‘s-Gravenzande 01.07.2012 – Sinds ik m’n columns schrijf, deze maand achttien jaar geleden, zijn er altijd wel weer voorvallen, kleine gebeurtenissen soms, die mij bepalen bij het onderwerp van die week.
Dat was gister ook het geval; in onze volkstuin groeit het in deze dagen geweldig, dank zij de overvloedige regen. Het aardappelgewas is hoger en groener dan ooit, maar of het er onder de grond ook vruchtdragend uitziet is nog maar de vraag. Ook de aardbeien doen het goed; hoewel er niet zoveel zonneschijn is, is de oogst toch prima en heel lekker! Om ongewenste gasten op een afstand te houden heb ik een net over deze zomerkoninkjes gedrapeerd, en dat ging tot nu toe heel goed.
Gisteren echter was er een ‘inbreker’, een jonge merel. Een mooie vogel, deze Turdus merula, wat letterlijk ‘lijster merel’ betekent, die prachtig kan zingen en bessen en aardbeien o.a. héél lekker vindt! Toen ik voorbijkwam vloog ze op, maar bleef gevangen onder het net. Paniek alom, angstige geluiden van het jong en ook van de moeder die in de boom ernaast getuige was van wat er gebeurde. Ze vluchtte voor me weg en even later was het weer stil en dacht ik dat ze een uitgang had gevonden. Maar een kwartier later vond ik haar, heftig fladderend om vrij te komen en niet beseffend dat ze zich alleen maar meer in de ‘nesten’ werkte!
Het zag er hopeloos uit voor haar; het net zat onder haar vleugels en om haar pootjes, ten dode opgeschreven! Met een schaar schoot ik te hulp, voorbijziend aan de schade die ik aan het net toebracht. Toen ik haar probeerde te pakken viel ze me aan met haar scherpe snavel; dikke handschoenen waren nodig om deze bevrijdingsactie voort te zetten.
Terwijl ik al knippend een weg baande naar haar bevrijding beet ze me onophoudelijk fel in m’n hand, ondankbaar en agressief. Eigenlijk wilde ze liever dood gaan in dat ‘gevangen zijn’ dan gered worden door liefdevolle mensenhanden. Uiteindelijk was ze los, bevrijd en gered van alle belemmeringen en kon ik haar laten gaan. Even nog bleef ze op m’n hand zitten en vloog toen, luid roepend, richting haar moeder die waakzaam op de reddingsoperatie had toegezien.
Weinig interessants aan, denk je wellicht, zo’n onbetekenend voorval. Toch kan het dienen als triest voorbeeld van mensen die de genade van God veronachtzamen. Na de zondeval in het paradijs is er een diepe onoverkomelijke kloof ontstaan tussen de Schepper en Zijn schepselen, tussen God en de mensen, niemand uitgezonderd! Allemaal zijn of waren we gevangen onder het net van de Boze, en het zag er hopeloos en uitzichtloos voor ons uit.
Élk mens is geschapen met een eeuwige geest; dood is dood gaat niet op, reïncarnatie al evenmin. Onze geest verhuist naar de plek waarvoor wij hier en nu onze keuze kunnen maken! Want God Zélf kwam met een unieke oplossing; omdat Hij bijzonder op mensen gesteld is en het Zijn bedoeling was om eeuwig met hen samen te leven en te communiceren bedacht Hij een heel bijzonder reddingsplan! Dát eeuwige plan wilde Hij ten koste van álles uitgevoerd hebben; omdat God onkreukbaar is en rechtvaardig moest Hij de mensen, elk mens, straffen voor de zonden, door hen begaan.
En dan zou er dus geen mens kunnen blijven bestaan, iedereen ten dode opgeschreven, voor eeuwig van God verlaten! Om dat te voorkomen stuurde Hij zijn Zoon Jezus naar de aarde om die straf te dragen; Jezus onderging die straf van de hele mensheid aan het kruis! Hij stierf daar voor u en jou en mij en de hele mensheid en verzoende ons met Zijn Vader. Hij stond daarna op uit de dood en bewees daarmee God te zijn, almachtig! De macht van de dood, van de duivel verbrak Hij door dit bovennatuurlijke feit en sindsdien is Hem “alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.”[Mat.28:18]
Daardoor werd Hij de Redder der wereld, de door God aangewezen en Enige Weg tot Hem! Wie Zijn Zoon als Redder definitief afwijst heeft het voor eeuwig bij God verbruid! Jezus is de vervulling van Gods reddingsplan dat beoogt dat wij niet gevangen blijven onder het net van de duivel. Ieder die gelooft dat er voor hem of haar een Redder nodig is en er voor kiest om door Jezus gered te worden, die zal bevrijd en gered worden!
Maar helaas zijn er tallozen die niet gered willen worden, die de noodzaak er niet van inzien! Die door de leugens van satan verstrikt zijn geraakt in zijn netten, en zich daar nu wel comfortabel voelen, en zich niet bewust zijn van het dodelijk gevaar waarin ze verkeren. Van een waarschuwing willen ze niet horen; ze verweren zich zoals dat lijstertje en fladderen maar wat rond, verstrikt in de leugens die hen zijn aangepraat. Misschien bent u wel een van hen, en jij ook.
De Bijbel spreekt op verschillende plaatsen over het net dat de duivel spant, de strik of de valstrik waarmee hij mensen geestelijk gevangen neemt en nooit meer loslaat.David sprak er over in een van zijn psalmen en getuigt van zijn redding. Hij zegt: “Vertrouwelijk gaat de Heere om met wie ontzag voor Hem hebben, Zijn verbond maakt Hij hun bekend. Mijn ogen zijn voortdurend gericht op de Heere, want hij bevrijdt mijn voeten uit het net.” [Ps. 25:14-15]
En daar gaat het om! Jezus is gekomen om de redden en te bevrijden en Hij staat klaar om je ‘los te knippen’ uit het net van de machten die over je heersen. Maak je keuze, wees eerlijk en sluit je ogen er niet voor; je behoort tot het kamp van Jezus of tot dat van de vijand, een tussenweg is er niet! En vandaag biedt Jezus Zich aan als Redder en Bevrijder: “Hij is het Die u redt van de strik van de vogelvanger.”[Ps.91:3]
Ga er op in, werk je niet langer in ‘de nesten’ zoals dat vogeltje, maar geef je over aan Jezus! Hij houdt zóveel van u en van jou dat Hij voor je stierf!! En nu wil Hij je redden en voor eeuwig bevrijden!
Hoor ons loflied Heer, onze dank weerklinkt
eng’len buigen neer, Uw gemeente zingt
en U draagt ons hoog op Uw vleugels mee.
Heel de wereld ziet het:
God maakt vrij, God maakt vrij
in die hoop leven wij.
Ons verdriet wordt een lied.
God maakt vrij, God maakt vrij [opw.720]
H. van den Berg, tel. 06-15062838/e.mail: berg.services@telfort.nl