Rotterdam 12.10.2012 – De veiligheidscultuur bij onderzochte risicovolle bedrijven in het Rijnmondgebied is over het algemeen genomen voldoende. Toch kán het beter en moet het daarom ook beter.
Daarnaast zijn er bij inspecties van tanks en koel-en blussystemen bij risicovolle bedrijven geen overtredingen in de zwaarste categorie aangetroffen. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een tweetal onderzoeken die de afgelopen maanden hebben plaatsgevonden in het Rijnmondgebied.
Na de constateringen bij tankopslagbedrijf Odfjell is de vraag gesteld hoe veilig het is bij risicovolle industrie in het Rijnmondgebied. Vandaag presenteert de DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) samen met de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) de resultaten van het onderzoek naar de veiligheidscultuur bij 14 bedrijven en het onderzoek naar tanks en de bijbehorende koel- en blusvoorzieningen bij 12 bedrijven.
Veiligheidscultuur onder de loep
De provincie Zuid-Holland en de DCMR hebben afgelopen zomer het onderzoeksinstituut TNO de opdracht gegeven de veiligheidscultuur bij bedrijven in het Rijnmondgebied te onderzoeken. De pilot is om te onderzoeken hoe veiligheidscultuur kan worden opgenomen in het reguliere toezicht. Dit sluit aan op de ontwikkeling dat veiligheidscultuur een belangrijk onderdeel is van de veiligheidsprestatie van bedrijven.
Voor het onderzoek selecteerde de DCMR 14 uiteenlopende bedrijven: enkele waarbij in het verleden overtredingen werden geconstateerd en enkele met een goed verleden. Bij deze bedrijven is de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam of de gemeente Albrandswaard bevoegd gezag. Twaalf van de onderzochte bedrijven scoren voldoende of hoger. Toch is hier zeker nog ruimte voor verbetering. Twee bedrijven scoren onvoldoende. Bij hen voerde de DCMR vervolgens een onaangekondigde controle uit. Daarbij zijn overtredingen aangetroffen waarop wordt gehandhaafd.
Onderzoek tanks en koel- en blusvoorzieningen
Het onderzoek naar tanks en koel- en blusvoorzieningen spitste zich toe op bedrijven in het Rijnmondgebied waar oudere tanks staan waarin gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen. Uit het onderzoek blijkt dat er bij geen bedrijf overtredingen zijn in de zwaarste categorie. Daarnaast is bij de zogenoemde live tests van de koel-en blusvoorzieningen gebleken dat deze in alle gevallen werkten.
Bij de onderzochte bedrijven zijn wel overtredingen geconstateerd die een risico kunnen vormen voor de omgeving, zoals onvoldoende onderhoud aan de brandblussystemen en het niet tijdig uitgevoerd hebben van tankinspecties. Op deze overtredingen volgen strikte handhavingsacties om de risico’s zo snel mogelijk weg te nemen. In een aantal gevallen hebben bedrijven overtredingen al ongedaan gemaakt.
Landelijk inspectieproject Bedrijven met opslagtanks
Het onderzoek naar tanks en bijbehorende koel- en blusvoorzieningen loopt vooruit op een landelijk inspectieproject van Bedrijven met opslagtanks. Hierin worden de resterende 38 bedrijven bekeken in het Rijnmondgebied met tanks en opslag van gevaarlijke stoffen. Het landelijke onderzoek is voor de zomer van 2013 afgerond.
Een duidelijk signaal
De DCMR voert onder andere toezicht en handhaving uit voor de provincie Zuid-Holland. Rik Janssen, gedeputeerde Milieu: “Het is goed dat er nu een breder beeld is hoe het er voor staat met de risicovolle tanks en de bijbehorende koel- en blusvoorzieningen in het Rijnmondgebied. De resultaten van de onderzoeken zijn een duidelijk signaal voor alle bedrijven in het Rijnmondgebied. Er is nog werk aan de winkel.
Zij zijn als eerste verantwoordelijk voor de veiligheid. De komende maanden zullen er gesprekken met de onderzochte bedrijven en brancheorganisaties plaatsvinden om de resultaten van de onderzoeken te bespreken. De DCMR en VRR handhaven op de geconstateerde overtredingen om te zorgen dat deze binnen korte tijd teniet worden gedaan.”