Nederland 12.03.2024 – In 2023 registreerde de politie ongeveer 150.000 verdachten van misdrijven. Dat is iets minder dan in 2022.
Ruim een kwart van alle verdachten was jonger dan 23 jaar. Tussen 2010 en 2018 daalde het aantal jonge verdachten, maar de laatste jaren is het stabiel gebleven. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Bij de 800.000 misdrijven die de politie in 2023 registreerde, werden 150.000 unieke personen aangehouden als verdachte van dat misdrijf. 2 op de 3 van deze verdachten werden al eerder in hun leven door de politie geregistreerd als verdachte.
Het aantal verdachten is hiermee iets lager dan in het jaar ervoor, toen de politie 156.000 verdachten registreerde. In 2010 werden nog veel meer personen verdacht (272 duizend).
Jongvolwassenen worden naar verhouding het vaakst verdacht van een misdrijf, met 178 per 10.000 inwoners van 18 tot 23 jaar. Het aantal jonge verdachten is sinds 2010 ook het sterkst afgenomen. Minderjarigen worden ook relatief vaak verdacht van een misdrijf, namelijk met 139 verdachten per 10.000 minderjarigen.
Sterke daling verdachten geweld en vernieling
Het aantal geregistreerde verdachten van geweldsmisdrijven en van vernieling/misdrijven tegen de openbare orde is sinds 2010 meer dan gehalveerd (respectievelijk -57% en -53%). Het aantal verdachten van verkeersmisdrijven daalde in dezelfde periode met 21%. Bij jongeren (12 tot 23 jaar) is de daling bij geweldsmisdrijven met 64 procent nog sterker. Bij vernieling en openbare orde zijn in 2023 68 procent minder jongeren als verdachte geregistreerd dan in 2010.
Grote verschillen naar opleiding en inkomen
Personen die voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs als hoogst gevolgde opleiding hebben, blijken respectievelijk meer dan 7 en bijna 6 keer zo vaak verdacht van een misdrijf te zijn als gemiddeld. Personen met voortgezet speciaal onderwijs zijn 12 keer zo vaak verdacht van vernieling. Ook minderjarigen met voorgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs als hoogst gevolgde opleiding zijn een stuk vaker verdacht van een misdrijf dan gemiddeld.
Personen die behoren tot een huishouden onder de lage inkomensgrens zijn meer dan 3 keer zo vaak verdacht van een misdrijf. Voor vermogen-, drugs- en (vuur)wapenmisdrijven is dit ongeveer 4 keer zo vaak.
Verdachten in de regio
In 2023 woonden naar verhouding de meeste verdachten in Heerlen en de minste in Dinkelland. Landelijk werden 80 verdachten per 10.000 inwoners geteld tegenover 149 per 10.000 inwoners in Heerlen en 25 in Dinkelland. Van de vier grote gemeenten woonden in Rotterdam de meeste verdachten (143 per 10.000 inwoners). In Utrecht lag het aantal verdachten op het landelijk gemiddelde. In de provincie Overijssel woonden naar verhouding de minste verdachten, in Flevoland, Noord- en Zuid-Holland de meeste.
In Westland gaat het om 55 verdachten per 10.000 op een bevolking van 116.000. In Midden Delfland gaat het om 40, Maassluis en Delft 77, Rijswijk 92 en Den Haag 133 verdachten per 10.000 inwoners.