College licht derde kwartaalrapportage van Stroomopwaarts toe

Maassluis 27.02.2016 – De fracties van de VVD en PvdA hebben collegevragen gesteld over de derde kwartaalrapportage van Stroomopwaarts.


Het college heeft de vragen als volgt beantwoord.

Dinsdag 19 januari j.l. is in commissieverband de rapportage van Stroomopwaarts met betrekking tot het derde kwartaal 2015 besproken. Zowel de rapportage als de beantwoording heeft bij de fractie van de VVD en PVDA aanvullende vragen opgeroepen. Vragen met betrekking tot de omvang, inzicht en beheersing van de financiële risico’s binnen Stroomopwaarts. Risico’s die voortvloeien uit de prioriteiten binnen Stroomopwaarts, te weten de twee kern factoren van het bestaan van Stroomopwaarts:

1.         Minder mensen in de bijstand.

2.         Lagere financiële kosten van een samengevoegde organisatie, die ten gunste komt van de begroting van de gemeente Maassluis binnen 5 jaar.

Collegevragen VVD en PvdA Maassluis over participatiebedrijf Stroomopwaarts
  

In het kader van artikel 51 hebben de fracties de volgende vragen:

Financieel

In de kwartaalrapportage wordt gesproken dat er vooralsnog geen extra geld nodig is. U geeft aan dat voor € 4.408.000,- begroot is van juli 2015 t/m december 2015. De gerealiseerde kosten die hiertegenover staan zijn € 1.514.000,-. Dit suggereert een overschot aan middelen en onze fracties hebben hierover de volgende vragen:

1.         Blijven er taken liggen die wel van belang zijn?

Er is inderdaad sprake van onderbesteding ten opzichte van het bestedingsplan (de verantwoording van de activiteiten in het kader van re-integratie en participatie activiteiten). De reden hiervan is dat lopende contracten zijn getoetst aan een aantal uitgangspunten.

Enerzijds rendement: hoeveel uitstroom heeft het traject opgeleverd in het eerste half jaar? Anderzijds de doelstelling van het traject: is er sprake van een re-integratietraject gericht op uitstroom naar werk dan wel een participatietraject om te zorgen dat inwoners meedoen aan de samenleving en daarmee stijgen op de participatieladder.

Langdurige inzet van mensen met behoud van uitkering is in het kader van het voorkomen van verdringing van werk niet langer toegestaan, waardoor ook dit type contracten niet is verlengd en inzet in het tweede halfjaar beperkt is. Er zijn geen taken blijven liggen die tot de conclusie zouden kunnen leiden dat resultaten zijn achtergebleven. 


2.         Is het niet uitvoeren van geplande taken de oorzaak dat er vooralsnog geen geld benodigd is?

Nee. Er is binnen de financiële kaders gewerkt. Er is dus geen sprake van verschuiving van budgetten.

Bijstandsuitkeringen

De gemeente krijgt vanuit de landelijke overheid geld om bijstandsuitkeringen te financieren. Hierbij gaat de overheid uit van 760 personen die een beroep doen op deze voorziening. Tijdens de behandeling van de kwartaalrapportage is niet duidelijk geworden hoeveel personen op dit moment een beroep doen op deze voorziening, maar aangezien het laatst bekende getal 830 was en er geen aanwijzingen zijn dat deze noemenswaardig zijn afgenomen zijn dit waarschijnlijk meer dan 830 personen. Naast alle persoonlijke problemen die dit voor de personen heeft, geeft dit minimaal een tekort op de gemeentebegroting van meer dan 1.050.000 euro.

Dit brengt ons tot de volgende vragen:

3.         Kunt u aangeven wat voor de gemeente Maassluis de in- en uitstroom per maand is geweest voor de maanden september, oktober, november en december? En daarbij ook de redenen voor in- en uitstroom zijn?

De in- en uitstroomcijfers van MVS over de periode juli – december 2015 en de uitstroomreden van Maassluis zijn in de bijlagen opgenomen.

4.         Kunt u aangeven hoeveel personen er eind december gebruik maken van een bijstandsvoorziening en wat op basis van deze aantallen de consequenties zijn voor onze gemeentebegroting?

Gemiddeld over het jaar 2015 bedroeg het aantal uitkeringen 815. Het BUIG-budget wordt hiermee niet overschreden. De huidige arbeidsmarkt vraagt flexibele en tijdelijke invulling waardoor steeds meer mensen tijdelijke en/of parttime arbeid verrichten.

Voor een grote groep is parttime werk, als gevolg van de persoonlijke omstandigheden ook het maximaal haalbare. In december 2015 verrichtten 112 personen parttime arbeid waarbij het inkomen uit arbeid aangevuld wordt met bijstand. Voor het totaalcijfer van het aantal mensen met een bijstandsuitkering tellen deze mensen volledig mee. Door meer mensen parttime arbeid te laten verrichten daalt de gemiddelde uitkeringslast.

