Den Haag 28.01.2023 – De ministerraad heeft vrijdag ingestemd om de maximumprijzen van geneesmiddelen met een relatief lage omzet op te hogen met 15%.
Door de verhoging is de kans groter dat geneesmiddelen met een beperkte financiële ruimte voor de leverancier, beschikbaar blijven voor Nederlandse patiënten. Steeds meer medicijntekorten ontstaan vanwege (te) lage inkoopprijzen waardoor leveranciers naar andere afnemers op zoek gaan die meer betalen. Gevolg is dat steeds meer medicijnen niet meer op voorraad zijn.
Voor geneesmiddelen kunnen maximumprijzen worden vastgesteld op grond van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp). Dit prijsplafond is een belangrijk middel om de prijzen van, met name, dure geneesmiddelen te matigen en de uitgaven te beheersen. Maar er is ook een groep geneesmiddelen waarvan de omzet, als indicatie voor de marges, dermate onder druk staat, dat het voor fabrikanten op een gegeven moment niet meer rendabel is om deze op de Nederlandse markt te houden.
Om te voorkomen dat deze middelen van de markt verdwijnen, worden de maximumprijzen voor deze groep geneesmiddelen aangepast. Het gaat dan specifiek om groepen vergelijkbare geneesmiddelen met een jaaromzet lager dan € 500.000. Fabrikanten hoeven niet zelf een aanvraag in te dienen. Het nieuwe prijsmaximum wordt automatisch verwerkt voor middelen die ervoor in aanmerking komen.