Nederland 26.07.2024 – In 2023 ontvingen ruim 700 duizend ouders toeslag voor de opvang van in totaal iets meer dan 1 miljoen kinderen. Gemiddeld betaalden ouders 3 210 euro zelf. Driekwart van de ouders betaalden voor de opvang een hoger uurtarief dan de door de overheid vastgestelde maximum uurprijs.
Dat meldt het CBS in de Landelijke Jeugdmonitor op basis van cijfers van de Belastingdienst.
Het uurtarief dat ouders voor kinderopvang moeten betalen, bepalen de kinderopvangorganisaties. Daarnaast stelt de Rijksoverheid elk jaar een maximum uurprijs vast voor de formele kinderopvang. Tot dit tarief kunnen ouders kinderopvangtoeslag vragen. Een kinderopvang mag een hoger uurtarief vragen dan de vastgestelde maximum uurprijs. Dat verschil betalen ouders zelf.
Driekwart ouders betaalt meer dan maximum uurprijs
In 2023 waren de totale opvangkosten gemiddeld 8 950 euro. Daarvan kregen ouders 64 procent (5 740 euro) vergoed via kinderopvangtoeslag. De overige 36 procent (3 210 euro) betaalden ouders zelf. Dit bedrag bestond uit 2 690 euro eigen bijdrage volgens de vastgestelde maximum uurprijs, en 520 euro die ouders meer moeten betalen omdat de uurtarieven hoger waren dan het gemaximeerde uurtarief. Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan de maximum uurprijs. Het is voor het eerst dat het CBS de totale kosten in beeld kan brengen.
Meer kinderen, meer vergoed
De hoogte van de kinderopvangtoeslag hangt af van het belastbaar inkomen van de ouders, het aantal kinderen in de opvang en de soort opvang. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de toeslag. Voor ouders met één kind in de opvang bedroegen de kosten gemiddeld 6 130 euro. Hiervan kregen zij 62 procent vergoed via de kinderopvangtoeslag. Ouders met twee kinderen betaalden gemiddeld 11 760 euro, waarvan bijna 66 procent vergoed werd. Ouders met drie of meer kinderen in de opvang waren in 2023 gemiddeld bijna 16 580 euro kwijt, met een vergoeding van bijna 68 procent. Het vergoedingspercentage neemt toe met het aantal kinderen, omdat ouders met een inkomen vanaf 26 945 euro in 2023 relatief meer kosten vergoed kregen voor het tweede en volgende kind in de opvang.
Minder kinderen naar gastouderopvang
In 2023 werden in totaal bijna 19 duizend meer kinderen opgevangen dan in 2022. Het aantal kinderen dat door geregistreerde gastouders wordt opgevangen daalt daarentegen al een aantal jaren. In 2023 nam het aantal kinderen in de buitenschoolse gastouderopvang ten opzichte van 2022 af met bijna 6 duizend, tot ruim 39 duizend kinderen. In de dagopvang werden bijna 77 duizend kinderen door gastouders opgevangen, 5 duizend minder dan in 2022. In de kindercentra daarentegen steeg het aantal kinderen dat werd opgevangen, zowel in de dagopvang als de buitenschoolse opvang. In 2023 gingen bijna 515 duizend kinderen naar de dagopvang en 536 duizend kinderen naar de buitenschoolse opvang.
Een kind kan gebruikmaken van meerdere soorten opvang. In het totaal wordt een kind echter maar één keer geteld. Het totaal is daarom niet gelijk aan de som van alle kinderen die de verschillende soorten opvang bezoeken.
Gemiddeld 830 uur naar de dagopvang
Kinderen die naar de dagopvang gingen werden daar gemiddeld 830 uur opgevangen, 10 uur meer dan in 2022. Deze stijging komt mogelijk doordat het aantal opvanguren waarvoor ouders toeslag kunnen krijgen sinds 2023 niet meer afhangt van het aantal werkzame uren van de ouders. In de kindercentra werden kinderen gemiddeld 810 uur opgevangen en bij gastouders 620 uur. In de buitenschoolse opvang bleef het gemiddeld aantal opvanguren met 420 uur onveranderd ten opzichte van 2022.