Westlanders van Duitse afkomst

Kwintsheul 28.11.2017 – Immigratie is geen nieuw verschijnsel. Minder bekend is dat veel Westlandse families zelf afstammen van immigranten, die in de afgelopen

honderden jaren zich in onze streek hebben gevestigd. Op 6 december houdt Arnold Arkesteijn in de Kastanjehof in Kwintsheul een lezing over Westlanders van Duitse afkomst. De lezing wordt om 19.30 uur vooraf gegaan door de uitreiking van de Oud-Westlandprijs.

Foto archief

Tussen 1600 en 1900 trokken jaarlijks tienduizenden Duitsers uit Westfalen naar Nederland als seizoenarbeider. Ze werkten op het platteland van Holland, Friesland en Groningen als hannekemaaiers, hooiers, turfstekers of steenbakkers. De reis ging te voet via vaste wegen en men reisde in groepen. Vaak hadden ze vaste boeren bij wie ze ieder jaar terecht konden.

Ze kwamen af op de hoge lonen die in de Republiek (nu Nederland) betaald werden. Met het hooi- en maaiwerk kon in een paar maanden genoeg verdiend worden om het schamele  jaarinkomen aan te vullen. De Hollandse boeren konden ook niet zonder de Duitse seizoenarbeiders.

Voor de pauze geeft Arkesteijn een overzicht van Holland in deze periode. Waarom had men de Duitsers nodig en waarom kwam het de Duitsers goed uit. Waren er nog immigranten uit andere landen? Na de pauze zal hij het een en ander vertellen over de genealogie van enkele Westlandse families van Duitse oorsprong.

Arnold Arkesteijn was leraar economie in het voortgezet onderwijs in Den Haag. Na zijn pensionering ging hij op zoek naar de geschiedenis van zijn familie. Ook de tijd waarin zij leefden en werkten had zijn interesse. Tevens is hij al een aantal jaren voorzitter van de Studiegroep Genealogie Westland, die dit jaar het veertigjarig jubileum viert.