‘s-Gravenzande 07.12.2023 – Na jaren samenwonen en lief en leed te hebben gedeeld, barstte op 23 januari dit jaar de bom tussen twee tweelingbroers in ‘s-Gravenzande.
Een dan 51-jarige man uit Den Haag meldt zich de volgende dag bij de politie dat zijn broer levenloos op bed ligt. “Het zal wel zijn door zijn hersens, ik heb hem hard geslagen op zijn kop.”
Het was in deze zaak de vraag in hoeverre het overlijden van zijn broer aan verdachte kon worden toegerekend. Het slachtoffer was een flinke drinker en viel geregeld om volgens verdachte. In het weekend zou hij nog op zijn hoofd gevallen, hij bloedde sinds zaterdag uit zijn oor. Van hersenletsel dat is waargenomen tijdens de sectie kon ook niet worden vastgesteld wanneer het was toegebracht. Misschien tijdens het slaan, maar het kan ook van de dagen ervoor zijn.
Maar volgens de officier van justitie kan het handelen van verdachte op zijn minst een onmisbare schakel zijn geweest in de gebeurtenissen die tot het overlijden hebben geleid. Verdachte heeft op geen enkel moment hulp ingeschakeld, sterker, hij heeft hem toen er ruzie was nog een paar keer flink op het hoofd geslagen en geschopt. Terwijl het slachtoffer nog had geroepen om te stoppen en terwijl hij wist dat zijn broer al hoofdletsel had. De kans dat zijn broer het niet zou overleven, heeft hij voor lief genomen. Daarmee heeft hij zich volgens het Openbaar Ministerie schuldig gemaakt aan doodslag.
Familie wil vrijspraak
Het overlijden werd donderdag getypeerd als een familietragedie. De tweelingbroers woonden de afgelopen jaren samen, deden hetzelfde werk, gingen samen op vakantie en deelden lief en leed. Het slachtoffer had problemen met alcohol maar was mede daarom ook bij zijn broer gaan wonen, zodat hij geholpen zou worden. Het tegenovergestelde gebeurde: verdachte blijkt ook een problematische drinker en samen dronken ze geregeld flink. Ook was sprake van cocaïnegebruik.
De nabestaanden van het slachtoffer zijn echter ook familie van de verdachte. Zij willen geen straf en hebben verzocht om een vrijspraak. “Maar bij een ernstig feit als dit kan ik niet afzien van eens strafeis,” legde de officier van justitie uit. “Het slachtoffer had een leven, en hoe moeilijk dat leven ook was, er is geen enkele rechtvaardiging om hem dat leven af te nemen.”
In de rechtspraak worden voor doodslag vaak straffen tussen de 8 en 12 jaar cel opgelegd. “Gelet op de houding van de familie en het verdriet dat ik bij verdachte zie, zal ik aan de onderkant van die bandbreedte blijven,” zei de officier van justitie. Ze eiste 8 jaar cel.
Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.