Monster 23.03.2011 – De gemeente heeft woensdag antwoord gegeven op vragen van GBW wat de kustveiligheid betreft in het Westland in verband met de Zandmotor en de kustversterking.
De uitgevoerde kustverbreding en aanstaande zandmotor, die beide beogen het Westland extra te beschermen, hebben de steun van de fractie van GemeenteBelang Westland.
Echter het gevolg hiervan is dat de strekdammen zijn verdwenen of straks alsnog zullen verdwijnen door de zandmotor. De reddingsbrigades, zeesportvissers, surfers en andere watersporters ondervinden dan bij bepaalde omstandigheden problemen bij het te water gaan en aanlanden door de golven. De strekdammen zorgen namelijk voor luwte.
Het verdwijnen daarvan maakt het onveiliger voor deze doelgroepen. Hierop zijn wij geattendeerd door meedenkende burgers. Het is van belang dat er tijdig oplossingen komen, met name bij strandopgangen en locaties waar vaartuigen in en uit water gaan. Het gaat dan slechts om enkele plaatsen aan de Westlandse kust. Daarbij kan tevens worden voldaan aan Whvbz, zoals aangegeven in de handleiding zwemgelegenheden, door het aanbrengen van een geschikte zonering in het zwemseizoen voor zwemmers en tegelijkertijd een veilige tewaterplaats.
Wellicht dat oplossingen voor dit probleem gecombineerd kunnen worden met de behoefte aan een goede bereikbaarheid van de waterlijn voor doelgroepen die meer afhankelijk zijn van een harde ondergrond. We denken dan aan gehandicapten in rolstoelen of scootmobielen, ouders met kinderwagens of buggies, en ook bijv. ambulances. Laatstgenoemden kunnen dan beter en sneller komen op plaatsen waar de reddingsbrigade aan land gaat na een calamiteit. Een verbinding tussen strandopgang en waterlijn met bv. betonplaten ter hoogte van aan te leggen strekdammen is dan denkbaar.
De fractie van GemeenteBelang Westland heeft daarom de volgende vragen aan het college van B&W:
- Deelt het college de mening dat als gevolg van het verdwijnen van de strekdammen de situatie onveiliger wordt voor genoemde doelgroepen, i.h.b. de reddingsbrigades?
Shore monitoring & Research heeft de gevolgen van de kustversterking en de mogelijke gevolgen van de Zandmotor onderzocht.
Dit onderzoek wordt ondersteunt door de reddingsbrigades van Westland. Daaruit is duidelijk geworden dat de stromingen sterker en de brandingszone steiler is geworden. In combinatie met de verdwijning van de strekdammen kan dat leiden in sommige situaties tot problemen bij het te water gaan van van watersporters en kunnen zwemmers afdrijven in zee. Men verwacht dat in de loop der tijd de brandingszone zal afvlakken waardoor de kans op afdrijven zal afnemen.Wel is positief dat door het verdwijnen van de strekdammen de muistromen zijn afgenomen en minder sterk zijn dan voorheen. Dat draagt bij aan de zwemveiligheid. Het antwoord is dus tweeledig.
- Is het college bereid om met doelgroepen en provincie tijdig aan oplossingen hiervoor te werken?
De reddingsbrigades zijn zich bewust van de mogelijke gevaren met de aanleg van de kustversterking en de Zandmotor en willen door oefeningen meer inzicht verkrijgen in de veranderende situaties op zee. Mochten er problemen ontstaan in het zomerseizoen dan zal in overleg met betrokken instanties gepaste maatregelen worden genomen.
- Is het college bereid om hierbij de combinatie te zoeken met een betere bereikbaarheid vanaf de strandopgangen naar de waterlijn voor doelgroepen die meer afhankelijk zijn van een harde ondergrond?
Niet alle stranopgangen zijn toegankelijk gemaakt voor minder validen. Wel zijn er bij strandopgang Ter Heijde aan de strandweg voorzieningen aanwezig zoals een invalidentoilet en de strandrups. Het realiseren van een ‘pad’ voor mindervaliden is ook een wens van Platform Gehandicapten Westland. Inmiddels heeft de gemeente van het Hoogheemraadschap van Delfland een keurvergunning gehad om een pad naar de vloedlijn te realiseren voor de periode 1 april tot 31 oktober.
- Is het college bereid om over de financiering van oplossingen in gesprek te gaan met de provincie, bv. in het kader van het project Zandmotor?
Als er zich problemen voordoen ten gevolge van de Zandmotor dan zijn de kosten hiervoor ook ten laste te komen van het budget voor de aanleg van de Zandmotor. Daar zijn afspraken over gemaakt. In zo ’n geval zal de gemeente zeker beroep doen op dat budget. Voorzieningen die niet noodzakelijk zijn maar een wens van de gemeente betreffen worden daar niet uit betaald. De gemeente kan dan in gesprek gaan met de provincie maar de ervaring leert dat de provincie enkel meebetaald in provinciale belangen.
Namens de fractie van
GemeenteBelang Westland,
Leo Geubbels