Tuinbouw getroffen door wetswijziging energiebelasting

Westlanden 02.12.2019 – Na gedoe met PFAS en stikstofnormen wat veel onrust veroorzaakte bij de boeren en bouwbedrijven, dreigt nu een wetswijziging in de ODE de tuinbouw onevenredig hard te treffen. 


Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft donderdag 14 november ingestemd met een tariefverhoging voor de Opslag Duurzame Energie (ODE) van 177% in 2020. Voorheen werd deze energiebelasting 50/50 geheven over burgers en bedrijven.

Grootverbruikers gedupeerd
De overheid wil van die onevenredigheid af aangezien bedrijven veel meer energie verbruiken dan een gemiddeld huishouden. Daarop is besloten die verhouding om te zetten naar 67/33, wat voor huishoudens in 2020 goedkoper uitpakt. Voor sommige tuinbouwbedrijven kunnen die extra kosten echter oplopen tot honderdduizenden euro ’s per jaar, zo is berekend. Er wordt nog wel gekeken naar een eventuele compensatie. De wetswijziging wordt 10 december in de eerste kamer behandeld.

Maar waar gaan die vele miljarden euro ’s eigenlijk naar toe?

Energiebelasting (ODE)
Sinds 1 januari 2013 is de Wet Opslag Duurzame Energie (ODE) van kracht. Het doel van deze belasting is om de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie SDE+ regeling te financieren. De SDE+ subsidie kostte € 1,5 miljard in 2011 en piekte in 2017 met € 11,8 miljard aan uitgaven, in 2018 net geen 10 miljard. 


Resultaten RVO.nl

Resultaten SDE+ 2019
In 2019 is door de overheid €10 miljard subsidie uitgetrokken voor duurzame projecten. Daar werden dit voorjaar voor de eerste € 5 miljard in totaal 5.376 aanvragen voor ingediend met een gezamenlijke budgetclaim van € 4,8 miljard. Van het totaal aantal aanvragen zijn na beoordeling 4.738 projecten positief beschikt met een bijbehorend verplichtingsbudget van € 3,9 miljard. De overige gegevens zijn nog niet bekend.

Veruit het grootste deel wordt uitgegeven voor het opwekken van zonne-energie, zonnepanelen. Op de tweede plaats de windenergie, onder andere aan grote windmolenparken op zee.

Op de 3e plaats komt biomassa of bio-energie genaamd wat op diverse manieren opgewekt wordt. Door (snoei)houtafval afkomstig uit de bosbouw en houtverwerkende industrie, rioolslib uit waterzuiveringsinstallaties, tot gft uit huishoudens, plantaardige oliën en vetten uit de voedingsmiddelenindustrie, mest uit veebedrijven en speciaal voor bio-energie geteelde gewassen, zoals koolzaad en palmbomen. 
Deze ‘duurzame energie’ ligt momenteel onder vuur omdat het minder milieuvriendelijk is dan gedacht.

De geothermie (aardwarmte) is goed voor een vierde plek, waarvan al meerdere projecten zijn gerealiseerd in Westland of die nog lopen.

Wie profiteert het meest?
Waar al dat geld naar toegaat en welke bedrijven/projecten er het meest van profiteren is aan het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) gevraagd. Die wijst hiervoor door naar het ministerie van Economische Zaken, die op haar beurt het RVO als aanspreekbuis benadrukt.

‘Het RVO hanteert een beleid dat de daadwerkelijke betalingen worden geclassificeerd als bedrijfsgevoelige informatie en daardoor niet herleidbaar mag zijn naar een individueel bedrijf in verband met concurrentieoverwegingen.’

Nieuwe regeling
Vanaf 2020 wordt de SDE+ verbreed, onder de noemer Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++). De regeling SDE++ gaat de uitrol van duurzame energie en CO2-reducerende technieken stimuleren door de onrendabele top van deze technieken te vergoeden. Dit gebeurt door middel van een exploitatiesubsidie.

De energierekening kan mede hierdoor vanaf 2022 opnieuw met 20-25% stijgen zo heeft de Vereniging van Eigen Huis berekend. Wordt vervolgd.

Meer nieuws uit
Zoeken