‘s-Gravenhage 26.11.2024 – De rechtbank heeft 12 verdachten veroordeeld voor hun aandeel in de ongeregeldheden bij Opera Zalencentrum in Den Haag op 17 februari. De straffen variëren van 5 tot en met 18 maanden gevangenisstraf.
De Nederlandse Federatie Eritrese Gemeenschappen organiseerde op 17 februari 2024 een bijeenkomst in het zalencentrum waar ook twee andere bijeenkomsten werden georganiseerd. Er waren in totaal 1500 mensen aanwezig. Hoewel de locatie van de Eritrese bijeenkomst geheim was gehouden, hebben tegenstanders van het huidige Eritrese regime, die ook tegen de bijeenkomst waren, achterhaald waar deze plaatsvond. In korte tijd zwol het aantal tegenstanders aan.
Rond 16.45 uur werden aanwezige politieagenten met stenen bekogeld. Op een later moment werden er auto’s in brand gestoken. Politie en de Mobiele Eenheid zagen zich geconfronteerd met 300 tegenstanders die het zalencentrum probeerden binnen te komen. In het zalencentrum brak paniek uit. Geparkeerde auto’s en auto’s van voorbijgangers werden beschadigd. De ME uit Rotterdam moest bijstand verlenen. Het geweld richtte zich ook tegen brandweerlieden die probeerden het vuur bij het zalencentrum te blussen. Een groot aantal politieagenten raakte gewond. Uiteindelijk wisten politie en ME de tegendemonstranten te verdrijven. Na 21.30 uur keerde de rust terug. Bij het zalencentrum en in de omgeving daarvan bleef een spoor van vernielingen achter.
Openlijke geweldpleging
In juli en september 2024 werden andere verdachten al veroordeeld voor hun aandeel in de ongeregeldheden. De rechtbank oordeelt ook nu dat het gepleegde geweld kan worden aangemerkt als één geheel van geweldshandelingen. Dit geldt ook voor het stichten van brand. Uit zendmastgegevens of camerabeelden blijkt dat de 12 verdachten die in deze zitting terecht stonden na de eerste brandstichting zich niet hebben onttrokken aan de ongeregeldheden en daarna nog geruime tijd in de directe nabijheid van het zalencentrum aanwezig zijn gebleven. Het groepsgeweld tegen de politie en de brandstichtingen aan de voertuigen dienden hetzelfde achterliggende doel, namelijk het verstoren van de bijeenkomst in het zalencentrum.
Straffen
De rechtbank acht de ten laste gelegde openlijke geweldpleging in alle 12 zaken bewezen. Eén verdachte wordt daarnaast mishandeling van een agent verweten. Weer een andere verdachte wordt daarnaast verdacht van brandstichting bij een Arrivabus. Ook die verdenkingen acht de rechtbank bewezen.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank onder meer gedifferentieerd naar de mate waarin ieder van de verdachten een actieve bijdrage aan de geweldpleging heeft geleverd. De straffen variëren van 5 tot en met 18 maanden gevangenisstraf. De rechtbank heeft steeds een deel daarvan voorwaardelijk opgelegd. In de zaken waarin de voorlopige hechtenis was geschorst, heeft de rechtbank die schorsing per vandaag opgeheven. Dit betekent dat de verdachten weer voorlopig gehecht zijn.
In de zaken hebben 87 partijen gevraagd om een schadevergoeding, waarvan 66 politieagenten en ME’ers. De rechtbank vindt een vergoeding van immateriële schade voor alle politieagenten en ME’ers op zijn plaats en kent daarvoor verschillende bedragen toe. Daarnaast heeft de rechtbank meerdere schadevergoedingen van andere benadeelde partijen (grotendeels) toegewezen. Het gaat voornamelijk om schade aan auto’s die tijdens de ongeregeldheden in de buurt van het zalencentrum geparkeerd stonden.