Monster 04.06.2024 – De rechtbank Den Haag heeft een 44-jarige vrouw vrijgesproken van het veroorzaken van een verkeersongeval op het Schelpenpad in Monster op 7 juni 2022.
Bij het ongeval raakte een wielrenner, oud minister Sander Dekker, ernstig gewond. De rechtbank oordeelt dat niet bewezen kan worden dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk letsel heeft toegebracht. Ook kan niet bewezen worden dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend heeft gehandeld.
Ongeval
Het ongeval vond plaats in de avond op een geasfalteerd fietspad van 4,40 meter breed dat loopt door de duinen tussen Monster en het strand. De verdachte en haar echtgenoot liepen op het fietspad tegen het verkeer in vanuit Monster in de richting van het strand. Op de plek waar ze liepen was het pad versmald door uitstekende bosschages. Het slachtoffer en zijn partner fietsten op het Schelpenpad in tegengestelde richting. Zes seconden voor de val fietsten ze 38 kilometer per uur. Bij het passeren raakte het slachtoffer de verdachte. Hij kwam daarbij ten val en liep een zwaar lichamelijk letsel op.
De verdachte verklaarde dat zij niet kon uitwijken toen de fietsers eraan kwamen vanwege de overhangende bosschage. Toen de wielrenners haar en haar man tegemoet fietsten, maakte zij een handgebaar waarbij zij haar armen van boven naar beneden heeft bewogen en “rustig, rustig” riep, zei zij. Vervolgens heeft zij haar armen opgeheven en langs haar lichaam gehouden, waarna het slachtoffer tegen haar arm aanreed en ten val kwam, verklaarde zij. Zij heeft het slachtoffer niet vastgepakt, stelde zij.
De partner van het slachtoffer heeft verklaard dat de verdachte het slachtoffer wel heeft vastgepakt bij de rechter bovenarm, waardoor die uit balans raakte en vervolgens ten val kwam. En in het proces-verbaal wordt gesproken over een onbekend gebleven getuige die heeft verklaard dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk zou hebben beetgepakt. Het is echter onduidelijk (gebleven) wie deze getuige was en hoe deze getuige heeft kunnen waarnemen dat er sprake was van vastpakken.
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt vast dat, naast de verklaring van de partner van het slachtoffer, het dossier geen verklaringen bevat van getuigen die uit eigen waarneming hebben verklaard dat het slachtoffer bij zijn arm werd vastgepakt. In de eerste verklaring die de verdachte heeft afgelegd tegen agenten, zegt zij weliswaar dat zij het slachtoffer had vastgepakt. Maar de rechtbank oordeelt dat aan deze verklaring geen doorslaggevende betekenis toekomt. De agent heeft immers de verdachte direct om verduidelijking gevraagd en toen antwoordde de verdachte dat zij haar arm naar de zijkant omhoog had gestoken, waarna het slachtoffer haar arm heeft geraakt. De eerste verklaring van de verdachte was kennelijk niet zo eenduidig waardoor de agent om verduidelijk heeft moeten vragen. Nadien heeft de verdachte steeds verklaard dat van vastpakken geen sprake was. De rechtbank oordeelt dat niet bewezen kan worden dat de verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht.
Ook kan niet bewezen worden dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend heeft gehandeld. Het bewuste fietspad mocht door voetgangers worden gebruikt, oordeelt de rechtbank. De verdachte werd plots geconfronteerd met een situatie waarin twee wielrenners haar en haar man op het fietspad met aanmerkelijke snelheid naderden. Daarbij zag de verdachte geen reële mogelijkheid om zich aan die situatie te onttrekken. De eerste armbewegingen die de verdachte maakte, kunnen worden opgevat als een poging om de wielrenners tot langzamer rijden te manen. Dat de verdachte vervolgens haar armen langs haar lichaam omhoog heeft gehouden en in aanraking kwam met het slachtoffer, is onvoldoende om te kunnen spreken van aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend handelen.