Overeenstemming over ganzenbeleid in Zuid-Holland

Westlanden 16.07.2014 – De Faunabeheereenheid Zuid-Holland en de provincie Zuid-Holland hebben afspraken gemaakt over het ganzenbeleid voor de komende periode.


Hierbij wordt een evenwicht gevonden tussen de aanwezige aantallen ganzen in de provincie en de schade die zij aan natuur, recreatiegebieden en landbouwgewassen toebrengen.

De populatie ganzen in Zuid-Holland is de laatste decennia sterk toegenomen: van 55.000 ganzen in 2005 tot 150.000 in 2012. Door deze groei neemt ook de schade die ganzen aanrichten aan landbouwgewassen en natuur toe. Jaarlijks wordt een toenemend bedrag aan schadevergoedingen uitgekeerd voor opgevreten landbouwgewassen. In 2012 was dit bedrag circa € 1 miljoen. De betrokken partijen vinden deze schadepost niet meer acceptabel.

Nadat eind 2013 het draagvlak onder het landelijke Ganzenakkoord was weggevallen, is er met de bovengenoemde partijen binnen Zuid-Holland verder gesproken. Het uitgangspunt in deze gesprekken was om dichtbij de afspraken uit het landelijke Ganzenakkoord te blijven.

Schade beperken

Afgesproken is nu om de schade terug te brengen naar een acceptabel niveau door de populatie standganzen – ganzen die het gehele jaar in Zuid-Holland verblijven – de komende 5 jaar terug te brengen. De Zuid-Hollandse natuurgebieden kunnen bij kleinere populaties een belangrijk deel van de ganzen herbergen, waardoor het bestrijden van ganzen in de toekomst bijna niet meer nodig zal zijn. Ter bescherming van de wintergasten (trekganzen) wordt een winterrustperiode ingesteld. Na de ganzentelling van 2016 evalueren de partijen de resultaten. Zij maken afspraken over bijsturing als de doelstellingen niet gehaald worden.

De Faunabeheereenheid Zuid-Holland heeft de wettelijk taak om te voorkomen dat beschermde wilde dieren schade aanrichten. De Faunabeheereenheid bestaat uit de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO), de Koninklijke Nederlandse Jachtvereniging, de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer, de Federatie Particulier Grondbezit, Natuurmonumenten, Zuid-Hollands Landschap en Staatsbosbeheer.

Winterrust

Winterrust is essentieel voor de instandhouding van de trekganzenpopulatie. Trekganzen mogen tijdens de winterrustperiode op alle percelen met gras, oogstresten en groenbemesters en in de natuurgebieden rusten en eten. Alleen van kwetsbare gewassen mogen ganzen ’s winters worden verjaagd.

Maatregelen en ontheffing

Voorwaarde voor het slagen van het ganzenbeleid is een slagvaardig ontheffingenbeleid voor het terugbrengen van de standganzenpopulaties en het toepassen van effectieve maatregelen in vele gebieden. Het beleid bestaat uit diverse maatregelen voor de bestrijding van ganzen: van verjagen – waaronder preventieve maatregelen – en eieren schudden tot aan doden met geweer. Per gebied wordt bepaald welke methode het meest effectief is. De provincie en de Faunabeheereenheid hebben afgesproken om zich tot het uiterste in te spannen om de benodigde maatregelen te nemen.

Schadevergoeding

Voor tegemoetkomingen in schade aan agrariërs hanteert de provincie de geldende regels van het Faunafonds.

Meer nieuws uit
Zoeken