‘s-Gravenzande 29.01.2023 – Heb je dat ook wel eens? Dat je iets meemaakt en dat er tegelijkertijd iets gebeurt dat daarmee niet te rijmen valt?
Gebeurtenissen die zo tegenstrijdig zijn aan elkaar dat het pijn kan doen? Als ik er over nadenk kom ik tot het besef dat er in ons leven en in deze wereld talloze ongerijmdheden zijn, dingen die met het gezonde verstand in strijd zijn, niet te vatten. Begrijp je wat ik bedoel? Het kan zo ‘dubbel’ zijn, ons leven, zo ongerijmd. Het kan zo tegenstrijdig zijn, zo paradoxaal!
En in de wereld is het niet anders; een recent voorbeeld is de woede van vele moslims over de koranverbranding in Zweden en de verscheurde koran in ons land, onlangs. Zeker niet goed te keuren! Maar die woede valt niet te rijmen met wat moslims christenen aandoen: zij maken hen het leven ondragelijk, verbranden hun Bijbels en vermoorden de bezitters ervan! Evenzo is het gesteld met de bouw van moskeeën; op tal van plaatsen in de westerse wereld hebben moslims uit andere landen hun godshuis mogen bouwen, maar de christenen in vele moslimlanden kunnen alleen maar, met gevaar voor hun leven, ‘ondergronds’ bij elkaar komen! En als er al een kerkgebouwtje is wordt het vaak in brand gestoken en verwoest.
Het valt niet te rijmen met elkaar, net zoals nog zoveel andere dingen niet. Er zijn nog zoveel mooie dingen in deze wereld maar er zijn ook zóveel dissonanten! Over heel de wereld zijn mensen en organisaties bezig om wél te doen, om te helpen, terwijl anderen het proberen af te breken. ‘Stank voor dank’ is al een heel oud gezegde maar nog altijd heel actueel, en het andere: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’, gaat lang niet altijd op in déze wereld.
Nu ik er over nadenk zie ik een wereld die mooi is, met een prachtige natuur en zoveel kunstige scheppingswerken. Maar ik zie ook dat het mooie aangetast is, en telkens weer wordt, door het kwade, door verderf. Het heeft iets ongerijmds, iets wat niet in overeenstemming is met de bedoeling van dit alles. Je kunt het zien aankomen; de lente staat voor de deur, krokussen, sneeuwklokjes, narcissen, alle voorjaarsbloeiers melden zich weer om ons te plezieren en hun Schepper eer te brengen! Geweldig, prachtig, maar het verderf volgt op de voet, het duurt maar even. Het leven en de dood, het manifesteert zich in de natuur, in het leven van mens en dier. Schoonheid en verderf, we zijn er aan gewend, maar het hóórt niet bij elkaar, God heeft het zo nooit bedoeld!
In het begin was het ook niet zo; toen God alles had geschapen: [“Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er”, Ps. 33:9] zag Hij dat het zeer goed was! [Gen. 1:31] Er was geen vlek of rimpel aan, álles was perfect, zowel mens als dier, als bloem en plant en boom! Geen sprake van enig verderf, op heel de aarde niet. Voor eeuwig, was de bedoeling! Maar het ging mis. Dát kwam toen de mens ontrouw werd en door hen de zonde in de wereld kwam, die dood en verderf bracht in alle lagen van de schepping. En dat heeft voor God nog altijd iets ongerijmds, iets waaraan Hij nooit zal wennen! En Hij laat het er ook niet bij zitten! God wil een volmaakte schepping op een aarde waar niets aan ontbreekt, samen met Zijn schepselen, ook met óns! En E E U W I G D U R E N D !!
De profeet Jesaja mag de belofte die God doet al doorgeven aan het volk Israël, en ook aan ons: “Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.” En, voegt de Schepper er aan toe: “Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart.” [Jes. 65: 17] Zie je, al die tegenstrijdigheden gaan verdwijnen, ze zijn niet blijvend! Eeuwen later schrijft de apostel Petrus het aan de christenen van die tijd en aan ook aan ons: “Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde.” “Waar gerechtigheid woont,”voegt hij er nog aan toe! [2 Pet. 3:13] En in het laatste Bijbelboek Openbaring is te lezen dat de apostel Johannes er al iets van mag zien. “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan.” [Op. 21:1]
Wat hij allemaal ziet is geweldig en heeft alleen nog maar te maken met schoonheid en heerlijkheid. Geen dood zal er meer zijn, geen tranen, geen rouw, geen jammerklacht of moeite! En, moet hij van God doorgeven: “Wie overwint, zal alles beërven, én, belooft God Zélf: Ik zal voor hem/haar een God zijn en hij/zij zal voor Mij een zoon/dochter zijn. [Op.21: 7] Alles wat je nu nog ongerijmd voorkomt zal er dan niet meer zijn! Hoor jij al bij die overwinnaars? Dat overwinnen houdt in dat je Jezus volgt of gaat volgen, en dat dan ook volhoudt! Dan ga je erven! Ooit al eens erfgenaam geweest van een fortuin? Mét Jezus ga je álles beërven! Weet je, er zijn heel veel mensen die ondankbaar zijn, en geen enkele waardering hebben voor wat Jezus heeft gedaan. Net als die mensen van ‘stank voor dank’.
‘Hij had het voor mij niet hoeven te doen’, zei iemand tegen mij, tijdens een gesprek. Hoe ondoordacht, hoe dwaas kan iemand zijn! De grootste ongerijmdheid die er bestaat is om Jezus af te wijzen! Juist Hém hebben we nodig om bewoners te worden van die nieuwe hemel en aarde! Hij Die ons eeuwig Heil wilde bezorgen door onze schuld, onze straf te dragen aan het kruis! Jezus heeft het volbracht, ook voor jou!
Mét Hem wacht ons de erfenis die God ons belooft: ” En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” [Op.21 : 4-5]
1 Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn!
En Christus zal over u lichten!
Zoo wekt u, zoo dringt u, als Broeder, Gods Zoon,
Eer Hij u als Regter komt rigten.
Ontwaak en sta op! het gevaar is zoo groot:
Wie kiest, o verdwaasde! voor ’t leven den dood?
2 Ontwaak, gij die slaapt in de zonde, met spoed!
De nacht is zoo lang reeds verdwenen;
Het licht der genade, met blijdschap begroet,
Heeft d’ aarde reeds eeuwen beschenen;
En grootsch is uw roeping, en heilig uw taak,
En d’ uren zijn weinig: ontwaak dan! ontwaak!
3 Sta op uit de dooden, o zondaar! en leef!
Dat Christus ook over u lichte!
Sta op uit de dooden, o zondaar! of beef
Voor God en het jongste gerigte!
Nog wekt u de Heiland, en nog is er raad;
Sta op uit de dooden! ’t Is spoedig te laat.
4 Welzalig de vrome, die wandelt in ’t licht,
Door Christus den doodslaap ontrezen;
Hoe vaak hier de dag voor de duisternis zwicht, ’
t Zal nimmermeer nacht voor hem wezen.
Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn!
Zoo spreekt van den hemel uw Heiland, Gods Zoon.
[gez. 165]
{ Een lied van ds. Petro Parson, 1803-1878}
H. van den Berg
Tel. 06-15062838
E-mail: berg.services@telfort.nl