Nederland 04.09.2020 – Bijna een kwart (24,3 procent) van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder gaf in 2019 aan dat drugsgebruik
of drugshandel weleens voorkomt in zijn of haar buurt. Ongeveer 4 procent zegt daar veel overlast van te ervaren. Vooral inwoners van basisteamregio’s van de politie in de grote steden geven vaker aan veel drugsoverlast te ervaren. Dit blijkt uit gegevens van de Veiligheidsmonitor 2019.
De Veiligheidsmonitor 2019 is gebaseerd op een enquête onder 135 duizend Nederlanders van 15 jaar of ouder. Zij kregen onder andere vragen voorgelegd over de ervaren drugsoverlast in de eigen woonbuurt.
Drugsgebruik of drugshandel vooral in grote steden
In Nederland is de politie op het laagste regionale niveau georganiseerd in 167 basisteams. Tussen deze basisteams verschilt het aandeel personen dat drugsgebruik of -handel ervaart in hun buurt sterk. Het varieert van 14,1 procent in basisteamregio Groningen-Zuid tot 78,8 procent in Centrum-Burgwallen, Amsterdam-Noord. Ook in de Amsterdamse basisteamregio Centrum-Jordaan komt drugsgebruik of -handel met 59,7 procent relatief vaak voor volgens de bewoners. Daarnaast geeft 40 tot 50 procent van de inwoners van zeven andere Amsterdamse basisteamregio’s aan dat drugsgebruik of -drughandel weleens in hun buurt voorkomen. Deze regio’s liggen zowel in Amsterdam-Oost, -West als -Zuid.
Naast Amsterdam komen drugsgebruik of -handel bovengemiddeld vaak voor in de Haagse basisteamregio’s Jan Hendrikstraat (51,4 procent), De Heemstraat (50 procent) en Hoefkade (52,4 procent). In Rotterdam-Stad zijn het vooral de basisteamregio’s Centrum (54,4 procent) en Delfshaven (61,8 procent) en in Rotterdam-Zuid Charlois (49,9 procent) en Feijenoord (49,1 procent) waar veel drugsgebruik of -handel worden gemeld. In Utrecht-Stad gaat het om de basisteamregio’s Utrecht-Noord (44,6 procent) en Utrecht-Zuid (42,0 procent).
Regionaal
In Westland en Midden Delfland komt dat neer op 14,4%, buurgemeente Delft op24% en in de regio Waterweg (Maassluis, Hoek van Holland, Vlaardingen en Rotterdam Noord op 32,5%.
Ook meer drugsgebruik of drugshandel ervaren in grensgebieden
Inwoners van de grensgebieden met Duitsland en België gaven bovengemiddeld vaak aan te maken te hebben met drugsgebruik of -handel. De helft van de inwoners van basisteamregio Kerkrade geeft aan dat dit voorkomt in hun buurt.
Ook in de basisteamregio’s van Heerlen en Maastricht geeft meer dan 4 op de 10 inwoners aan dat drugsgebruik of -handel in hun buurt voorkomen.
Inwoners Amsterdam ervaren ook de meeste overlast
In basisteamregio’s waar inwoners vaker aangeven dat drugsactiviteiten voorkomen, wordt ook vaker overlast ervaren. Zo is de Amsterdamse basisteamregio Centrum-Burgwallen niet alleen de plek waar drugsgebruik of -handel het vaakst voorkomen, maar ook de plaats waar de inwoners het vaakst veel overlast ervaren. Meer dan een kwart (27 procent) van de inwoners van 15 jaar of ouder geeft dit aan. Dit is bijna zeven keer hoger dan gemiddeld in Nederland (3,9 procent).
Met een percentage van 15,9 wordt er ook in de Amsterdamse regio Zuidoost-Bijlmermeer veel overlast van drugsgebruik of -handel ervaren. Dat geldt eveneens voor De Heemstraat (15,6 procent) en Hoefkade (17,2 procent) in het centrum van Den Haag, Delfshaven (16,5 procent) en Centrum (14,3 procent) in Rotterdam-Stad en Feijenoord (15,2 procent) in Rotterdam-Zuid.
Bij drugsoverlast negatiever oordeel over leefbaarheid Van de inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder die veel overlast ervaren van drugsgebruik of -handel, geeft bijna de helft (46 procent) ook aan dat hun buurt er in de afgelopen 12 maanden op het vlak van de leefbaarheid op achteruit is gegaan. Dit is een factor 4 hoger dan bij inwoners die hiervan minder of geen overlast ervaren (11,9 procent). Het landelijk gemiddelde komt op 13,2 procent uit.
Mensen die problemen met drugsgebruik ervaren, rapporteren ook vaker andere vormen van overlast, zoals het lastig vallen van mensen op straat, dronken mensen op straat en rondhangende jongeren. Van de mensen die veel overlast van drugsgebruik of -handel ervaren, zegt 24,2 procent dat dit probleem als eerste moet worden aangepakt. Bij de mensen die geen of weinig overlast ervaren, geeft 1,4 procent aan dit als eerste aan te willen pakken.