Westlanden 09.07.2018 – Er is een gezonde zeehondenpopulatie van ongeveer 14.000 dieren in de Nederlandse wateren. Daarom willen minister Schouten van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en de provincies samen met de opvanglocaties komen tot een zeehondenakkoord. Hierin staan de spelregels wanneer een zeehond wordt opgevangen. Ook natuurorganisaties, gemeenten en de terreinbeheerders worden hierbij betrokken. Het streven is om binnen een half jaar het zeehondenakkoord te sluiten. Dit schrijft minister Schouten in haar reactie op het advies van de Wetenschappelijke Adviescommissie Zeehondenopvang aan de Tweede Kamer.
Minister Schouten: ’We hebben in Nederland weer een gezonde zeehondenpopulatie. Daarin hebben de huidige zeehondenopvangcentra en vrijwilligers een belangrijke bijdrage gehad en daar ben ik blij om. Nu de populatie weer gezond en daardoor gegroeid is, ontstaat een nieuwe situatie. Dit vraagt om een andere manier van opvang. Ik wil dat graag doen met alle partijen die hierbij betrokken zijn. Zij beschikken immers over kennis en kunde als het gaat om de bescherming en de opvang van gestrande zieke en gewonde zeehonden.’
Zeehondenakkoord
In het algemeen geldt voor in het wild levende dieren het ‘handen af principe’. De wetenschappelijke commissie adviseert een zeehond wel op te vangen als hij gewond is door menselijk handelen, bijvoorbeeld als een dier vastzit in een visnet. Minister Schouten vindt het belangrijk dat mensen die betrokken zijn bij de opvang een onderdeel uitmaken van de totstandkoming van een breed gedragen akkoord zoals wordt geadviseerd in het advies van de commissie. De burgemeester van Vlieland, mevrouw Schokker, is gevraagd met de zeehondenorganisaties afspraken te maken over de zeehondenopvang.