Den Haag 13.10.2016 – De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft in hoger beroep achtenveertig maanden cel waarvan zes maanden voorwaardelijk
met de maximale proeftijd van tien jaar en TBS met dwangverpleging geëist tegen een inmiddels 24-jarige man uit Maassluis. In de visie van het OM heeft hij bruut geweld toegepast op zijn vriendin op 5 november 2013 in Den Haag en op een medegedetineerde op 2 augustus 2014 in Zoetermeer.
Ten aanzien van het eerstgenoemde strafbare feit heeft verdachte zijn toenmalige vriendin op het terrein van Parnassia in Den Haag, waar hij in het kader van een bijzondere voorwaarde van een eerdere veroordeling wegens een geweldsdelict verbleef, tijdens een gesprek over hun relatie, zwaar mishandeld. Hij sloeg haar met grote kracht meerdere malen tegen het gezicht en, toen zij op grond viel in de bosjes, trapte hij haar meerdere malen tegen het lichaam. Zij liep een aantal fracturen op, heeft hevige pijn geleden en is nog steeds niet geheel fysiek hersteld.
Bij het tweede feit gaat het om geweld op een medegedetineerde in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Zoetermeer, waar verdachte voor het eerste feit in voorlopige hechtenis verbleef. In de visie van het OM heeft verdachte een pan met kokend water over een in de douche verblijvende medegedetineerde gegooid. Zijn pijnlijke gegil ging door merg en been, zo blijkt uit afgelegde verklaringen. Verdachte had aangegeven soep te willen koken maar liep vervolgens met de pan met kokend water naar de doucheruimte en gooide het over de medegedetineerde heen. Als gevolg daarvan heeft het slachtoffer tweede- en derdegraads brandwonden opgelopen. Verdachte heeft het slachtoffer vervolgens nog een vuistslag gegeven en gezegd dat hij niet met zich liet “fucken”. Verdachte wilde op deze manier wraak nemen na een eerder incident met het slachtoffer in de PI.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot vier jaar cel en TBS met dwang wegens zware mishandeling meermalen gepleegd. Het OM en de verdachte stelden hoger beroep in.
De advocaat-generaal is van mening dat uit het dossier voldoende bewijs aanwezig is om te stellen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan zware mishandeling van zijn vriendin en zware mishandeling met voorbedachte raad ten aanzien van de medegedetineerde.
De geëiste straf is op zijn plaats, zo stelde de advocaat-generaal. “Verdachte, die uitsluitend geweldsdelicten op zijn strafblad heeft staan, heeft zich opnieuw schuldig gemaakt aan twee afschuwwekkende gewelddadige uitbarstingen, zonder dat daaraan een reële of invoelbare aanleiding ten grondslag ligt.” Het OM komt tot een deels voorwaardelijke straf om daaraan een contactverbod met zijn ex-vriendin als een bijzondere voorwaarde te verbinden. Ook vindt de advocaat-generaal dat naast de geëiste celstraf TBS met dwang moet worden opgelegd. “Verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogens. De veiligheid van anderen eist de maatregel van TBS.”
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.