Delft – Op zaterdag 8 september – Open Monumenten Dag – organiseert de Stichting Pakschuit Nooit Gedacht vanaf Delft een tocht met gasten naar molen Windlust
in Wateringen en druivenkwekerij Sonnehoeck in Kwintsheul.
Tijdens een stapvoetse vaartocht door Delft, Sion en het Westland kunt u genieten van de omgeving en het rustige ritme van de antieke motor van de pakschuit. Koffie, thee en drankjes zijn aan boord. Vanaf de Zweth, nabij de Bonte Haas, per antieke bus naar molen Windlust voor een korte bezichtiging. De aankomst bij Sonnehoeck is een stap terug in de tijd: u waant zich in de negentiende eeuw. Na koffie of thee, lunch en een uitgebreide rondleiding met druivenproeverij worden de gasten per antieke bus van het Haags Bus Museum weer terug gebracht naar Delft.
De tocht kan ook andersom worden gemaakt: ’s ochtends stapt u in Delft in de antieke bus die u naar de druivenkwekerij Sonnehoeck brengt. Na koffie of thee volgt een uitgebreide rondleiding met druivenproeverij. Vervolgens per bus naar molen Windlust voor een korte bezichtiging en daarna naar de Zweth om aan boord te gaan van de pakschuit Nooit Gedacht. De lunch wordt genoten aan boord van de pakschuit die u weer terug brengt naar Delft. Ondertussen geniet u van de omgeving die er vanaf het water heel verrassend uit ziet.
De pakschuit Nooit Gedacht is het enige Varend Monument van Delft en is één van de 3 schepen in Nederland met een nog werkende petroleummotor. Zowel het schip als de motor zijn gebouwd in 1904. Het schip is tot eind jaren ’50 bedrijfsmatig gebruikt door de firma Balhuizen en van der Well uit Delft voor beurtdiensten vanuit de thuishaven Delft naar Maassluis, Amsterdam en Zaandam. Na een grondige restauratie door professionals en vrijwilligers is het geschikt gemaakt als rondvaartboot. De bijzondere motor is het hart van het schip en is een genot om te bekijken en te beluisteren.
De Stichting Haags Bus Museum werd opgericht in 1979 en stelt zich ten doel “het opsporen, aankopen, restaureren en rijdend op de weg brengen en houden van de voor de geschiedenis van het openbaar vervoer in de Haagse regio belangwekkend autobusmaterieel”. Enkele bussen uit de collectie zijn zo waardevol dat ze door de gemeente Den Haag aangedragen zijn als “roerend monument” op de gemeentelijke erfgoedlijst.