb je een probleem! Als je de Joodse geschiedenis ontkent, dan is dat een daad van rassenhaat, bedenk dat wel! Want het is geen ménsenwerk, al denken zelfs veel Israëliërs dat, maar het is JHWH, de God van is Israël, Die straft maar ook heelt, vergeeft en geneest!
Hij zal Zijn volk niet eindeloos kastijden, Noch eeuwiglijk Zijn gramschap ons doen lijden. Hij is het, die ons Zijne vriendschap biedt. Hij handelt nooit met ons naar onze zonden; Hoe zwaar, hoe lang wij ook Zijn wetten schonden, Hij straft ons, maar naar onze zonden niet. [Ps. 103: 5]
Wij zien het in deze tijd, in deze dagen gebeuren; Jaweh brengt Zijn volk naar huis, naar het land dat Hij voor eeuwig aan Abraham en Isaäk en Jacob beloofd heeft! De landsbelofte aan hen is voor eeuwig, luid en duidelijk, en niemand komt daar tussen! Het was, is en blijft Gods keuze!
Met het oog op die landbelofte zegt Mozes: “Daarom moet u weten dat het niet vanwege uw gerechtigheid is dat de HEERE, uw God, u dit goede land geeft om het in bezit te nemen, want u bent een halsstarrig volk” (Deut. 9:6). En tóch zegt Mozes: “de Heere, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is.” [Deut. 7:6]
Aan Abraham beloofde God: “En Abram trok door dat land heen tot aan de heilige plaats bij Sichem, [= Nabloes]tot de eik van More. De Kanaänieten woonden toen in dat land. Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven.” [Gen. 12: 7 ]En aan Isaäk beloofde Hij: ” Verblijf als vreemdeling in dit land. Ik zal dan met u zijn en u zegenen, want aan u en uw nageslacht zal Ik al deze landen geven. Ik zal de eed gestand doen die Ik Abraham, uw vader, gezworen heb. Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven.” [Gen. 26 : 3-4] Aan Jacob bevestigde God nog eens, in een droom: ” En zie, de HEERE stond boven aan die ladder en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven.” [Gen. 28 : 13}
Zoals de profeet Jesaja heeft voorzegd zie je het na 1948 gebeuren: het verbannen en verstrooide volk komt THUIS! Uit wat daarvóór al voorzegd was door de profeten kunnen wij zien dat dit niet het einde van het volk Israel zou zijn. De God van Israël liet de boodschap van hoop al doorgeven. ” Wees niet bevreesd, want Ik ben met u. Vanwaar de zon opkomt, zal Ik uw nageslacht halen en vanwaar zij ondergaat zal Ik u bijeenbrengen. Ik zal zeggen tegen het noorden: Geef! En tegen het zuiden: Weerhoud niet! Breng Mijn zonen van ver, en Mijn dochters van het einde der aarde.” [Jes. 43 : 5-6] Let op, vorig jaar kwamen er meer dan 70.000 Joden in hun vaderland en ook nu, elke maand komen er honderdtallen het land dat God hen eens toebedeelde binnen!
Echter, ze zijn er nog niet. Er is vrede maar het moet te vuur en te zwaard verdedigd worden tegen de talloze vijanden van rondom! Er is kwaadaardigheid, haat, jaloersheid en duivelse machten die koste wat kost willen voorkomen dat straks de Koning van Israël , Jezus de Zoon van God, de troon van koning David, in Jeruzalem, zal bestijgen. Satan haalt álles uit de kast en schakelt mensen in; gevaar is er ónder het volk door eigen landgenoten, aan de grenzen is dag en nacht bewaking nodig.
Terroristische organisaties als Hamas, Hezbollah, Islamitische Jihad worden bewapend en klaargemaakt door aartsvijand Iran, om Israel van de kaart te laten verdwijnen. De VN-organisatie, maar ook Europese landen, waaronder Nederland, betonen zich vijandig jegens hen. Maar God waarschuwt haar vijanden; Israël is voor God een kostbaar bezit. Dat blijkt ook uit het feit dat de Heere hen tot twee keer toe ‘Zijn oogappel’ noemt. En dat maakt het eigenlijk nog persoonlijker. Het volk is deel van Hemzelf. “Want”, zo luidt de waarschuwing: “Wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.” [Zach. 8:2] Israël is dus voor God zowel een kostbaar kleinood als een kwetsbaar bezit, dat beschermd moet worden.
Ziet u het, gaan je ogen er voor open, voor wat er gebeurd is, wat er gebeurt en wat er staat te gebeuren? De Stip op de horizon, Gods doel wat Hij voor ogen heeft, de komst van Zijn Koninkrijk, het is geen sprookje! Het is een wonderlijk Goddelijk plan, een Heilsplan voor een wereld die zonder dat Heil voor eeuwig verdoemd en verloren zou zijn, met mij en jou en iedereen inbegrepen.
God koos Israël uit, en deed daaruit de Heiland, de Redder der wereld geboren worden! Dáár zal de Zoon van God straks terugkomen om de wereld te gaan regeren in recht en gerechtigheid! Ga je er bijhoren, samen met allen die voor JEZUS hun keuze maakten, Jood en Griek, Arabier en Hollander? En wat met Israël? Je kunt er niet omheen! En wat met Jezus? Hij is één van hen, een JOOD; Hij nam de zondeschuld der wereld op Zich, ook van JOU, je kunt niet om Hem heen! Hij wil je Redder zijn!
Hij, Die droeg mijn zonden,
Die mij redde van de dood,
Die mijn pijn droeg in Zijn wonden,
zonder klacht, Hij was een Jood.
Hij, Die wist van al mijn zorgen,
Die mij tilde uit de nood,
en Die in de nieuwe morgen,
stralend schijnt, Hij was een Jood.
Hij, Die spoedig zal regeren,
Die mij licht en leven bood,
Hem, Die ieder zal vereren
Als de Koning, Was een Jood.
Hem, voor wie men zich zal buigen,
klein en groot,
Die Gods liefde kwam betuigen,
werd geboren, Als een Jood.
Hij, Die alles heeft verdragen,
En ons in Zijn armen sloot,
Hij zal zeker van ons vragen,
Wat wij deden, Met die Jood.
[Hanna Maltha]
H. van den Berg,
Tel. 06-15062838
E-mail: berg.services@telfort.nl