Maassluis 07.10.2016 – De fractie van de VSP heeft Collegevragen gesteld over de omstreden lespakketten aan scholen met betrekking tot Zwarte Piet
van Stichting Nederland Wordt Beter. Het college heeft de vragen als volgt beantwoord.
1. Waarom heeft de burgemeester het aanbod gedaan dat de gemeente als intermediair wil optreden voor het lespakket van de ‘Stichting Nederland wordt beter’?
In de media is het beeld ontstaan dat stichting Nederland Wordt Beter gezamenlijk met de gemeente Maassluis de lespakketten zou ontwikkelen. Dit is niet juist. Stichting Nederland Wordt Beter heeft de gemeente een verzoek voorgelegd om haar lespakket onder de aandacht te brengen van de basisscholen in Maassluis. De gemeente heeft zich hierin meewerkend opgesteld door zich aan te bieden als intermediair. Deze meewerkende houding geldt uiteraard ook voor partijen die juist weer heel anders tegen de pietendiscussie aankijken. De gemeente stelt zich met betrekking tot de inhoud neutraal op.
2. De stichting schrijft op haar Facebookpagina dat de burgemeester ‘Stichting Nederland Wordt Beter’ heeft uitgenodigd om de lessen te presenteren aan het overleg van schooldirecteuren. Geeft dat de juiste gang van zaken weer?
De gemeente heeft alleen maar gefaciliteerd in het maken van een afspraak, waarbij de stichting de mogelijkheid heeft gekregen om haar lespakket vrijblijvend onder de aandacht te brengen tijdens het overleg van de schooldirecteuren. Het is geheel aan de schooldirecteuren of en zo ja hoe zij dit lespakket op hun scholen willen gaan gebruiken.
3. Waarom heeft de burgemeester er niet voor gekozen de stichting rechtstreeks door te verwijzen naar de schooldirecties?
Tijdens de komende directeurenvergadering zal door de gemeente tevens aandacht worden gevraagd voor de tentoonstelling over de tradities van het Sinterklaasfeest, die in het kader van de intocht wordt georganiseerd, maar ook voor de landelijke Week van Respect van de stichting Respect Education Foundation. Het is dus niet ongebruikelijk dat de gemeente in dit soort gevallen een intermediaire rol vervult.
4. Is het college het met de VSP Maassluis eens dat het aanbod om als intermediair op te treden de indruk wekt dat de gemeente Maassluis positief staat tegenover de doelstelling van de ‘Stichting ‘Nederland wordt Beter’ en de manier waarop die stichting daaraan uitvoering geeft?
Als intermediair neem je geen positie in. Je creëert de mogelijkheid voor partijen om elkaar te ontmoeten. Dat heeft de gemeente hier ook gedaan, niet meer en niet minder.
5. Heeft de burgemeester zich alvorens het hierboven genoemde aanbod te doen kennis genomen van de inhoud van het lespakket en de achtergronden en werkwijze van Stichting ‘Nederland wordt Beter’?
De stichting was uiteraard bekend. Juist daarom is zij door de burgemeester uitgenodigd voor een gesprek. Daarin gaf het bestuur van de stichting aan zich te willen richten op het vergroten van het begrip voor haar standpunt door educatie.
6. Wat is het oordeel van het college over dit lespakket?
Het is niet aan de gemeente om een oordeel over de inhoud van het lespakket te geven. De gemeente heeft slechts opgetreden als intermediair.
7. Is het bij het college bekend dat de stichting via haar website ouders voorbeeldbrieven aanbiedt waarin zij scholen kunnen laten weten dat zij hun kinderen op 5 december thuis houden als de scholen vasthouden aan de traditionele Zwarte Piet op hun Sinterklaasfeest?
Nee, dit was eerder niet bekend, maar is inmiddels voor kennisneming aangenomen.
8. Is het de bedoeling ‘Stichting Nederland wordt Beter’ ook te betrekken bij het vormgeven van de voorgenomen tentoonstelling over het Sinterklaasfeest?
Ja. Het Sint- en Pietengilde heeft ook zijn medewerking toegezegd. De tentoonstelling wordt georganiseerd en samengesteld door een aantal jonge historici. Er is een klankbordgroep ingesteld die betrokken wordt bij de samenstelling van de tentoonstelling. Deze klankbordgroep bestaat uit een aantal gerenommeerde deskundigen op dit gebied alsmede voor- als tegenstanders van Zwarte Piet.
De tentoonstelling schetst een algemeen beeld van de ontwikkeling van het Sinterklaasfeest door de eeuwen heen, zonder een algemeen oordeel over bijvoorbeeld de figuur van Piet. Er is geen sprake van een mening van een minder- dan wel meerderheid die in de tentoonstelling extra aandacht krijgt.
9. Kan het college toezeggen dat bij de opzet van die tentoonstelling niet de standpunten van een wellicht kleine minderheid van de bevolking onevenredig veel aandacht krijgen?
Zie antwoord vraag 8.