Zuidelijke Randstad waarschuwt voor tekort aan koop- en huurwoningen

Westlanden 05.11,2016 – De provincie Zuid-Holland en haar gemeentelijke partners in de Zuidelijke Randstad hebben minister Blok dringend verzocht


om experimenteerruimte en financiële steun van het rijk om het dreigend tekort aan koop- en huurwoningen in de Zuidelijke Randstad een halt toe te roepen. Er is toenemende vraag naar stedelijke woningen maar er worden er onvoldoende gebouwd door belemmeringen in regelgeving en marktfalen bij herstructurering en transformatie.

Provincie en gemeenten hebben samen met onder andere Bouwend Nederland en de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed de urgentie bij minister Blok van Wonen & Rijksdienst onder de aandacht gebracht op het Provinciehuis in Den Haag. Samen met marktpartijen, corporaties en andere partijen uit de bouwsector zijn oplossingen bedacht voor belemmeringen bij het stedelijk bouwen. De partijen in de Zuidelijke Randstad waarschuwen dat als er niets gebeurt, de kans groot is dat over 3 jaar de stedelijke bouwproductie voor een belangrijk deel stil zal vallen in de dichtstbevolkte provincie van Nederland. Op termijn is dat funest voor het economisch vestigingsklimaat van Zuid-Holland, waar 23% van het bruto nationaal product wordt verdiend.

Versoepeling regels welstandsvrij bouwen

Dreigend tekort

Tot aan 2030 zullen in de Zuidelijke Randstad 230.000 koop- en huurwoningen bijgebouwd moeten worden. Dat is een grotere operatie dan de bouw van nieuwe VINEX-wijken in Zuid-Holland in de jaren 90. De huizen moeten de komende decennia voornamelijk binnen de kernen van steden en dorpen worden gebouwd om zo tegemoet te komen aan de vraag van consumenten. Er is nog veel fysieke ruimte op deze plekken, vooral in leegstaande panden en op verouderde haven- en industrieterreinen. Gemeenten, ontwikkelaars en investeerders lopen nu vaak aan tegen blokkerende regelgeving en te hoge ontwikkelingskosten of andere financiële problemen bij herstructurering en transformatie. Het Rijk zal daarom ook zijn verantwoordelijkheid moeten nemen, zo stelt gedeputeerde voor ruimtelijke ordening in Zuid-Holland, Adri Bom-Lemstra.

Reactie minister

In het gesprek gaf de minister aan de grote vraag naar stedelijke woningen te herkennen. De minister zegde toe te willen meewerken aan een nadere verkenning van oplossingen en te zoeken naar experimenteerruimtes. Ook wil hij meedenken over financiële instrumenten en het vraagstuk van de verdeling van sociale voorraad en de investeringscapaciteit daarbij. De regio heeft toegezegd om door te gaan met het vergroten van de plancapaciteit zodat aan de woningvraag kan worden voldaan. De regio heeft verder toegezegd met marktpartijen nog gedetailleerder in beeld te brengen welke belemmeringen van rijkswege spelen.

Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra stelt vast dat de minister de urgentie erkent en wil meewerken aan nadere verkenningen van oplossingen. De minister heeft daar wel kanttekeningen bij geplaatst: hij verwacht niet dat er vanuit het Rijk geld voor woningbouw beschikbaar zal komen en benadrukte dat de oplossing ligt in de verkoop van corporatiebezit. Bom-Lemstra: “Dat vinden wij te eenzijdig en te makkelijk. Ik en de partners in de Zuidelijke Randstad zouden graag zien dat de minister, of straks het nieuwe kabinet, een grotere verantwoordelijkheid neemt om wetgeving aan te passen en financiële instrumenten te ontwikkelen. Wij kunnen het niet alleen.”

Eigen acties

De partners in de Zuidelijke Randstad hebben een Verstedelijkingsagenda met uitvoeringsprogramma opgesteld. Afgesproken is dat de nieuwe woningen terecht moeten komen rond (vervoers)knooppunten en op economische toplocaties, te transformeren verouderde haven- en bedrijventerreinen, toekomstbestendige wijken en overige ontwikkellocaties zoals braakliggende terreinen in het stedelijk gebied. Eerder dit jaar sloot de Zuidelijke Randstad, samen met een groot aantal partijen uit de bouwsector, de City Deal Binnenstedelijk Bouwen en Transformeren met het Rijk. Daarbij werden acht representatieve transformatieprojecten in Zuid-Holland financieel en regeltechnisch onder de loep genomen.

Oplossingen

De hoofdconclusie na de eerste City Deal-fase is dat ook met maximale inspanning van gemeenten, provincie en marktpartijen, aanpassing in wet- en regelgeving en extra financiële instrumenten nodig zijn. Voor wat betreft regelgeving gaat het onder om:

– fiscale maatregelen waardoor een gemeente haar beleid en stimulerende maatregelen binnen de gemeente mag differentiëren;
– stad- en milieu-achtige benaderingen om te zorgen dat tijdelijke situaties rond milieu-wetgeving elkaar niet in de weg zitten;
– het ontwikkelen van een zogeheten gebiedsinvesteringszones voor transformatie zoals dat bij bedrijventerreinen al bestaat.

Als het gaat om financiën stelt de Zuidelijke Randstad voor om samen met het Rijk te kijken naar een revolverend fonds waaruit onrendabele gebiedsontwikkeling toch kan worden gefinancierd en aanvullend een nieuwe subsidiesystematiek voor gerichte problemen bij stedelijke ontwikkeling.

Zuidelijke Randstad

De partners in het samenwerkingsverband Zuidelijke Randstad zijn: de provincie Zuid-Holland, Rotterdam, Den Haag, Midden-Holland, Holland-Rijnland, Drechtsteden, Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en de 100.000 plus-gemeenten en/of middelgrote steden met een stedelijke kern én centrumfunctie.

Meer nieuws uit
Zoeken