5.         Kunt u aangeven wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de motie met betrekking tot het aan het werk helpen van mensen en daarmee het terugdringen van het aantal bijstandsuitkeringen? Kunt u daarbij ook meenemen welke extra inspanning u zult verrichten?

Op korte termijn zullen wij u een reactie op de motie geven.


SROI fonds

Het betreft een fonds dat aan bedrijven in plaats van de inzet van mensen geld vraagt in het kader van Social return. Hierover heeft onze fractie de volgende vragen:

 

6.         Wie bepaalt op welke diensten en producten er een bijdrage moet komen in het fonds en voor deze diensten en producten wanneer wel en wanneer niet?

SROI is onderdeel van de inkoop en aanbestedingsvoorwaarden van de drie gemeenten en is van toepassing op de inkoop van diensten en producten. De uitvoering van de SROI ligt bij Stroomopwaarts. Wanneer, door omstandigheden, een ondernemer geen invulling kan geven aan de SROI verplichting wordt hij verplicht de daarmee samenhangende bijdrage in het fonds te storten. 


7.         Welke hoogte van bijdrage heeft u voor ogen?

De SROI verplichting, en daarmee de hoogte van het te besteden bedrag, is opgenomen in de aanbesteding. We verwachten dat het bij de stortingen om kleine bedragen zal gaan. Bijvoorbeeld het verschil tussen plaatsingen / opdrachten en de totale SROI verplichting (afronding).


8.         Welke vrijheid van besteding heeft Stroomopwaarts met deze gelden?

De middelen in het fonds zullen worden aangewend om plaatsingen mogelijk te maken of andere bestedingen die passen in het afgesproken beleid van Stroomopwaarts. Stroomopwaarts zal in de rapportages verslag doen van de besteding van de middelen.


9.         Hoe worden ondernemers die al mensen van Stroomopwaarts inzetten of op een andere wijze een bijdrage social return geven gevrijwaard?

Social return is een verplichting in het kader van het inkoopbeleid van gemeenten en wordt toegepast bij aanneming van gemeentelijke opdrachten. Bij iedere aanneming ontstaat een (nieuwe) SROI verplichting. Onze ervaring is dat ondernemers die zich betrokken voelen bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) hier graag aan meewerken.

Invulling ‘Couleur lokaal’ en beleidswijzigingen

In december is aan de orde geweest dat gelden t.b.v. armoedebeleid aan de voedselbank moesten worden betaald, omdat Stroomopwaarts het wettelijk niet mocht uitvoeren. Echter een van de uitgangspunten uit de Business case was dat er couleur lokaal moet worden kunnen uitgevoerd. Stroomopwaarts zou immers onze gezamenlijke uitvoeringsorganisatie worden.

10.     Hoe kan dat onze couleur lokaal niet kan worden uitgevoerd door Stroomopwaarts, terwijl dit wel één van de uitgangspunten is? Wij begrijpen inmiddels dat Stroomopwaarts voor Schiedam bijvoorbeeld wel het gratis OV voor 65+-ers uitvoert. Kunt u aangeven hoe deze informatie uit Schiedam te combineren is met de eerdere informatie over het niet kunnen uitvoeren van couleur lokaal in Maassluis?
Stroomopwaarts voert de bijzondere bijstandregelingen uit die lokaal gewenst zijn. De kindregelingen vallen onder de Verordening Maatschappelijke Participatie. Deze regelingen worden verstrekt op grond van de Gemeentewet. Stroomopwaarts is niet gemandateerd om verstrekkingen te doen op grond van de Gemeentewet. Een wijziging van het mandaatbesluit is hiervoor in voorbereiding, zodat in 2016 de mogelijkheid wel bestaat. De OV regeling Schiedam wordt uitgevoerd door een externe organisatie in opdracht van de gemeente Schiedam. Het beleid ligt bij Stroomopwaarts.

In de kwartaalrapportage staan ook aankondigingen van accentwijzigingen in beleid. Stroomopwaarts is in principe een uitvoeringsorganisatie en geen beleidsbepalende organisatie. Dit is een taak van het college en de gemeenteraad. Onze fracties hebben hierover de volgende vraag:

11.   Hoe verhouden deze aanpassingen zich tot het beleid zoals vastgesteld door de gemeenteraad en hoe borgt u dat alle beleidswijzingen via raadsvoorstellen door de gemeenteraad worden goedgekeurd?

Stroomopwaarts is een beleidsrijke uitvoeringsorganisatie. Beleidswijzigingen worden vanuit Stroomopwaarts voorbereid en afgestemd met de drie gemeenten. Besluitvorming over de wijzigingen vindt plaats door de drie afzonderlijke colleges waar het mandaat bij het college ligt of, bij kaderstellend beleid of verordeningen de gemeenteraden. Zo heeft u in het vierde kwartaal de wijziging van de re-integratieverordening voorgelegd gekregen waarbij de eenmalige premie op de loonkosten is opgenomen.

 

 

Meer nieuws uit
Zoeken