Westlanden 11.02.2011 – Het stationeren van helikopters op ziekenhuisdaken van vier medische centra wordt vanaf vandaag dag en nacht toegestaan.
Dit betekent dat naast de medische centra in Rotterdam en Nijmegen nu ook het UMC Groningen en VU Amsterdam ’s nachts makkelijker traumavluchten uit kunnen gaan voeren. Dit besluit heeft staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) genomen op basis van een advies van het adviescollege burgerluchtvaartveiligheid, DEGAS. ‘’De traumaheli hoort bij een professionele zorg in Nederland. Vanaf nu ook in Groningen en Amsterdam, 24 uur per dag, 7 dagen per week’’, aldus Atsma.
Het vliegen met traumaheli’s in de nacht was al mogelijk omdat de Inspectie Verkeer en Waterstaat hier een ontheffing voor had verleend. Maar het was niet toegestaan om de helikopter ook ’s nachts na het afzetten of ophalen van een patiënt op het dak te parkeren. In de praktijk betekende dit dat in Amsterdam en Groningen de helikopters vanaf 1 november 2010 ’s nachts niet konden uitrukken vanaf het dak.
De ziekenhuizen wilden vanaf dat moment ook ’s nachts het dak gebruiken omdat er voor deze centra geen adequate parkeerplek op de grond ingericht kon worden. De medisch centra in Rotterdam en Nijmegen konden wél ’s nacht vliegen omdat zij over grondlocaties beschikken. Daar staat de helikopter geparkeerd na het ophalen of afzetten van een patiënt of medisch team op het dak.
Staatssecretaris Atsma wilde een eind maken aan deze onwenselijke situatie en heeft laten onderzoeken of het stationeren van helikopters op daken ook ’s nachts veilig genoeg is. Het adviescollege concludeert nu dat de veiligheid niet in het geding komt als helikopters ook s ‘nachts op het dak staan en van daar uitvliegen om zo snel mogelijk naar in nood verkerende patiënten te gaan.
‘Veiligheid staat voorop. Het gaat om het redden van mensenlevens en dat moet op een veilige manier gebeuren. Nu blijkt dat dit inderdaad veilig kan, wil ik dat de traumaheli’s zo snel mogelijk ook ’s nachts kunnen uitrukken. Ik leg dat in regelgeving vast, zodat daarover geen misverstand meer kan bestaan.’’, aldus Atsma.